Wednesday, June 23, 2010

Al mijn hartebloemen worden ijsbloemen



Wat nou zo aardig is, hermans verkondigt in bijna elk interview dat het leven zinloos is, dat de mens zinloos is, dat de man zinloos is, dat de vrouw zinloos is, dat sex zinloos is, dat de aarde zinloos is, dat het heelal zinloos is. Dat ben ik geheel met hem eens, maar daardoor krijgt het haast weer zin, je leven krijgt zin door te pas en te onpas te verkondigen dat het zinloos is. Dat zijn nu van die ironische paradoxen that I like.

Geplaatst door: Mano Nero | 29 juni 2011 om 11:12

Jaja, dan wordt er weer veel gepraat en bijna niets gezegd in cafe "in den alten zwetser".

Geplaatst door: Mano Bianco | 29 juni 2011 om 11:13

Someone took pity on the youth

Geplaatst door: Sting | 29 juni 2011 om 11:15

Me nooit meer een verslagen post coitum verschrijver te voelen, moet hemelhels zijn.

Geplaatst door: Mano de Verschrijver | 29 juni 2011 om 11:16

Ik wil af en toe ook sombere buien hebben, die horen er blijkbaar bij en ik kan niet tegen die immer optimistische vrolijke blije eikels of klitten, dat zijn leeghoofden.

Geplaatst door: Mano de Verschrijver | 29 juni 2011 om 11:16

So ? De wereld zou veel vrediger zijn als we wat meer op elkaar zouden passen en wat minder op elkaar zouden letten.

Geplaatst door: Ingrid van Henk (Gekke) | 29 juni 2011 om 11:17

Sex differences are here to stay. Woman is the nigger of the earth.

Geplaatst door: Mano van Birgit | 29 juni 2011 om 11:18

Waar ik nou de koude rillingen van krijg, ik keek gisteren toevallig naar het slot van nip/tuck, waar ik normaal niet naar kijk, en toen stak zo'n oud grijs wijf de dokter viermaal neer, ja, ik weet dat het niet echt is, het is maar film of tv, daar griezel ik toch wel enorm van, hoor, niets voor mij, dat soort levensechte beelden...en ik voelde dat er iets engs aan zat te komen).

Geplaatst door: P. Retender | 29 juni 2011 om 11:19

O yes, I'm the great pretender, pretending sometimes I'm yours

Geplaatst door: P. Aerdenfluisteraar | 29 juni 2011 om 11:20

Moet er niet aan denken, met 1 dame heb ik het amper 14 jaar volgehouden (hoewel... voornamelijk goede herinneringen, maar niet het laatste anderhalf jaar), 1 kan dus al zwaar zijn (meestal was het eigenlijk wel plezierig), 4 lijkt me helemaal de hel op aarde, dan word je binnen twee weken groen uitgeslagen uit huis weggedragen net zoals clint eastwood overkwam in die film waarbij hij vluchtte naar een vrouwenhuis, dat liep slecht af voor Clint.

Geplaatst door: Clint Oosterbos | 29 juni 2011 om 11:21

It's crucial to have an active fantasy life.

Geplaatst door: S.Olo & S.Ole | 29 juni 2011 om 11:21

Pochaap. Malloot. Praatjesmaker. Zwamneus. Nothingness. Zwatelaar. Leuteraar. Schaamteloos leeghoofd. 1 keer ergens echt voor gaan, ho maar, fantasieknar, weet je hoe we dat noemen, mensen die in een klein droomwereldje zitten, een, een, een fantast ! Zo is het maar net. Iets leuks. Vrolijkheid, niet die verslagenheid....sodemieters, als de dood geen zin heeft dan maakt die maar zin.

Geplaatst door: D. Evil and D. Eepblueseabehindme | 29 juni 2011 om 11:22

Enne, enne, ik ben alleen nog maar verlief geweest op eggie mensen, die je kunt ruiken, horen, proeven, voelen, van de tv of foto of krant kun je echnie verlief raake, echnie, hoor.

Geplaatst door: Muts | 29 juni 2011 om 11:22

Het is een groot geschenk voor kinderen als je zelf gelukkig bent.

Geplaatst door: God Verdomme | 29 juni 2011 om 11:23

Streef nergens naar alles ontvouwt zich vanzelf.

Geplaatst door: So de Mieterop | 29 juni 2011 om 11:24

Van jezelf houden, is het begin van een levenslange romance.

Geplaatst door: O. P. Donderen | 29 juni 2011 om 11:26

Geen zorgen voor de dag van morgen, anders leef je niet vandaag.

Geplaatst door: B. Lije, E. Ikel en K. Lit | 29 juni 2011 om 11:31

Economie kan zonder liefde, de mens niet.

Geplaatst door: Hervé This | 29 juni 2011 om 11:39


Huuu, ik meende een ontstoken haartje te hebben op mijn kaak, dus een pincet erbij gepakt om een wat dik aandoend zwart folikel eruit te trekken, dat lukt, zoiets heb ik nog nooit gezien, een beetje heen en weer rollen, 5 haartjes ineen. Bah. En als dat nou alles was wat bij ouderdom hoort, maar het ergste moet vast nog komen, stel je voor dat ik niet meer kan skien ! En wat krijg ik een rare borstelige grijze blonde zwarte wenkbrauwen !
Sinds ik 42 ben heb ik soms ook wel sombere buien, die ik daarvoor niet in die mate had. Gelukkig dit jaar, 2010, maar heel weinig last van....en die scheiding is een zegen geweest, wat een bevrijding. Wat kunnen mensen depressief raken van elkaar, terwijl de bedoeling juist andersom is.

Geplaatst door: M. Verschrijverius | 29 juni 2011 om 11:45

Arnon Grunberg schrijft dat hij per ongeluk een liefde-sms van aaf brandt corstius krijgt die gericht is aan haar partner, gijs groenteman, en dat die in precies dezelfde woorden opgesteld is als enkele jaren daarvoor aan hem. Hij concludeert dat hij zo inwisselbaar is. Als ik nu iets concludeer na 4 meer intense relaties dan is het dat niemand inwisselbaar of vergelijkbaar is, totaal verschillende mensen telkens...en wat ben ik daar blij over.

Geplaatst door: M. Verschrijverius | 29 juni 2011 om 11:46

In 1993 kocht ik een mooi hemd en een mooie broek in Breda van Sylvie van der Vaart-Meijs, toen was ze ook al mooi. Toch wel een ontwikkeling van een kledingwinkel naar een society figuur.

Geplaatst door: Moets | 29 juni 2011 om 11:47







--------------------------------------------------




Al mijn hartebloemen worden ijsbloemen zei Maarten t Hart in zijn twee beste verhalen, "huwelijk rijmt op gruwelijk" en "mijn vrouw". Ik vind eigenlijk dat iedere middelbare scholier die twee verhalen gelezen moet hebben.

Het kwam erop neer dat een huwelijk of relatie bijzonder vaak of altijd gruwelijk wordt. Dan vertelde Maarten plagerig een grapje (was sich liebt, das neckt sich of wat je lief hebt, dat plaag je) en dan werd zijn vrouw daar woedend of kribbig van/over "jouw grapjes zijn grof en fantasieloos". Ook wel triest.





Mijn vrouw (foutief ingekort en huwelijk rijmt op gruwelijk is beter)

Mijn naam is Bartimeus Ligtendag; ik ben getrouwd. Ik heb mijn vrouw leren kennen toen ons bedrijf een bijscholingsweekeinde organiseerde in een conferentieoord op de Veluwe. We werden op zaterdag krachtig bijgeschoold. Ons werd vervolgens een eenvoudige boerekoolstamppot voorgezet. Daarna werden de stoelen opzijgeschoven. Aldus ontstond een dansvloer. De lampen werden gedimd, de paartjes vormden zich. Aangezien ik, van huis uit dooplid van de Gereformeerde Gemeente, nooit dansen heb geleerd, zat ik wat verloren aan een formica tafeltje. Vlakbij de dansvloer stond een tenger, donker meisje tegen een hekje aangeleund. Ze had iets grappigs, iets kinderlijks. Ik slenterde wat rond; opeens stond ik naast haar, leunde ook tegen het hekje. Ik vroeg: "Dans je niet ?"
"Nee, niemand vraagt me," zei ze.
"Ik zou je wel willen vragen," zei ik, "maar ik kan niet dansen."
"Jammer."
"Och, dansen is volgens mij helemaal niet leuk. Ik zou liever nog wat door het bos wandelen, het is zo'n mooie zomeravond, heb je zin om mee te gaan ?"
"Waarom niet ?"

We wandelden een tijdje door het bos. Het was een warme, geurige zomeravond, eind juni. Het wilde maar niet donker worden. Je rook de vage geur van kamperfoelie en boerenjasmijn, en soms werd die geur verdrongen door de sterke lucht van paarden. Het leek of ik twee voet boven de bospaden zweefde. Vrij spoedig kwamen we te spreken over het enige dat mij werkelijk interesseert, het onvatbare, grote wonder van het bestaan: de muziek. Ik was toen nog jong en kende de grote meesterwerken amper. In de week voor het bijscholingsweekeinde had ik een plaat gekocht van het strijkkwintet in g-klein van Mozart, fenomenaal mooi. Ik zei tegen haar:
"Ken je toevallig het strijkkwintet in g-klein van Mozart ?"
"Ja, ik heb daar net deze week een plaat van gekocht."
"Ook toevallig, ik ook," zei ik.

Zo toevallig was dat natuurlijk niet. In de NRC had een hooggestemde recensie gestaan over de uitvoering van het werk op deze lp. Naar aanleiding van die recensie hadden we beiden die plaat gekocht. Toch schiep dat simpele feit dadelijk een band. We neurieden het schrijnende openingsthema. Het was zomer, de avondsterren flonkerden.

De volgende morgen hadden we vrij. Om, als we dat wilden, naar de kerk te gaan. Aangezien ik toen al tot de conclusie was gekomen dat God mij niet had uitverkoren, bestond er voor mij geen noodzaak meer om ter kerke te gaan. Niettemin wachtte ik haar op, denkend: ik ga met haar naar de morgendienst. Toen ze in de grote conferentiezaal verscheen was het al halfelf. Ik heb dus vanaf het begin geweten dat zij een langslaapster is. Eigen schuld, dikke bult. Ze dronk een kop koffie, ik ging naast haar staan, bestelde ook een kop koffie, vroeg: "En ? Ga je naar de kerk ?"
"Ik ? Naar de kerk ?" vroeg ze verontwaardigd.
"We hebben vrij om naar de kerk te gaan," zei ik.
"Ik ben nog nooit naar de kerk geweest," zei ze.
"Nog nooit ?" vroeg ik verbaasd.

Aandachtig bekeek ik haar. Een meisje dat nog nooit in een kerk was geweest ! Week in, week uit was ik vanaf de kansel gewaarschuwd voor levensgevaarlijke meisjes die hervormd of katholiek waren en nu aanschouwde ik zomaar een meisje waar nooit voor gewaarschuwd werd omdat het ondenkbaar leek dat een Verbondskind zo iemand zelfs maar zou kunnen ontmoeten. Laat staan dat hij er een gesprek mee zou kunnen voeren ! Ik werd er ontzaglijk nieuwsgierig van, vroeg: "Zullen we dan weer in het bos gaan wandelen ?"
We liepen over de bospaden. Ik vroeg maar en vroeg maar, wilde alles weten over haar ouders, haar opvoeding, haar kijk op het leven. Geen toefje evangelie kwam er, zo bleek, aan te pas, geen zuchtje christendom. Waarom boeide mij dat zo hevig ? Omdat je opgegroeid kon zijn zonder het Eenige Nodige en toch niets gemist leek te hebben ? We liepen maar, zomerse geuren, wolkenloze hemel. Toen liep ons bospad dood op een vrij hoog hek van prikkeldraad.

"Hieroverheen of terug ?"
"Het is nooit leuk om dezelfde weg terug te gaan," zei ze.
"Nee, de terugweg is altijd korter en saaier."
"Maar hier kom ik niet overheen."
"Misschien kun je eroverheen klimmen ?"
"Nee, dat lukt me niet."
Ze stond daar maar. Zo'n mooi, klein, tenger, donker, ongelovig meisje.
"Ik kan je er wel overheen tillen," zei ik.

Zonder haar antwoord af te wachten pakte ik haar op en zweefde ze boven mij, geen tijd voor protest. Ik ben vrij sterk en zette haar aan de andere kant van het hek neer. Toen ze aan de andere kant neerkwam neuriede ze een paar maten uit het strijkkwintet van Mozart, verbaasd ? geschrokken ? opgelucht ?

We verdwaalden in het bos. We waren laat terug in het conferentieoord. Onze collega's zagen dat wij gezamenlijk zo onopvallend mogelijk de zaal probeerden binnen te sluipen waar de zondagmiddaglezing gegeven werd. Niets had hen sterker het vermoeden kunnen geven dat wij iets met elkaar hadden. Zij gingen zich daarnaar gedragen, ze deden alsof wij een paar waren. Hoe terloops en ongemerkt kan een huwelijk tot stand komen. Het is niet moeilijk om iets te beginnen, het is moeilijk om iets te beëindigen. Wie schrijft daar een goede handleiding voor ?

Op die zondagavond bracht ik haar naar huis, na de treinreis. Ze woonde, net zoals ik, op kamers. Zij woelde maar steeds met haar linkerhand door haar haar. Toen ik mijn eerste glaasje op had, zei ze "Wil je nog een zuipje ?"
Na zoveel jaar klinkt mij dat kinderachtig in de oren. Toen was ik vertederd. Alles is begonnen met vertedering. Omdat ze zo tenger was. Het was ook die tengerheid die voor de eerste ontstemming tussen ons zorgde. Op een avond zag ik dat het licht brandde op de zaal waar zij altijd werkte, ik liep nog even binnen. Zij typte.
"Ga je al gauw naar huis ?"
"Ja" knikte ze.
"Dan wacht ik even op je, dan kunnen we samen oplopen."

Ze maakte haar werk af. Ze stond op en trok een, hoewel het nazomer was, reusachtige grijze jas aan. Ze verdween er helemaal in. Op straat zei ik, wegsmeltend van vertedering: "Wat een grote jas heb je ! Als je hem aantrekt lijk je nog magerder !"
Dat viel verkeerd. Dat klonk haar kennelijk krenkend in de oren. Ze zweeg. Hoe wonderlijk dat je zo goed de ontstemming van een ander kunt aanvoelen. Alsof je die ruikt. Mij deed het pijn dat ze mijn opmerking niet als een plagerijtje maar als een belediging opvatte. Dat griefde mij een beetje. Niettemin wilde ik het weer goedmaken. Ik zei: "Nou ja, ik bedoel dat je helemaal verdwijnt in die jas. Je bent net een zeehondje waarvan het kopje nog boven water uitsteeekt."
"Staat die jas me dan niet ?"
"Die jas staat je juist heel goed," zei ik.
Er sloop evenwel een schrille klank in de toon van mijn stem. Er was iets miszegd. Dat kon niet meer ongedaan gemaakt worden. Het was of toen iets ontstond dat eeuwig herhaald zou worden. We praten met elkaar, we raken daardoor in een opperbeste stemming. Overmoedig geworden door haar goede humeur, plaag ik haar. Terstond slaat haar stemming om. Ze zwijgt gegriefd. Doordat ze met stille ergernis reageert op iets dat slechts als een plagerijtje bedoeld is, voel ik mij op mijn beurt miskend. Ten slotte zeg ik: "Moet jij nu altijd venijn zuigen uit een plagerijtje ?"
"Ik hou niet van plagerijtjes, ik kan er niet tegen. Die van jou zijn niet leuk, ze zijn grof en fantasieloos."
"Maybe," zeg ik dan, "maar als er spits of grappig op gereageerd wordt, kan ik vervolgens subtieler uit de hoek komen."
"Welnee, je wordt juist steeds botter."

Vreemd dat zoiets zich, haast dwangmatig, steeds weer voordoet. Mij lijkt het dan of ik mijn liefde niet uiten kan -omdat ik niet mag plagen. Mensen die van elkaar houden, plagen elkaar toch ? Was sich liebt, das neckt sich. Vaak heb ik, als 1 van mijn plagerijtjes werd opgevat als schimpscheut, tegen haar gezegd: "Al mijn hartebloemen worden tot ijsbloemen." Dan blijkt ze dubbel gegriefd.

Zou ze er zo slecht tegen kunnen om geplaagd te worden uit gebrek aan zelfvertrouwen ? 1 van haar favoriete uitdrukkingen is "Nou ja, ik ben toch nooit goed genoeg." Of ze zegt als ik zo voorzichtig mogelijk een aanmerking maak: "Voor jou ben ik ook al niet goed genoeg." Graag mag ze ook opmerken "Ik word overal buiten gehouden." Terwijl zelfs de roodborstjes bij haar aanblik wegsmelten van vertedering zegt ze: "Ze vallen allemaal over me heen". Van zo'n opmerking raak ik nu uit mijn humeur.

Overigens lijkt het wel alsof er tussen ons een ping pong effect van humeurigheden bestaat. Zoals 1 plagerijtje van mij voldoende is om haar "kriegel" te maken, zo kan 1 opmerking van haar bij mij ontstemming veroorzaken. Vooral 's morgens vroeg. Ik wil dan honderduit praten, heb dwaze invallen, zou zo graag aan het ontbijt schertsen. Ze is een langslaapster, we ontbijten nooit samen. Soms klaag ik daarover. Dan zegt ze "Ontbijt met kwinkslagen ? Dat kan ik niet leveren. "

Om het haar gemakkelijker te maken op te staan, breng ik haar thee op bed. Dan popel ik van ongeduld om iets leuks te vertellen. Zo zei ik onlangs: "Gisteren hoorde ik zo'n leuk verhaal. Een Turk klopt zijn kleedje uit op het balkon van zijn flat. Loopt er een Surinamer..."
"Kuch eens," zei ze
"Wat...?" vroeg ik.
"Ja, kuch eens, slik eens, je articuleert zo slecht."
"Ik wil iets leuks vertellen en jij onderbreekt..."
"Kuch nou eens, ik versta er geen barst van."
Ik kuchte hard. "Zo goed ?" zei ik verongelijkt.
"Gadverdamme, zei ze, ben je nou alweer boos ? Kom nou eens."
Ze probeerde, nog liggend, haar armen om mij heen te slaan.
"Kom eventjes bovenop mij liggen," zei ze vleiend.
"Nee, ik ben net uit bed, ik heb geen zin weer languit te gaan liggen."
"Toe nou," zei ze.
"Nee, daar ben ik 's morgens niet voor in de stemming."
"Lazer dan maar op."
"Ik vertelde iets leuks."
"Het leek me nogal discrimenerend. Maar goed, ga door, een Surinamer..."
"Loopt er een Surinamer onder het balkon door. Hij roept naar boven: "Wat is er aan de hand, man, wil hij niet starten ?"

Waarom lachte ze niet ? Ze zei alleen maar: "Nu is het mijn beurt om iets te vertellen. Ik droomde vannacht dat ik...eh..."
Eigenaardig, die gewoonte om "eh" te zeggen na elke drie woorden. Je hoort het vaak, het stoort mij nooit, behalve bij mijn vrouw. Het klinkt als een donderslag in mijn oren. Daar heb je het weer, denk ik, en mijn middenrif krimpt. Hoe eigenaardig dat iets dat zo onbetekenend lijkt, je zo hevig kan irriteren. Zodra ze "eh" gezegd heeft, ontvalt mij het vermogen om haar verder aan te horen. Ze voelt dat haarscherp aan. Ook die morgen.

"Je luistert niet," zei ze.
"Wel waar," zei ik.
"Nou, wat zei ik dan ?"
"Je zei: Ik droomde vannacht dat ik....éééééééééééh.." en ik bootste het geluid van een blatend schaap na.
"Gadverdamme," schreeuwde ze, "kan ik dan nooit een verhaal aan je kwijt ?"
"Vertel nou, je droomde vannacht..."
"Ach, laat maar, je luistert toch niet."
"Ik luister wel."
"Je luistert nooit, je hebt geen pest belangstelling voor me."
"Heus, ik luister wel, maar je praat altijd zo langzaam, je maakt je zinnen nooit af."
"Dat komt omdat jij nooit luistert. Als jij goed zou luisteren, dan zou ik wel goed vertellen. Bij jou moet ik tegen de stroom oproeien. "

Overigens werd mij de droom niet meer verteld. Daar treur ik niet om. De dichter Auden heeft al gezegd dat andermans dromen boring zijn. Door dat gedoe was ik wel vergeten mij te scheren. Ik liep snel naar boven en stapte rustig de badkamer binnen.
Ze stond in haar volle glorie voor de badkamerspiegel en zei:
"Wie loopt er nou zo een badkamer in ? Kun je niet even kloppen ? Je weet toch dat ik bezig ben ?"
"Hoe moet ik nou weten dat je was opgestaan ?"
"Je hebt toch oren ?"
"Nou ja, maar dan nog. Mag een mens in zijn eigen huis zijn badkamer nog binnen lopen ?"
"Niet als daar iemand anders bezig is, dat is een kwestie van fatsoen. "
"Van fatsoen ? Nou vraag ik je !"
Ik wilde alweer weglopen, maar nu zei ze: "Als je hier nu toch bent, dan kun je mijn rug wel even doen."
Er moet dan een of ander smeerseltje over haar rughuid gemasseerd worden. Ik wreef het zalfje over haar wervels.

"Niet zo !" zei ze pinnig, "niet van onder naar boven, maar van boven naar onder."
Aan de kromming van haar rug voelde ik dat ze "kriegel" werd. Nog even en er zou een uitbarsting volgen. Op zo'n ogenblik denk ik aan Flaubert, die schrijft in 1 van zijn brieven: "Het wettige huwelijk, dat wederrechtelijk is, en tegen de natuur en het hart in gaat, is juist door haar wettigheid gedoemd alle liefde te verdrijven."


-

No comments: