Monday, May 21, 2007

Maarten 't Hart: De gesel der mensheid

Een (groot) geloof helpt, steunt, troost. Wie ben ik om daaraan te willen tornen ? Maar wie zijn zij om mij dat aan alle geweld te willen opdringen ? Elke geloofsgemeenschap (christelijk, fascistisch, communistisch, liberaal, politieke partij, werk) is vanwege haar onvoorwaardelijke waarheidspretentie uiterst onverdraagzaam jegens andere overtuigingen.

Irak, Afghanistan, totaal gesluierde vrouwen, fundamentalisme bij de sgp. Het hindoeïstische India en het mohammedaanse Pakistan beschikken over atoombommen, waarmee ze het liefste elkaar van de kaart vegen. Moslimfundamentalisten en het wtc en oorlogszuchtige israelieten.

Zouden we het verleden erbij halen, dan wordt deze opsomming bladzijden lang. Kruistochten, brandstapels, inquisitie, conquistadores (60 miljoen mensen vermoord !), antisemitisme, heksenjacht, vrouwenonderdrukking, slavenonderdrukking, mensenonderdrukking. Meedogenloze vervolging van de marcionieten, waldenzen, albigenzen, hussieten, hugenoten. Ook zonder die opsomming is evenwel allang duidelijk dat geloof één van de grootste gesels van de mensheid is. Misschien dat alleen oorlog en ziekte godsdienst naar de kroon steken, maar daarbij dient te worden aangetekend dat in het verleden (en nu) vele oorlogen godsdienstoorlogen waren.

Godsdienst is een verschrikkelijk verschijnsel. Toen ik nog maandelijks mijn column over de bijbel in NRC handelsblad schreef, werd mij, overal waar ik lezingen hield of signeerde, gesmeekt om op te houden met de serie. Als ik dan zei “Maar u kunt ze toch overslaan”, kwamen de tranen. “Nee, maar mijn kinderen lezen ze, en ik ben zo bang….ik ben zo bang…ach, stel je voor dat ze van het geloof zouden afraken.” Uiteindelijk ben ik gezwicht en heb ik de serie gestaakt.

Mij is duidelijk geworden dat gelovigen niet naar voorlichting, uitleg, niet naar relativering van (bijbel)verhalen, niet naar informatie over de wordingsgeschiedenis van het christendo(e)m verlangen. Ze willen hoe dan ook blijven geloven. Ze zijn bereid om de kop zo diep mogelijk in het zand te steken teneinde dat te bereiken. Maar een ander verlangen is sterker. Over hun eigen geloof zijn ze nauwelijks bezorgd, dat heeft zich inmiddels als een onuitroeibare tumor in hun hersenen genesteld, die Onwrikbare Zekerheid (het is in feite geen geloof, want geloof veronderstelt twijfel) zal niemand hun ontnemen. Waar ze bezorgd over zijn, is het geloof van hun nageslacht.

Het nieuwe grote verdriet van Nederland zijn de gelovigen van wie de kinderen de kerk hebben verlaten. Vraag aan oude mensen waarom ze continu snikken, dan kan het antwoord zijn “omdat al mijn kinderen zijn afgevallen, ze gaan naar de hel”. Mijn tante formuleerde het lapidair: “Ben je straks in de hemel, zijn je kinderen er niet, heb je daar geen leven.”
Af en toe word ik opgelucht wakker na een boze droom waarin ik in de kerk zit en een preek moet aanhoren in de blijde wetenschap dat ik aan deze bizarre apekool geen boodschap meer heb. In preken wordt dan minzaam beweerd dat je bijbelverhalen niet letterlijk, maar symbolisch moet opvatten. In gewoon Nederlands komt hun boodschap erop neer dat God ons aangaande zijn bedoelingen onderwijst met lullige sprookjes over lispelende slangen, sprekende ezels en drijvende bijlen.
Komt toch allen die vermoeid en belast zijn met deze beuzelpraatjes. Werp het allemaal met soevereine minachting voor dominees, priesters, (politici, (top)managers ea) van u af. Ervaar hoe het is om uiteindelijk, bevrijd van getob en twijfel, met hersenen waaruit alle ziekelijke overtuigingen weggeblazen zijn opgelucht als nooit tevoren, rustig en weloverwogen te kunnen zeggen: “god bestaat niet.”

No comments: