Friday, January 26, 2007

Martin Hart: Eeuwigheid

De lucht is nu af en toe glashelder. Je ziet ’s nachts alles. De grote W van Cassiopeia, de Grote Beer, Orion, Voerman, de Plejaden. De Andromedanevel kon ik met het blote oog niet vinden. Met de kijker wel. Als je het vlekje aanschouwt, kijk je 2,2 miljoen jaar terug in de tijd ! Wat weten we eigenlijk weinig van het heelal.

Sinds Hubble geloven veel astronomen dat het heelal uitdijt, en dat er aan het begin een oerknal is geweest. Hawking: “In 1929 deed Edwin Hubble de baanbrekende observatie dat veraf staande sterrenstelsels, in welke richting we ook kijken, allemaal zeer snel van ons af bewegen.” Wat is dat misleidend en onjuist ! Het enige wat in de jaren twintig geconstateerd werd is dat de lichtspectra van sterren in andere stelsels naar het rode uiteinde verschoven waren. Daaruit wordt de conclusie getrokken dat sprake is van een dopplereffect. En daaruit zou dan weer de conclusie volgen dat die sterrenstelsels van ons af bewegen. De bewijsvoering is magertjes. Daarom kan ik mij goed voorstellen dat er astronomen zijn zoals Fred Hoyle die niet in de oerknal geloven. Mensen hebben zo’n behoefte aan houvast en zekerheid van een begin en een einde. Laat dat begin of einde er nou eens gewoon niet zijn. Want als die “oerknal” er was, dan moet die toch ook in een ruimte hebben plaatsgevonden. Want om de ongelijke verdeling van materie in het heelal te verklaren heb je –als je de big bang theorie aanhangt- ook nog de inflatiehypothese van Alan Guth nodig. Prachtige hypothese, maar toch niet meer dan een hypothese. Als je de onmetelijkheid van het heelal realiseert, dan moet je geloof in die ene god toch aan het wankelen worden gebracht.

No comments: