Friday, May 30, 2014

Varken- Het Beest

Borderliner

Geen twee borderline-patiënten zijn hetzelfde. Er zijn gradaties in, van zeer leefbaar tot zeer heftig. En net zoals bij mensen zonder persoonlijkheidsstoornis, vindt men ook hier extraverte en introverte mensen. Enkele mogelijke kenmerken zijn:
Iemand met borderline-persoonlijkheidsstoornis heeft vaak een laag gevoel van eigenwaarde.
Het lage gevoel van eigenwaarde leidt soms tot zelfbeschadigend gedrag (automutilatie, bijvoorbeeld zichzelf bewust snijden of branden), soms ook in combinatie met manipulatie.
Sommige borderline-patiënten proberen hun onzekerheid daarentegen te overschreeuwen door provocerend gedrag.
Een borderlinepatiënt heeft vaak een sterke neiging tot extreme (voor)oordelen. Bijvoorbeeld: in relaties met vrienden en/of partner is het vaak alles of niets – vaak eerst alles, en daarna plotseling niets.
Soms treedt er dissociatie op: mensen met borderline kunnen af en toe weg zijn, voor een bepaalde tijd niet meer in de realiteit. Het lijkt dan alsof zij zichzelf in een film zien acteren. Dissociatie is een vluchtmechanisme om de emoties onder controle te houden. Het treedt meestal op als de stress te veel wordt.
Veel mensen met borderline leven met de angst om verlaten te worden.
Zelfs in een groep mensen kunnen mensen met borderline zich eenzaam voelen.
Borderline-persoonlijkheidsstoornissen (BPS)kunnen ook samengaan met kortdurende psychoses (enige uren tot een aantal dagen).

De borderline-persoonlijkheidsstoornis manifesteert zich meestal tijdens de adolescentie (jongvolwassenheid). Voor de oorzaken bestaat geen hard bewijs, maar er zijn wel aanwijzingen dat zowel genetische factoren als omgevingsfactoren een rol kunnen spelen. Volgens de DSM is de kans op de stoornis vijf keer zo groot indien de aandoening ook bij naaste familieleden voorkomt. Algemeen wordt aangenomen dat deze factoren, in combinatie met de sociale omgeving bepalend zijn voor het ontstaan en verloop. Het is niet bewezen dat traumatische gebeurtenissen in de jeugd verantwoordelijk zijn, maar een hoog percentage BPS-lijders meldt wel degelijk seksueel misbruik of emotionele verwaarlozing in de jeugd (een onderzoek van Mary Zanarini geeft 40-71 procent).[1] Door deze verwaarlozingen zijn er hechtingsstoornissen ontstaan. Opvallend is dat de diagnose borderline bij vier tot vijf keer zoveel vrouwen als mannen wordt gesteld. De anti-sociale persoonlijkheidsstoornis wordt desondanks wel 'borderline voor mannen' genoemd. Dit komt wellicht omdat vrouwen de emoties (waaronder agressie) meer naar binnen richten waardoor die minder zichtbaar zijn, terwijl mannen zich meer op de buitenwereld afreageren.

No comments: