Friday, April 6, 2007

Hermans' Rouwvoet

Nooduitgang

Zo reed de jonge minister Andre Rouwvoet, tevens professor in de bijbelse godgeleerdheid en gristelijke zedenkunde, regelmatig naar Den Haag, om met andere intuelen te overleggen welke houding men ten opzichte van homosexuelen, vrouwen, dubbele nationaliteit, Zuid-Afrika en apartheid diende aan te nemen. Ernstige vergaderingen waren dat, maar soms werd er ook hartelijk gelachen.

De bekroning van een welbestede dag was het voor ons aller Andre om ‘s avond laat zonder chauffeur terug te rijden naar de bible belt. De wegen waren dan leeg en zonder vaart te minderen kon hij doorrijden met een snelheid van honderdtwintig kilometer per uur.

Na een afslag richting een andere snelweg zag hij opeens in het licht van de maan iets zwarts op het wegdek; een man lag er dwars overheen. De schoft die hem aangereden heeft is ervandoor gegaan, dacht Andre, en hij liep naar het lichaam toe. Een donkerbruine jongeman met zwart kroeshaar. Rouwvoet schudde even aan zijn schouder.
De man sloeg zijn ogen op en vroeg dreigend: “Waar bemoei jij je mee ? Kun je me niet met rust laten ?” Hij gaf Andre een stomp in zijn maag en een draai om zijn oren. Andre zag suizebollend hoe de man zich in de lucht verhief, hij meende zelfs even witte zwanevleugels gezien te hebben en vervolgens loste de man letterlijk op in de lucht.
Nog voor hij Veenendaal, dat onooglijke gehucht, had bereikt, zag hij een blauw zwaailicht in zijn achteruitkijkspiegel.
“Uw rijbewijs !”, sprak een gezet autoritair politiemannetje, zo'n bonnenschrijver.

Dat klonk als “Ausweis !” vond Andre…met welk recht mochten die weinig ontwikkelde agentjes hem eigenlijk om zijn papieren vragen, vroeg Andre zich af. Hoe komen ze aan die bevoegdheid, ik vraag hun toch ook niet snauwend om hun papieren ? Dat zal ik in Den Haag eens aan de orde stellen, zo mijmerde hij.
“U bent wel brutaal, iemand aanrijden en hem een pak slaag geven !”, zei de agent.
“Maar agent…”
“Niets mee te maken, u staat in ons systeem, hier zult u meer van horen !’
Zonder zijn vrouw Tineke, geboren Huizinga, wakker te maken kroop hij naast haar in bed en hij vertelde niets.

Tineke, een kruidige en sappige boerendeerne met gezonde bolle wangen van Hollands’ welvaren had de gewoonte om vrijdagochtend een bezoek te brengen aan een groot warenhuis, na een half uur langer in bed te zijn gebleven en een bad te hebben genomen in plaats van een douche. In tegenstelling tot de gepredikte soberheid liet zij zich enige luxe goed smaken.

Vrijdag 14 april 2007 werd zij in het warenhuis aangesproken door een donkerbruine jongeman in een enigszins vaal zwart pak.
“Ik ben van de Inspectie,” zei hij, “wilt u onopvallend met mij meelopen ? Ik heb waargenomen dat u zich dingen heeft toegeĆ«igend zonder te betalen.”
“Maar meneer, u bent niet goed wijs !”
“U kunt bij de directie alles uitleggen. Meekomen !”
Ze voelde zijn hand. Zijn autoriteit galmde in dat "meekomen" en dus liep zij mee. Ze liepen naar een volledig duister kamertje, via een deur waarboven NOODUITGANG stond. Er waren minstens twee mannen die haar vasthielden, haar rokken opschortten, haar blanke dijen betastten. Zij schopte woedend terug, ondanks angst en opwinding. Het sexleven met Rouwvoet was matig geworden, herhaling verzwakt de roerselen.
Ze wist te ontsnappen en vroeg woedend aan een verkoopster om haar naar de chef te brengen. Zij vertelde hem wat er gebeurd was.
“Maar mevrouw, dat is onmogelijk !”
De chef troonde haar mee naar de plaats waar een en ander gebeurd zou zijn, de locus delicti. Tineke kon de deur met het bordje “NOODUITGANG” niet meer vinden of aanwijzen.
“Ik voel mij niet goed”, stamelde zij, “neemt u mij niet kwalijk.” Zij rende via de roltrappen het warenhuis uit. Gelukkig zou Andre pas ’s nachts uit Den Haag terugkomen. In de ochtend zou zij hem niet meer hoeven vertellen over deze nare geschiedenis.

In het weekeinde debatteerden enige mannenbroeders ten huize van Rouwvoet over de verschillen.
“Ach, zo’n ritueel als clitoridectomie.”
“Wat is dat ?’ vroeg Tineke.
“Vrouwenbesnijdenis,” fluisterde Andre.
“Met een glasscherf of een roestig gilettemesje snijden ze de clitoris af en de kleine schaamlippen. Honderden meisjes bloeden daarbij dood. De grote schaamlippen worden aan elkaar genaaid met cactusstekels en daardoor groeien ze aan elkaar vast, er blijft een klein gaatje over.”
“Maar waarom doen die mensen dat ?” vroeg Tineke, haast in paniek.
“Om de kuisheid te bevorderen.”
“Afschuwelijk. Traumatiserend”, stamelde Tineke.
“Het is in onze ogen afschuwelijk, maar die meisjes en vrouwen willen dat voor hun vader opdat zij uitgehuwelijkt kunnen worden en hij een goede bruidsprijs kan krijgen. De mannen hebben het daar voor het zeggen. Niets geeft ons het recht te denken dat onze eigen zeden beter zijn.”
“Blanke mannen kloppen zich continu op de borst, maar nog maar 100 jaar geleden werden er nog heksen verbrand in Europa en hadden vrouwen geen stemrecht”, stelde Andre.
“Maar voor die meisjes en vrouwen is het toch vreselijk ?”
“Welnee, ze weten niet beter en vergis je niet, clotoridectomie komt voor onder kopten, christenen, protestanten, islamieten en katholieken evengoed. De paus heeft het al eeuwen geleden toegestaan. De protestanten bleven het verbieden en daardoor hebben ze minder volgelingen in Afrika.”
“Maar, dat is toch afschuwelijk, vrouwen verstoken van…een essentieel deel van de liefde”, stamelde Tineke.

Twee weken later reed Rouwvoet opnieuw van Den Haag richting Veluwe. Voor de donder, daar zag hij een man in het licht van zijn koplampen op het wegdek liggen ! Andre tikte hem even aan en het was dezelfde jongeman.
“Jij weer ! Kun je me dan godverdomme nooit met rust laten !”
“De weg is om op te rijden en niet om op te liggen, vriend”, sprak Andre bedaard.
“O ja, dat zullen we zien !” zei de man en hij begon tegen de auto van Andre te schoppen, een zwarte Citroen Picasso. Daarbij veroorzaakte hij de nodige deuken en blikschade. Opeens rende hij weg en weer steeg hij miraculeus op.
Andre werd wederom lastig gevallen door de politie inzake het incident, waarbij hij beschuldigend werd toegesproken. Toen hij zijn auto aan de politie liet zien was er geen krasje of deukje meer te zien.
Tineke liep die vrijdagochtend in het warenhuis rond. Er waren plotseling twee gekleurde mannen die hun handen op haar blote armen legden. Enerzijds opwindend, die chocolade handen op haar roomkleurige lelieblanke mollige armen, anderzijds voelde zij zich bedreigd en dacht ze aan een gilette mesje. Ze zette het op een gillen, maar net zo plotseling als de mannen er waren, zo waren ze er niet. Ze kocht maar snel een hoedje. Zo’n soort hoedje waarin Andre nog niet zou willen schijten.

Twee weken later zag Rouwvoet weer een man liggen. Dacht hij: twee keer heb ik de politie gezien en heeft hij mij fantoomschade toegebracht, ik zal hem krijgen. Of dacht hij: het is toch maar een spook, ik kan er net zo goed overheen rijden ? Hij remde niet, maar op het laatste moment week hij scherp naar links uit en schoot rakelings langs het hoofd van de man. In zijn achteruitkijkspiegel zag hij niets.
De agenten rukten even later zijn autodeur open en sleurden hem achter het stuur vandaan.
“Iemand aanrijden en hem smeren !”
“Ik heb niemand aangereden.”
“U niet ? Wie dan wel ?”
De agent streek met zijn vinger langs de bumper en hield deze onder de neus van Andre: gele hersensubstantie met bloed.

Tineke liep door het warenhuis en bedacht zich dat ze telkens op vrijdag gedonder kreeg op deze plek. Snel spoedde zij door de hoedjesafdeling naar de uitgang.
Opeens greep een gekleurde chef haar arm: “U wilt deze zaak verlaten zonder voor uw hoedje te betalen ?”
“U bent niet wijs”, stamelde Tineke, “deze hoed heb ik hier twee weken geleden gekocht, gekocht en betaald.”
“Pardon mevrouw, komt u maar mee naar de directiekamer”, zijn hand bleef op haar arm liggen. Van volgen was geen sprake, Tineke werd bestuurd en gedirigeerd, haast gehypnotiseerd volgde zij de knappe gekleurde man. Gillen zou geen zin hebben, dit was de chef en de politie zou haar wellicht ook niet helpen. Had zij de aankoopbon nog van de hoed ? Nee, wie bewaart er zijn bonnen nu ? En de aankoop indertijd was in zo’n haast gebeurd, omdat ze zich toen bedreigd voelde.
Zo denkend liep zij mee met de chef. Ze liepen door een deur met een bordje NOODUITGANG. Zij sperde haar mond open en dicht van angst, maar voor zij een kreet kon slaken, had de chef haar naar binnen geduwd, naar het donker dat erachter lag. Het donker waar talrijke handen haar oppakten en waar zij werd vastgeklonken in boeien. Haar hoofd en handen zaten vast en zij kon niets meer zien, alleen maar zuchten en angstig voor zich uit kijken. Ze had speciaal vandaag veel blauwe oogschaduw opgedaan en haar volle lippen flink roze gestift. Haar kleren werden haar van het lijf gerukt. Overal die lekkere zachte handen over haar lijf. Toen hoorde zij gezoem als van een elektrisch scheerapparaat en daarna voelde zij koud metaal op haar buik. Het apparaat werd op haar onderbuik heen en weer geschoven. Zij probeerde zich tevergeefs enigszins los te worstelen, maar ze was machteloos.
Een hele poos later kwam zij weer vrij. Haar kleren waren haar soepel aangetrokken en een en ander voelde als een zachte droom. Geen enkel geluid, geen ademen, geen zachte handen, geen voetstappen, geen volle lippen, geen gefluister, geen ...... meer. Volledige stilte. Zij repte zich naar de uitgang. Thuis kleedde zij zich uit. Haar broekje was ze kwijtgeraakt. Zo’n aardig goud glimmend broekje waarvan Andre altijd opgewonden raakte.
Van onder de douche kon zij zichzelf in een spiegel zien. Haar donsje, haar toefje, haar pluimpje, haar kuifje –weg was het ! Zo mal. Ze bekeek haar lijfje en kalmeerde. Ze voelde zelfs een aandrang om te glimlachen. Tineke had een mollig, maar toch stevig buikje en pikante billen, mooie roomzachte ronde billen.
Zoals zij er nu uitzag, vond ze niet dat zij erop achteruitgegaan was. De geheimzinnige wezens hadden hun werkje met de grootste zorgvuldigheid verricht. Eigenlijk begreep ze niet hoe ze het in het donker zo grondig en nauwkeurig hadden kunnen klaarspelen. Raadselachtig. Dit alles. Ze vond dat ze enigszins op een engeltje leek, zo poezelig en glad als op een antiek schilderij. Alleen herinnerde zij zich niet ooit een bloot engeltje van het vrouwelijke geslacht uitgeschilderd te hebben gezien. Wasx dit niet opmerkelijk en misschien veelbetekenend ? Aan vrouwelijke blote engeltjes had geen schilder zich ooit gewaagd, voor zover ze wist.
Het grootste vraagstuk was nu natuurlijk: hoe moest zij deze toestand verklaren als Andre vannacht thuiskwam ? Zich slapende houden kon niet langer baat geven tot de volgende ochtend.
Onder het aankleden verzon zij smoesjes. Misschien kon ze het beste zeggen dat ze het zelf gedaan had, dat ze eens wilde weten wat voor gezicht dat zou zijn. In een speelse bui was geweest. Toch kon zij die nacht niet in slaap komen. Waar bleef Andre ? Misschien een lekke band ?
Pas tegen vijf uur in de ochtend werd zij opgebeld door de politie.

Andre, die in arrest genomen was, vertelde haar dat hij een man had aangereden, dit niet gemerkt had en doorgereden was. De politie had een bloedproef genomen en het percentage alcohol in zijn bloed was te hoog geweest. Hij had toegegeven met Piet Hein Dommer iets gedronken te hebben, maar zijn bewering dat hij ook na zes borrels nog heel goed rijden kon, had hij beter voor zich kunnen houden, had zijn advocaat opgemerkt. Hij moest in arrest blijven. Naderhand werd hij ook tot gevangenisstraf veroordeeld.
Toen hij vrijkwam was er van Tineke’s engelachtigheid geen spoor meer overgebleven. Het leek haar zinloos er alsnog met Andre over te praten. Om soortgelijke redenen liet Andre haar in de waan dat hij echt teveel gedronken had. Over de ware toedracht en wat daaraan voorafgegaan was, zou ook hij zijn mond houden tot zijn laatste snik.

No comments: