Monday, November 27, 2006

Manna Verschrijver's brief

Verklikken en vervreemding
Another winter of discontent

Den haag, 30 oktober 2006
Betreft: enige informatie
Betreffende: geen grotere furie dan een versmade vrouw


Geachte mevrouw De Winter,

Het moment lijkt mij opportuun om u te waarschuwen voor de heer De Winter. Ik ken hem inmiddels wat langer dan vandaag, als ex medewerkster van de producentenbond. Ik volg hem met mijn ogen tijdens zijn dagelijkse ronde op de redactie van ons blad. Zwierig ontwijkt hij de computers, ondanks een fors postuur, hij geeft links en vooral rechts een aanwijzing, bemoeit zich met alle aspecten van de bedrijfsvoering en schijnt over het algemeen bijzonder met zichzelf ingenomen en de nonchalante wijze waarop hij dat allemaal klaar speelt.
De juriste, de redactrice en de receptioniste spreekt hij stuk voor stuk aan alsof hij ze al jaren kent. Terwijl zij flink doorwerken, maakt hij soms flauwe grapjes met de ster-allures van een algemeen directeur. Anderen vragen zich wel eens af wat hij met dit gedrag probeert te verhullen. Bij zoveel jovialiteit ontstaat wantrouwen. Daarom stel ik mijzelf altijd bescheiden op.

Ik ben Manna Verschrijver, een zeer knappe blonde dame van 38 met groene ogen. Elegant, charmant, 1 meter 80 en ik zie eruit alsof ik 28 ben. Mannen doen bijna alles om mij te behagen; ik heb daar langzamerhand enigszins genoeg van. Heel vaak zeg ik tegen heren die met een bloemetje of een leuk bedoeld mailtje aan komen zetten: “daar ben ik niet van gediend”. En als ze het nog een keer doen, dan herhaal ik “daar ben ik niet van gediend” en maak ik de heren in het openbaar belachelijk. Daar houden ze niet van, de haagse heertjes. Mannen begrijpen niet dat ze een potentiële liefde afschrikken door te voortvarend te zijn.

Er was in 1994 een onderzoek gedaan bij 10.000 mensen waaruit bleek dat een mens op vier basis-elementen selecteert, uiterlijk, intelligentie, geld/macht en zorgzaamheid. De vrouw selecteert vooral op geld/macht en intelligentie, de man selecteert meer op uiterlijk en zorgzaamheid. De man wikt, de vrouw beschikt, zeg ik dan altijd maar. Ook zegt men dat vrouwen een vaderfiguur of god zoeken in een man.

Mijn vader overleed in 1993 en dan ga je zoeken naar een andere vaderfiguur of god. Als mannen en vrouwen willen uitblinken, dan doen ze dat meestal opdat hun vader dat kan zien. Verlangen naar iemand die alles bestiert, zie je daar maar eens aan te onttrekken. Ook bemerkte ik in religie een mannelijke overheersing door dik en dun. God de here. God de vader. Het is geen wonder dat Michelangelo dit opperwezen heeft afgebeeld als een baardige grijsaard die niet van grapjes houdt - en ook niet van vrouwen.

Toen heb ik me voorgenomen nooit op het cda, de cu of de sgp te stemmen. Ik heb moeite vrouwen te begrijpen die dat wel doen. Hoewel, we kussen de hand die ons geselt. In Brussel las ik het volgende opschrift op een muur in de Marrokaanse wijk: Oh mon dieu, il y a-t-il vraiment une mort après cette vie. O, mijn god er is toch echt een dood na dit leven ?
Later las ik over het boeddhisme, confucianisme en het totemisme, het aanbidden van de totem door de indianen. Bijna alle mensen hebben een religieus gevoel en daarom zeg ik maar: ik ben grootgelovig en geloof alles. Een moederfiguur wordt bijna nooit aanbeden.

Bij de Raad van State vond ik het aardig werk, juridische uitspraken schrijven. Wel een zeer hiërarchische ouderwetse organisatie en niets werd aan het toeval overgelaten; voor een zitting lag de uitspraak vast. Daar moest ik ook werken met de heer Donner. Met ijver had ik een uitspraak geschreven.

“Is dit wel echt een inrichting, mejuffrouw Verschrijver ?”
“Potdonner, man, zet nou eens je handtekening !”, reageerde ik boos.
Angstig en rood, zonder verder een woord te zeggen, zette hij zijn handtekening onder de uitspraak.Hij dreef veel medewerkers tot wanhoop door telkens te vragen of het wel echt om een inrichting ging. Een inrichting is een bedrijf volgens de Wet milieubeheer. Ik kreeg bijna het idee dat hij telkens vroeg “Is dit wel echt god ?” Ook kwam hij vaak via rare kronkels tot een uitspraak. Typische man.

Ik vertrok bij de Raad van State en werd aangenomen bij de producentenbond als juridisch medewerkster van directeur Felix de Winter, die zich vooral bezig hield met de geldzaken van de producenten, daar had hij veel verstand van. Met mijn man Wim had ik inmiddels twee kinderen, vaak dacht ik: nog 10 jaar en dan zijn ze het huis uit, heerlijk. En ik voelde mij eerst verbonden met Wim, maar daarna te gebonden door Wim.

Mijn naakte zoontje David van 7 zei tegen zijn naakte knappe broertje van 5 met zijn lekkere zachte huid terwijl ik erbij stond:“Stijn kom je bovenop mij liggen, want dat mag niet.”

Maar er begon iets te knagen. Felix was met mij aan het flirten en hij had zwart haar, bruin-zwarte ogen, zwarte pakken, witte overhemden, zwarte stropdas, prachtige zwarte church schoenen en een chique onderkin. Hij deed een beetje denken aan een maffia baas en dan al dat geld beheren van al die producenten, daar keek ik met grote ogen naar want ik had zelfs geen zin om een belastingformulier in te vullen, dat deed Wim altijd voor me.
Hij had macht en ik hield van hem, Felix, Felix, Felix spookte door mijn hoofd of eigenlijk meer de beelden tijdens het samenwerken. Elke nacht dacht ik er meer en meer aan. Felix betekent geluk. En hij ging op zakenreizen en dan miste ik hem, die krachtige zakelijkheid en een duidelijk doel. Het verscheurde me.

Het was alsof mijn hart als een lek bootje op een inktzwarte zee dobberde. Er slaan steeds meer golven over het bootje heen. Continu dreigt het bootje te zinken en jij kunt niet zwemmen, dat gevoel, mijlen weg zijn terwijl je met je ex-geliefde Wim in de woonkamer zit. Er knaagde iets van binnen. Vroeger dacht ik, een hart breken, wat zou het, maar nu had ik het gevoel dat als ik het hart van Wim zou breken dat ik dan ook het mijne zou breken…daarnaast was er iets anders onbestemds aan het knagen..het nieuwe….een andere horizon…en iets duisters omdat ik geen zekerheid kreeg. Felix stelde me voor om mee te gaan op zakenreis naar Brussel…het was goed raak. Logisch, eerst voelde ik een romantische liefde voor die machtige vaderfiguur en toen hij vertelde dat bij de stemwijzer LPF bij hem op 1 stond, toen verloor ik mijn hoofd. Eerst was ik van afschuw vervuld, maar vervolgens merkte ik dat afstoten en aantrekken dicht bij elkaar kunnen liggen. `Die moet ik hebben`, dacht ik die nacht hijgerig en geil.
Daarnaast had die hele producentenbond iets duisters, alsof de organisatie door geld werd gedreven, dat was de olie en het smeermiddel. Passie kreeg ik daarvoor: de directeur. Hij houdt zich bezig met geld, geld, geld. Is geld de wortel van alle kwaad ? Volgens mij wel. In darkness let me dwell. Laat mij in het duister dolen. Ook sprak mijn directeur met de hele wereld, nu ja, heel Nederland en ik vond het prachtig om zo in die omgeving opgenomen te worden. Ik wilde niets liever dan één van hen worden. Ook was Felix erg slim, hij werd een beetje een hork gevonden door zijn omgeving en dus nam hij een nieuwe public relations directrice aan uit het bedrijfsleven.

De directrice, Kletske den Ouden was zo anders en nieuw, sprankelend, oorspronkelijk. Ik ben latent lesbisch. Maar jaloers was ik ook op haar succes, net zoals mijn Felix. Jan Laurus Pimphorst, de minister van Economische Zaken, wilde haar ook. Al met al was het een spannende tijd in een spannende omgeving.
Die Kletske den Ouden was apart en anders, één van haar eerste opmerkingen tegen mij was:“Ik ben een kijker, ik bekijk mensen overal.” Ik voelde me knap ongemakkelijk, want ik kreeg het idee dat ze recht door mij heen keek. Ze zei namelijk ook nadrukkelijk “ik ga voor de inhoud en niet zozeer voor de publiciteit” en daarbij keek ze me strak aan.
Toen ze hoorde dat ik van de rijksoverheid kwam, zei ze: “Zorg er altijd voor zo ver mogelijk bij de ministeries vandaan te blijven. Dat zijn poelen met stilstaand water. De ambtelijke deugden verdragen zich nou eenmaal niet met ketterij, maar ketterij is een noodzaak. Zonder ketterij is er geen ontwikkeling. En denk eraan, iets dergelijks geldt ook voor de politiek. Om politicus te worden moet men intelligent zijn, maar wie intelligent is wordt geen politicus.”
En een maand later zei ze: “het verschil tussen links en rechts is het verschil tussen twee groepen bedriegers, waarvan er een aan de macht is. De andere is zelfs dat niet”. Inmiddels was ik overgeplaatst naar haar afdeling en na de zoveelste vergadering van de bondsraad vertrouwde ze me toe: “he, he, ernstige vergaderingen waren dat, maar soms werd er ook hartelijk gelachen.”

Daar kwamen de heertjes aanzetten, Jan Laurus en Maxime in hun C6 citroen met chauffeur, het VNO-NCW en de hotemetoten van het bedrijfsleven. Eerst was ik onder de indruk. Toen moest ik voor het gezelschap een presentatie houden en daarbij sprak ik over klantenbevrediging en klantenbinding. Er klonk instemmend gegrom en gelach; ik ben boos weggelopen. Al die zelfgenoegzame 55+ heertjes met hun bruine tanden en slechte adem van de sigaartjes aan hun hoofd met hun geld.

Het leek wel alsof door Kletske mijn relatie met Felix intensiever werd. Naar Sevilla, naar Rome, Berlijn... Toch knaagde er ook ergens een midleven gevoel, een zwarte hand bleef zich om mijn hart sluiten. Het was de ontrouw naar Wim en de verleiding van macht en geld.

“In het weekeinde komen mijn ouder langs, gezellig !”, zei Wim.
“Jouw gezelligheid is de mijne niet”, beet ik hem toe, die tuttige schoonouders waar nooit een onvertogen woord viel en alles maar braaf en ordentelijk moest verlopen. Weer was Wim zwijgzaam, maar ik wist dat ik hem nu wel geraakt had. Na de zoveelste lichte woordenwisseling heb ik het hem verteld: “ik wil in een eigen appartement gaan wonen, ik vind het niet leuk meer in dit huis.” Wim reageerde gebroken, ik zag zijn ogen breken en vervolgens lag hij een week gelig en ziek op bed. Vooral zijn zwijgzaamheid heeft mij in die periode diep geraakt, maar ik werd er ook kwaad van. Misschien verhult die zwijgzaamheid ook leegte en onvermogen….of niet uit te spreken pijn. Mijn zoontjes keken me verwijtend aan, maar ik voelde me niet echt ziek. Toch spookte het in die periode wel in mijn hoofd, lotverdomme, lotverdomme, lotverdomme, mijn zoontjes geen warm gezin kunnen bieden. Anderzijds kom ik zelf ook uit een gescheiden gezin en dat was best ok, aan dat zelfmedelijden en die tranen heb ik geen boodschap. Maar met die ziekte en het zwijgen van Wim had ik het wel even te kwaad. Nu weet ik dat Wim eigenlijk te bang en te laf is om een relatie te beginnen en dat ik degene ben geweest die de relatie is begonnen en ook zal beëindigen. Stoer ? Laf ? Het is nu eenmaal zo. Mensen redetwisten, de natuur handelt.

Wim schreef suffe verhaaltjes als redacteur voor een blad, hij had ook genoeg gekregen van de oubollige en ouderwetse taal van de Raad van State. En hij had ook wel erg vaak zichtbaar speeksel in zijn mond, die speekseldraad is de echte reden dat ik weg wilde. Al die liefde voor het nieuwe en weerzin tegen het oude, de behoudzucht. Des avonds er toch weer gewoon naast gaan liggen “welterusten” en oordopjes in. En ik moest maar door, naast die dode pier, er sterft een deel van je. Maar je gevoel, waar moet het heen ? Je bent zo alleen.
Ondanks het afstoten en aantrekken wilde ik meer van Felix. Ik had al een aantal malen zijn telefoon laten overgaan tegen 23.00 uur des avonds, maar nu wilde ik hem echt eens spreken, na de laatste vakantie in Sicilië had ik al een poosje niets meer gehoord. Mijn 06-nummer was de onverschillige hork kwijtgeraakt, zo’n type was het wel.

“Met de Winter”
“Hoi, met Manna, ik ben alleen vanavond en je had beloofd dat we nog eens in Den Haag zouden gaan dansen !” (oei, dat klonk te spontaan en te enthousiast, play hard to get)
Enige stilte: “Ehm ja, goedenavond, het schikt mij niet.”
“Maar, maar, ik zit hier altijd maar alleen, een andere keer dan ?”
“Ja, dat is goed, prettige avond.”

In mijn bed voelde ik mij wat eenzaam, die nacht, maar hij was toch niet geheel afwijzend ? Zijn vrouw, daar had hij niets meer mee, dat had hij zo vaak verteld. Ik meen er goed aan gedaan te hebben om een en ander onder uw aandacht te brengen. Ik houd er niet van om mij met de zaken van anderen te bemoeien, maar nu is enige solidariteit op zijn plaats. Mijn opvatting is dat eenieder wijs genoeg is om zijn of haar vrijheid tot aan bepaalde grenzen te benutten. Het zijn anderen die de plicht hebben hem of haar hierbij niet te laten ontsporen. Hopende dat u hiermee naar tevredenheid bent ingelicht, mevrouw Rita de Winter, zult u het mij niet kwalijk nemen, dat ik u hierbij op de hoogte stel dat uw echtgenoot mij op 30 oktober het volgende mailtje gestuurd heeft:

Verzonden: 29 oktober 2006, ma 23.13

Manna,

Na gisteravond heb ik nog eens nagedacht. Het spijt me, maar ik heb gemerkt dat ik me er niet meer prettig bij voel dat jij meer voor mij voelt -en dat ook laat blijken- dan ik voor jou voel.Wat mij betreft maken we dus geen afspraken meer.

Groeten, Felix

No comments: