Monday, November 27, 2006

Willem Alexander van Oranje

Waterbeheer

Gisteravond zag ik een vreemde droom. Ik moest een lezing geven over “waterbeheer” aan de vrije universiteit te Brussel. Ik las twintig minuten voor en toen zei ik: “Ahem, ahem, ik ben van mijn à propos gebracht, laten we eens echt met elkaar praten: water is als een vrouw, de natuur, niet te beheersen, ongrijpbaar en grillig…net als een echte man ? Dat ben ik niet, ik leef bij gratie van het protocol door die ma van me.”
Al gauw schreeuwde ik naar het publiek dat voornamelijk uit studenten bestond. Om mijn zenuwen te kalmeren had ik een paar borrels op. De studenten schreeuwden na verloop van tijd nog harder terug in dat Vlaams, ik meen zelfs “AWOERT” gehoord te hebben. Een poosje later haalde men mij weg. Een stelletje professoren en Prins Filip hadden deze lezing georganiseerd en zij vonden het welletjes.

“We hebben een goede kamer voor u, in het vrouwelijke studentenhotel waar ook Emily verblijft,” zei Prins Flip in Frans Nederlands.
“In het hotel van Emily ?,” vroeg ik verbrouwereerd. Hoe wisten zij dat ik van Emily hield ? “Juist. Een uitstekende kamer,” merkte een professor op.

Het was waar. Eén van hen had voor een smakelijke maaltijd gezorgd met een fles wijn en een ander gaf me een cheque voor de lezing. Daar kun je in Nederland naar fluiten. De professoren verdwenen geruisloos en ik nuttigde de consumpties en versnaperingen in mijn bed. Mijn stropdas gooide ik ver weg in de hoek. De Noormannen hebben de stropdas geïntroduceerd in Europa; de meeste mannen werden vermoord in de dorpjes en steden, degenen die in leven werden gelaten kregen een strop om hun hals. Als het gezicht van de stropdrager de Noormannen niet meer aanstond, dan werd de strop aangehaald.

Vervolgens dommelde ik weg. Het was donker toen ik bijkwam. Of had ik een droom ? Ik zat overeind, dronk nog een paar borrels en dacht: jij bent Alexander. Alex, een autoriteit op het gebied van waterbeheer, een legende. Je zit in het hotel van Emily ! Mam, mam, ik ben bang voor Maxima met haar fysieke, verbale en psychische geweld. Ik loop de hele dag op kousevoeten door het kasteel te Wassenaar, bang voor haar opvliegers en hoe ze met me omgaat in bijzijn van het personeel. Nu ben ik even van haar verlost hier in Brussel en dan verdrink ik mijn angst omdat ik overmorgen terug moet naar dat Wassenaar. Mam, ik ben eenzaam en bang.

Ik had alleen mijn onderbroek en sokken aan, liep desalniettemin de gang op en klopte op de eerste de beste deur.
“Hee, doe open, ik ben Alex, een autoriteit op het gebied van waterbeheer ! En bovendien binnenkort koning ! Doe open, Emily ! Ik zal je wat laten zien !” Nu durf ik wel, zo zonder Maxima erbij. Dan word ik een held met een dikke tong van de drank.
Ik hoorde gegiechel.
“Hee, hoeveel Emily’s zitten daar ? Doe open !”. Ik sloeg met mijn vuist op de deur, maar hoorde slechts gegiechel.
“Zo, dus jullie laten Alex niet binnen ? Pech gehad !”Ik klopte aan op de volgende deur. “Hee Emily ! Hier staat de beste man ! Doe open ! Doe iets aan de pijn, mijn verdriet ! Niet dat van België. Niets wordt er, niets, uit talloos veel miljoenen. Maar ik schenk je roem en macht, alles ! Open de deur !” Dat voelde als lekker ouderwets brallen bij het Leidse Corps, maar toen had ik wel een gezellig clubje vrinden, die me weliswaar bespotten vanwege al mijn bijles en spieken. Niets. Ik probeerde het nog een keer en nog eens. Ik beklopte wel 50 deuren op mijn verdieping en liep naar de tweede verdieping, maar tevergeefs. Ook op de eerste verdieping gaven ze niet thuis. Ik raakte vermoeid. Het leek of ik uren geleden de hotelkamer verlaten had. Ik was vergeten waar deze zich bevond. Ditmaal klopte ik zachtjes aan, mij bewust van mijn onderbroek en sokken. Ik wilde alleen nog maar terug naar mijn kamer. Onvindbaar. De groten der aarde zijn het meest eenzaam.

Willem Alexander van Oranje
Mano Verschrijver
Idee van Charles Bukowski

No comments: