Sunday, September 19, 2010

Ondergang


Frits en Kee

Zij heette Kee. Hij schreef zich Frits.
Zij zag wat scheel. Hij liep mank.
Een englenpaar. Maar zij erg bits,
En hij verschriklijk aan de drank.

Zo woonden ze in een lekke schuit,
Als twee marmotjes in hun hol.
Geregeld schold zij hem de huid
En dronk hij zich met bitter vol.

De tijd vliegt snel, vooral wanneer
De liefde 's levens zuur verzoet.
Hun koopren bruiloft kwam dus, eer
Het minnend paar het had vermoed.

In zijn verrassing leegde hij
Reeds 's morgens vroeg zijn tweede fles;
En van weeromstuit raasde zij
In ééns wel voor een week of zes.

Doch ziet! - Terwijl de teedre bruid
Haar eedle bruidegom en heer
Nog streelde, zonk opeens de schuit
Tot op de boom der stadsgracht neer.

Het water stroomde 't roefje in
En vulde in nog geen ommezien
Frits' lege fles, zijn gemalin
En ook hemzelve bovendien.

Toen taald' hij naar geen drinken meer,
En Keetje hield voorgoed de mond.
Dat was voor de allereerste keer
In hun gelukkig echtverbond.




Het hurlied

Amanda, je jaren,
Je grijzende haren,
Je vingers als scharen
Deren mij geen zier,
Want slechts in jouw armen
Kan men zich zó warmen,
Een hoorn in je darmen
En geil als een stier.

De paarsrode randen
Om je ogen, je tanden
Zo zwart als je schande
Van hoer lang-verrot,
‘t Is niets, want je prammen,
Je tepels als krammen,
Je dijen als hammen
Zijn ‘t hoogste genot.

Zolang je kunt graaien
Naar ballen, doen laaien
De lullen, en draaien
Ze glad in je hel,
Zolang zal je blijven
Het Wijf van de wijven
Die wrijven de stijven
Tot lappen rauw vel.

De gretige lippen
Die niets laten glippen,
De sliertende slippen
Van je kale trut,
Hebbe’ op alle wijzen
De wortels, radijzen,
Komkommers, saucijzen,
Geslikt en beschut.

Maar wat mij doet branden
En valle’ in je handen,
Ten spijt van Yolande
Zo blank en zo blond,
Het zijn je twee billen
Die persen en drillen
Als mijn pijl mag trillen
In ‘t gat van je kont!






Godver, ik had Pascale, sterrebeeld maagd, nooit moeten loslaten toen ik 22 jaar was, roze badpak, roze lippenstift, roze nagellak, knap, zacht en lief uit Bierges, ten zuiden van Brussel. Alsof zij voor mij gemaakt was, zo goed paste mijn lijf nog nooit in een ander.

 Er zat ook een wonderwarrige duivelse blik in haar jarige ogen, van 'ik heb al een vage vriend en wat overkomt me nu' ? Ze vergat haar scooter bij het station van la hulpe en ze botste opeens overal tegenaan...wat was ik opeens zelfverzekerd macho. Tijdelijk, al te tijdelijk....na de affaire een week of drie wat sombertjesmans en ik denk blijkbaar nog steeds aan haar.  



No comments: