Monday, April 9, 2007

Moederfiguur of vaderfiguur

There's nothing you can sing, that has not yet been sung. It's easy, all you need is love.

That night he dreamed of a ship on the sea,
it would carry his father and me
to a place they would never be found.
A newcastle ship without coals,
They would sail to the island of souls.

Hop Marjanneke, stroop in het kanneke
laat de poppetjes dansen
eertijds was de Pruis in het land en nu die kale Fransen.


In 2006 zag ik in de volkskrant staan "Voor hem heeft deze vaderfiguur (: god)...."

Dat maakte indruk.

In 1993 schreef Martin Koomen in "Meneer Portland, neem ik aan":

“Elk land”, herhaalde ik, mijn stem verheffend, “krijgt de regering die het verdient.”
“Hier niet, hoor. Een land krijgt een regering die erààn verdient.”

En aan het slot:

"Misschien niet helemaal ten onrechte. Ik wilde als het ware absolutie van iemand tegen wie ik kan opkijken, voor datgene wat ik had gedaan (moord op een dictator, red.) ."
Enigszins besmuikt, half binnesmonds, waren deze woorden prijsgegeven, maar toen Portland verder sprak, was zijn toon even vast en zelfverzekerd als altijd.
“Kijk eens, Fokkema, de behoefte aan een vaderfiguur, waarvan bijvoorbeeld zo’n meisje Laura blijk gaf, die wortelt diep in de menselijke psyche, wist je dat ? Het is de bron van alle godsdienst. En trouwens ook van het succes van de dictators, waar we het net over hadden.”

Ik weet niet precies wat me bezielde. Misschien was het verbijstering over Portlands bekentenis dat hij de bijval van iemand anders nodig had gehad die hem, in ieder geval voor de duur van een paar seconden, gewoner en “menselijker” had gemaakt. Of anders kwam het doordat voor mijn geestesoog in een flits het beeld was verschenen van mijn eigen vader, die al vijf jaren daarvoor was overleden. In ieder geval ontviel mij ook zomaar ineens een bekentenis, gedaan in hakkelende bewoordingen.

"Weet je, ik heb weleens gedacht dat ikzelf ook…ik bedoel, ten opzichte van jou…nou ja, enfin."

Een kort moment heerste er tussen ons een ongemakkelijke stilte. Toch meende ik lichtjes in de blauwe ogen te zien dansen, toen zij onverhoeds haar stoel achteruitschoof en oprees.
“Op die fiets, niet teveel praten, we moeten nog ver. Zullen we maar ?”

No comments: