Monday, November 27, 2006

Gerrit Komrij en Maxime Verhagen

Met een broek vol stront de wereld rond
De orbis cacatus

Maxime Verhagen vertelt in geuren en kleuren: “Jan Peter was op reis en laat op zijn hotelkamer, doodmoe, en hij wil meteen naar bed. Nauwelijks heeft hij zijn nachthemd aan, of in zijn ingewanden kondigt zich een onweerstaanbare drang aan, gepaard met spastische golfbewegingen. Nergens een toilet te vinden in de kamer in het exotische land Egypte, waar vredesbesprekingen plaats vonden ! De eerste tekenen van het opborrelende verteringsresultaat maken zich op bedenkelijke wijze zichtbaar op zijn dijen en het tapijt ! Er is dus niet veel tijd voor overleg ! Hij trekt zijn nachthemd uit, spreidt het op de vloer uit en prompt spettert hij, met innig welbehagen, de volle lading uit zijn buik op het nachthemd, waarover hij neerhurkt.Werkelijk een respectabele hoop, een hels stinkend vloeibaar melange. Maar waar moet hij het laten ? Het raam uit ! Aha ! Prima gedachte !

Hij doet het ramen open, pakte het hemd bij de vier punten en slingert het, met inhoud en al, mikkend op de vensteropening, een paar keer met volle kracht heen en weer, om het ballistisch effect te vergroten. Maar de laatste zwaai wordt door mijn goede vrind Balkenende te ruim genomen en derhalve raakt het corpus delicti de venstersponning. De stront, door de kracht van de zwaai en de klap tegen de rand uit het nachthemd bevrijd, volgt de wetten van de natuur: de cirkelbaan wordt voortgezet over het plafond en vandaar vervolgt hij zijn weg over de gehele lengte van de zoldering tot aan de tegenoverliggende muur, waarbij hij onderweg, zoals het een fatsoenlijke brij betaamt, een patroon achterlaat dat er met het volle bruin van Oudhollandse meesters met een sproeier op geschilderd lijkt. Dit alles was in een fractie van een seconde gebeurd. Huhu-huhu-huhu-huhuhu. Jan Peter keek er geschrokken en beteuterd naar.

Niet lang daarna begon het hier en daar van boven naar beneden te druppelen. Radeloos wachtte Jan Peter de ochtend af, als een gek in de weer om zijn kleren en reisbenodigdheden te reinigen. In de meest godsonmogelijke vroegte verliet hij zijn kamer en betaalde de rekening. Hij schaamde zich dood en was blij het hotel achter zich te laten. Enige tijd later ontving Jan Peter een brief van de directeur van de hotelketen met een schadeclaim en een verzoek om uitleg hoe een voorname klant uit Nederland tegen het plafond kan schijten. Ik riposteerde met het bovenstaande verhaal en een gedicht, waarna de schadeclaim werd ingetrokken :

De Fransoos die doet het op de doos
En de Brit die doet het als hij zit
Maar hoe het ook zij
Stront hoort erbij "

No comments: