Monday, October 29, 2007

Het grootste gevaar

Terwijl ik hier voor u sta, tel ik de dagen, zoals ik de laatste jaren elke ochtend en avond doe. Het slechte nieuws is dat er vandaag, op 26 oktober, nog vierhonderdéénenvijftig dagen te gaan zijn van het bewind van koning George Bush II. Het goede nieuws is dat dit morgenochtend, als we allemaal wakker worden, weer een dag minder zal zijn. Maar daarmee hebben we het goede nieuws ook wel gehad.
Wij in Amerika – en het hele Westen – leven in een tijd van ernstige crisis, die we vooral onszelf aandoen. Die crisis is begonnen met de verschrikkingen van 11 september 2001 en is nog verergerd en versterkt door de verschrikkingen die de regering-Bush eraan heeft toegevoegd. Terwijl ik dit schrijf, heeft mijn president nog geen bombardement en raketaanval op de mullahs in Iran gelast, maar hij beschouwt zo’n aanval wel als onvermijdelijk – om Amerika en de vrije wereld te behoeden voor een toekomstig Iran met kernwapens, en met de middelen (daar is hij van overtuigd) om deze in te zetten tegen New York, Washington en andere grote Amerikaanse steden.

Dat zijn overtuiging niet wordt ondersteund door informatie van de inlichtingendiensten, doet niet ter zake. Wij kunnen alleen maar afwachten of hij doet wat hij denkt te moeten doen, of zich toch nog laat weerhouden door het handjevol mensen in Washington – zoals zijn mede-Republikeinen in het Congres en tal van militaire leiders in het Pentagon – dat hierin een zelfmoordactie ziet waardoor het Westen misschien wel overal ter wereld in oorlog met de sjiïeten zal raken.

Als oudgediende heb ik het voordeel dat ik goed de weg weet in hoge Amerikaanse inlichtingen- en legerkringen en daar mensen ken – oud-medewerkers maar ook mensen in actieve dienst – die contacten onderhouden met het Witte Huis en de Nationale Veiligheidsraad. En toch heb ik eigenlijk geen idee wat George Bush weet of denkt.

Is hij Irak binnengevallen uit een oprecht geloof in de waarde van de democratie, zoals hij bij herhaling heeft gezegd, of uit een impuls die wortelde in zijn persoonlijke godsdienstige overtuiging, of uit de wens de veiligheid van Israël te waarborgen? Of wilde hij de Amerikaanse toegang tot de olie in het Midden-Oosten behouden, of deed hij het omdat zijn vader in 1992, aan het einde van de eerste Golfoorlog, besloten had om niet naar Bagdad te gaan en Saddam Hussein ten val te brengen?

Ik wil hier niet beweren dat ik een antwoord op die vraag heb, of daarnaar ook maar kan raden. Evenmin heb ik enig idee of George Bush persoonlijk zelfs maar betrokken is bij de grote beslissingen die zijn genomen. Normaal zou natuurlijk zijn van wel, maar mijn president heeft bijzonder veel bevoegdheid – en politieke invloed – aan zijn vice-president Dick Cheney afgestaan, zodat we maar moeten gissen. Is de huidige ravage Cheney’s toedoen of heeft Bush heel handig onze aandacht gericht op Cheney – als het Amerikaanse enfant terrible – zodat Bush boven die ravage kan staan? Ik weet het gewoon niet.

Chaos in Irak

Weet Bush wat hij het Midden-Oosten heeft aangedaan, met de inval in Irak en zijn doorlopende gedram dat er in alle landen van het Midden-Oosten democratie moet komen? Is de huidige chaos het resultaat waar Bush en zijn neoconservatieve helpers van begin af aan op uit zijn geweest? Menigeen in het Witte Huis lijkt niet per se tegen chaos te zijn. De minister van Buitenlandse Zaken van een belangrijke Europese bondgenoot van de VS vertrouwde mij een paar jaar geleden tijdens een lunch toe dat hij Paul Wolfowitz, toen onderminister van Defensie, als de volmaakte trotskist beschouwde, omdat Wolfowitz net als Trotski duidelijk in de permanente revolutie geloofde.

Eén ding staat buiten kijf – president Bush heeft de veronderstelde grenzen aan zijn wettelijke en constitutionele bevoegdheid ruimschoots overschreden en ons allemaal laten zien hoe broos de Amerikaanse democratie is. Geen van de instellingen die bestemd zijn om ons tegen een overheersende uitvoerende macht te beschermen, heeft haar werk gedaan. Het Congres, dat de eerste zes jaar dat Bush president was werd beheerst door de Republikeinen, heeft zijn constitutionele rol geheel verzaakt en geen enkel toezicht uitgeoefend op de politieke en militaire handel en wandel van het Witte Huis. De legerleiding heeft zich niet verzet tegen het onzinnige besluit van de president om de strijd tegen Osama bin Laden naar het seculiere Irak te verplaatsen – de waanzin van koning George is door veel hoge officieren zelfs publiekelijk toegejuicht. Ook is het zwijgen opgelegd aan de miljoenen medewerkers van de federale overheid, zodat de relevante Congrescommissies of de pers niet te horen kregen wat er gaande was.

Ik vind het uiterst verontrustend dat de Amerikaanse pers het zo heeft laten afweten, omdat ik mijn hele leven heb geloofd dat ons werk als journalisten is publieke ambtsdragers aan de hoogst mogelijke normen te houden. De grote kranten en televisiezenders hebben zich na 11 september 2001 door Bush laten afbluffen en daarmee is hun het belangrijkste morele thema van het decennium ontgaan – hoe de president en zijn vazallen hebben gelogen en met de informatie hebben geknoeid om ons in maart 2003 de oorlog tegen Irak in te drijven.

Het schortte niet aan kennis. Ik werkte in de jaren zeventig voor de New York Times in Washington en in gesprekken hebben mijn oud-collega’s mij duidelijk gemaakt dat ze wel degelijk beseften hoe zeer het Witte Huis de zaak misleidde, maar zulke standpunten haalden in 2002 en 2003 maar zelden de krantenpagina’s.

Er moet beslist nog eens een gedegen verhaal worden geschreven over de rol van de pers in Bush’ vermogen om dagelijkse kranten- en televisiesteun voor de oorlog in Irak te werven.

Zal er ook een goed verhaal komen over de precieze werking van het presidentschap van Bush? Dat weet ik zo net nog niet. Er is geen reden om te denken dat Bush of Cheney nauwkeurig aantekening van hun besluitvorming hebben gehouden.

U hebt mij niet nodig om te weten hoe slecht mijn land er voorstaat, of hoe de grote westerse mogendheden – en dan doel ik bij uitstek op Groot-Brittannië – hebben verzuimd Washington in bedwang te houden. En net als Engeland hebben Duitsland en Frankrijk zich mee laten slepen in de Amerikaanse poppenkast van beperkte besprekingen en dreigementen met economische sancties tegen Iran vanwege het kernwapenonderzoek dat Teheran zou doen. Niet één keer heeft een bondgenoot van ons de regering-Bush publiekelijk opgeroepen de meest logische oplossing voor het geschil te kiezen – bilaterale besprekingen tussen Washington en Teheran.

De meest verbluffende prestatie van dit presidentschap was misschien wel het gemak waarmee George Bush heeft weten te ontkomen aan elke serieuze kritiek op zijn weigering om met regeringen te praten waar hij niets mee op heeft. Heel verbluffend, welbeschouwd. De president van het machtigste land ter wereld – met de meeste bommenwerpers en de meeste kernwapens – weigert te praten met de leiders van regeringen die hem niet bevallen. Hij praat niet met de Iraniërs, de Syriërs, Hamas, Hezbollah, en jarenlang niet met de Noord-Koreanen. En vrijwel niemand klaagt erover.

Ik heb geen idee hoe dit alles af zal lopen. Zal het in het hele Midden-Oosten oorlog worden, waarbij de VS met hun bondgenoten in het Westen en onder de zogeheten gematigde soennitische landen in het Midden-Oosten – Jordanië, Egypte, Saoedi-Arabië en de Golfstaten – de strijd aanbinden met Iran, Syrië, Hezbollah en allerlei sjiitische groeperingen overal ter wereld? Zal iedereen de fundamentele tegenstrijdigheid van de Amerikaanse positie in Irak gaan inzien? De regering-Bush beloofde verkiezingen in Irak en deze hebben ook plaatsgevonden, maar het gevolg was een regering die wordt overheerst door sjiieten die banden hebben met Iran. In de beginjaren van de oorlog bestond de Amerikaanse vijand uit soennitische milities – de aanvankelijke opstandelingen – die Amerika op leven en dood bestreed.

En nu is de regering-Bush weer terug bij de soennieten en de leden van de Ba’ath-partij van Saddam Hussein, en trekt ze in Centraal-Irak samen met hen op in een oorlog die ogenschijnlijk tegen Al Qaida gaat, maar die ook gericht is tegen Iran en – volgens veel sjiieten – tegen de sjiitische leiders. Daarmee heeft de president de gekozen regering ondermijnd en in haar waarde aangetast, en is zijn roep om democratie in het Midden-Oosten een aanfluiting geworden. Het dilemma in Irak is potsierlijk en dodelijk, en het staat geen vreedzame oplossing toe.

Laat ik dus ophouden over dingen die vanzelf spreken, en over de vanzelfsprekende oplossing voor de oorlog in Irak. (Wel wil ik nog zeggen dat er mijns inziens maar twee manieren zijn om de oorlog te beëindigen. Mogelijkheid A: zorg dat iedereen daar vanavond om middernacht weg is, en mogelijkheid B: zorg dat iedereen daar morgenavond om middernacht weg is.)

Ik wil nog even ingaan op de andere kosten – voor mijn Amerikaanse landgenoten die als soldaten deze vuile oorlog zijn ingestuurd, net als ze andere vuile oorlogen zijn ingestuurd. En beseft u alstublieft dat ik niet licht wil denken of veronachtzamen dat er door de bommen en geweren van de rebellen en de Amerikanen honderdduizenden onschuldige Iraakse burgers zijn vermoord, verwond en verdreven. Maar er is ook een prijs, die niet altijd meteen wordt ingezien, voor de mensen die de moorden en verminkingen uitvoeren. In een oorlog zijn geen winnaars – niet één.

Mijn loopbaan als journalist wordt gemarkeerd door twee belangrijke verhalen – in de late herfst van 1969 schreef ik als freelancer in Washington een serie van vijf krantenartikelen over een Amerikaanse slachting in een dorp genaamd My Lai 4 in Zuid-Vietnam. In 2004 schreef ik in drie weken drie stukken voor de New Yorker over de foltering en mishandeling van Iraakse gevangenen in Abu Ghraib, de beruchte gevangenis uit de tijd van Saddam een paar kilometer buiten Bagdad. In het laatste van die verhalen werd de vraag gesteld wie de hoogste verantwoordelijke voor die foltering was, een vraag waar niemand in Amerika destijds raad mee wist – en naar het schijnt ook nu nog niet.

Bloedbad My Lai

Ik was al begonnen met de publicatie van mijn materiaal over My Lai – waar op de ochtend van 16 maart 1968 een compagnie onervaren Amerikaanse GI’s meer dan vijfhonderdvijftig Vietnamese vrouwen, kinderen en oude mannen afslachtte – toen ik van een soldaat die erbij was geweest het verhaal van Paul Meadlo hoorde. Meadlo was een 17-jarige boerenzoon uit Zuid-Indiana die bij de landmacht was gegaan, een basisopleiding had doorlopen en daarna met zijn eenheid, de Charley-compagnie van de Americal-divisie, eind 1967 naar het Zuid-Vietnamese oerwoud was gestuurd.

Drie maanden lang ploeterde hij met zijn maten door de rijstvelden en oerwouden van het Zuiden op zoek naar de Vietcong. Nooit stootten ze op de vijand, maar gaandeweg bleken ze wel te worden vermalen door sluipschutters, boobytraps en mijnen – min of meer zoals het nu gaat in Irak. Er is geen vijand in uniform om tegen te vechten – er zijn alleen maar geheimzinnige moordenaars die onverhoeds toeslaan en weer verdwijnen, waarna de burgerbevolking de woede en wraak van de Amerikanen mag opvangen.

Halverwege maart 1968 was de Charley-compagnie al meer dan tien man kwijt, zonder nog een Vietcong-strijder of Noord-Vietnamese soldaat in uniform te hebben zien, of ook maar iets wat leek op een vuurgevecht te hebben geleverd. Op de avond van 15 maart kregen de manschappen te horen dat ze de volgende ochtend vroeg per helikopter naar een dorp – My Lai 4 – zouden worden gevlogen waar zich volgens de inlichtingendienst een bataljon onverzettelijke Noord-Vietnamese strijders bevond. Die nacht deden de jongens wat Amerikaanse jongens toen deden – ze lieten een paar joints rondgaan – terwijl de officieren en oudgedienden zich bedronken. ’s Ochtends sprongen ze in hun helikopters en ronkten naar het dorp, klaar om te doden of gedood te worden. Geen vijand. Alleen honderden oude mannen, vrouwen en kinderen, die bezig waren hun ontbijt klaar te maken.

Zomaar, onverklaarbaar – of misschien ging het wel altijd zo – dreven de Amerikaanse soldaten de burgers in drie brede greppels bijeen en openden het vuur met hun M1-geweren. Veel soldaten deden niet aan de executie mee – oh, ze schoten wel, maar ze schoten naast hun slachtoffers of over hen heen. Paul Meadlo deed wel wat hem werd gezegd door zijn eerste luitenant, William Calley (die tot symbool van de slachting uit zou groeien, ook al was hij maar één van de vele officieren ter plaatse). Steeds weer schoot Meadlo zijn geweer leeg op de panische Vietnamezen in de greppels, en hield alleen op om te herladen. Op een gegeven moment werd het stil. Te midden van het bloedbad hielden de Amerikanen even lunchpauze en aten hun K-rantsoenen op.

Na verloop van tijd klonk er een gejammer en kroop er uit de greppel een jongetje van twee, misschien drie, helemaal onder het bloed van anderen. Zijn moeder had hem onder zich weten te schuiven en met haar lichaam de kogels opgevangen die voor hem bestemd waren. Eenmaal boven aan de greppel slaakte hij een kreet die niemand ooit meer zou willen horen en rende bij de Amerikanen vandaan. Luitenant Calley wees Meadlo aan en zei: ‘Afknallen.’ Maar Meadlo – nu hij in plaats van een vormloze hoop maar één jongetje voor zich zag – kon het niet. Misprijzend rende Calley het kind na en schoot het met een geweer in zijn achterhoofd. De Sterke Man.

De ochtend daarop liep de Charley-compagnie in de buurt van My Lai 4 patrouille toen Paul Meadlo op een landmijn stapte en zijn rechterbeen tot de knie werd afgerukt. Er werd een helikopter opgeroepen om hem af te voeren en terwijl hij en de compagnie wachtten, riep Meadlo Calley telkens een soort vervloeking toe: ‘God heeft mij gestraft, luitenant Calley, en God zal u ook straffen. God heeft mij gestraft, luitenant Calley, en God zal u ook straffen.’

Anderhalf jaar later zocht ik Meadlo op. Het was een verwaarloosde kippenfarm – er was kennelijk geen man aanwezig. De kippen liepen overal rond en de boerderij zelf, een houten bouwsel, maakte een gammele indruk. Mevrouw Meadlo, die misschien vijftig was maar veel en veel ouder leek, kwam me buiten tegemoet. ‘Ik kom met uw zoon praten,’ zei ik. Ze wees op het huis en zei dat hij binnen was. Ze wist niet of hij met me wilde praten, zei ze, maar ik mocht het gerust proberen. Op dat moment aarzelde ze – en toen zei die eenvoudige, onontwikkelde vrouw uit Zuid-Indiana met enorme verbittering tegen me – ik citeer: ‘Ik heb ze een brave jongen gestuurd en ik heb een moordenaar teruggekregen.’

Ik maak een sprong van vijfendertig jaar verder. Ik heb het eerste van mijn Abu Ghraib-verhalen in the New Yorker gepubliceerd en word op een nationale radiozender geïnterviewd. Het is een belprogramma en een van de opbellers, een vrouw, zegt dat ze een jongen kent die bij de eenheid in Abu Ghraib zat die de wandaden heeft begaan, en dat niemand heeft gereageerd op haar telefoontjes hierover naar de media. We maakten een afspraak om te lunchen. Elke militair die in Abu Ghraib was geweest, wilde ik natuurlijk heel graag spreken.

Ergens tijdens de lunch besloot de vrouw dat ze me kon vertrouwen en toen vertelde ze het volgende. De militair in kwestie was een vrouw bij de reservetroepen van de landmacht, een weekendsoldaat. Ze was heel knap en ze was nog maar pas getrouwd toen haar eenheid een paar maanden na het begin van de oorlog in 2003 werd gemobiliseerd en naar Irak werd gestuurd. Zij en haar medesoldaten waren in de eerste plaats opgeleid tot MP’s, militaire politieagenten met als voornaamste bekwaamheid het regelen van het verkeer. Maar eenmaal in Irak werden ze als gevangenbewaarders in de Abu Ghraib aangesteld en raakten ze al gauw – dit was herfst 2003 – betrokken bij de streken die daar werden uitgehaald. U hebt allemaal vast de foto’s gezien en de verhalen gelezen, dus u weet waar ik het over heb. Begin januari 2004 ging een van de MP’s naar de autoriteiten met een cd waarop te zien was welke wandaden er plaatsvonden en iedereen verstijfde.

De jonge militair, die niet rechtstreeks bij het martelen betrokken was, werd enkele maanden later, in maart 2004, met haar eenheid naar huis teruggestuurd. Buitenstaanders wisten niets van Abu Ghraib of van het interne onderzoek dat op dat ogenblik door de landmacht werd ingesteld.

Ik hoorde dat de jonge militair als een ander mens terugkeerde. Ze was prikkelbaar, afwezig, neerslachtig. Ze wilde niet met haar familieleden praten en ze ging zelfs weg bij haar man en verhuisde. Eind april, toen de eerste verhalen en foto’s over Abu Ghraib verschenen, zocht de vrouw het meisje op. (Ik hou hun relatie bewust in het vage.) Ze liet haar een krantenkop zien en vroeg of dit de reden voor haar gedrag was. De deur werd min of meer dichtgesmeten. De jonge militair wilde er niet over praten.

Op dat ogenblik bedacht de vrouw dat ze het meisje voor ze naar Irak ging een laptop met ingebouwde DVD-speler had gegeven. Later hoorde ik dat bijna elke soldaat die naar Irak werd gestuurd daar met een eigen DVD-speler of computer aankwam, want wie zich buiten diensttijd wilde ontspannen, had in het islamitische Irak maar weinig andere mogelijkheden. Toen de jonge reservisten uit Irak terugkwamen, was de computer bij de vrouw thuis blijven staan, en sindsdien niet meer aangeraakt. De vrouw die mij had gebeld, had net besloten dat ze op haar werk een tweede computer nodig had, en daarom had ze deze aangezet en was bestanden gaan wissen, zei ze. Een van de bestanden heette ‘Irak’, en de vrouw opende die.

Foto's Abu Ghraib

Er floepte een reeks foto’s tevoorschijn die geen gezinslid ooit zou mogen zien. Het waren misschien wel zestig digitale foto’s van een naakte Iraakse gevangene, met op minder dan een meter bij hem vandaan twee grauwende Belgische herders. Hij stond met zijn handen achter zijn hoofd voor gevangenistralies – hij kon niet eens zijn handen gebruiken om zijn geslachtsdelen te beschermen, terwijl zijn hele wezen daarom schreeuwde. De foto’s laten zien dat de gevangene uiteindelijk door een van de honden op een gevoelige plaats werd gebeten. Ook waren er taferelen met bloed – plassen bloed, zelfs – en ten slotte zag je een soldaat die met naald en draad probeerde zijn wond te hechten.

Ik kreeg deze foto’s gratis van die vrouw – de The New Yorker kon natuurlijk niet betalen. Hoofdredacteur David Remnick besloot – heel verstandig, vind ik achteraf – om maar één iconische foto van de gevangene te publiceren: die waarop hij met zijn armen achter zijn hoofd voor de schuimbekkende honden staat. Die foto ging de hele wereld over.

Ik heb nog wel een jaar contact met de vrouw gehouden en haar aangespoord onmiddellijk hulp te zoeken voor de jonge militair, want die leek zich in een crisis te bevinden. Zowat een jaar later vertelde de vrouw me iets wat ik indertijd niet had geweten. Na haar terugkomst uit Irak had de jonge militair niet alleen haar huis en vrienden en haar man verlaten, maar liet ze voortaan ook elk weekend haar lichaam tatoeëren. Ik hoorde dat ze uiteindelijk haar lichaam tot haar hals toe met grote zwarte en blauwe tatoeages had laten bedekken. Het leek wel ‘of ze in een andere huid wilde kruipen’, zei de vrouw tegen me.

We beseffen in Amerika nog maar amper de sociale en emotionele prijs van de bemoeienis van onze soldaten met Irak.


Copyright: Hersh, Seymour

Seymour M. Hersh is journalist van The New Yorker. Dit is een bekorte versie van de 25ste Van der Leeuw-lezing die hij vrijdag uitsprak in de Martinikerk te Groningen. Mede-organisator de Volkskrant brengt een boekje uit met de lezing, co-referaten van Kader Abdolah en Joris Luyendijk en een interview met Hersh: Een verslaggever in Washington. Zie de bon op Binnenland, pagina 3. Vertaling: Rien Verhoef

Sunday, October 28, 2007

De kern van de zaak Uruzgan

Je afvragen of je als 20 jarige soldaat daar zou willen zitten in een vechtmissie (amerikanen lachen om dat "opbouwmissie").

Zou zo'n Jaap de Hoop Scheffer, zo'n Van Baalen, zo'n Van Middelkoop zich nu ooit afvragen of zij daar in een vechtmissie willen zitten ? Of zij hun zoon/dochter, vader/moeder, zus/broeder, man/vrouw, beste vriend/vriendin daarheen willen sturen. Het surrealisme en de waanzin van oorlog, mijnen, bloed, wonden, trauma's, 20% krijgt te maken met hersenbeschadiging tijdens deze missies, moord en doodslag meemaken.

Dus niet twee dagen daar in uniform (pak of legerpak) de goede sier maken, maar maanden achtereen angst en nachtmerries meemaken. De rest van je leven voel je je dood en lijkt dat een staat die je zou verkiezen. In Vietnam 500 mensen naar een kuil opdrijven en neerschieten, een 2/3 jarig kind kruipt onder een doorzeefde moeder vandaan, opdracht krijgen om het kind in het hoofd te schieten, dat is te moeilijk, een kind in plaats van een massa, dus doet de sergeant het, ontslagen worden wegens weigeren van dienstbevel, op een mijn stappen en de rest van je leven verbitterd op een kippenboerderij doorbrengen.

In de Irak gevangenis een vrouwelijke Amerikaanse soldate die honden loslaat op de geslachtsorganen van Irakezen. Terug naar Amerika in een getraumatiseerde staat (begrijpelijk) laat ze haar hele lichaam zwart en blauw tatoeëren, ze wilde in een andere huid zitten en niet meer zichzelf zijn.

'WESTEN WINT IN AFGHANISTAN'

Het Westen is volgens NAVO-chef Jaap de Hoop Scheffer aan de winnende hand in Afghanistan.
Alsof het om een partijtje voetbal gaat. All of those young lives betrayed. Wat zou ik graag Jaap eens willen zien rennen voor de Taliban troepen/milities uit. Feitelijk is Jaap een moordenaar, als je opdracht/bevel geeft tot moorden, dan ben je daar schuldig aan, ook in het leger is moord moord.

En het is al besloten, we verlengen de missie in Uruzgan, Jaap heeft een mooie baan in Brussel, verdient 500.000 EUR netto. En vergis je niet, het prestige een aanzien voor Nederland dankzij de topbaan van Jaap ! Ja, he is from Holland ! Le cretin chretien with his bush mombakkes.


ZIEK, ZIEK, ZIEK, al die "leidinggevenden" en andere levensgevaarlijke megalomane gekken. De 1 (bush) wat meer dan de ander. Maar meelopen, bevelen opvolgen en gedachteloos uitvoeren, wir haben es nicht gewusst, is een net zo erge misdaad.

Zeker als je de Van der Leeuw lezing van Seymour Hersh leest. De Volkskrant van zaterdag 28 oktober. Al het andere nieuws valt in het niet, lezen over de dictatuur van het leger en oorlog. Het nachtmerrie verhaal over Vietnam en Irak door ooggetuigen. Feitelijk zijn Bush, Jaap de Hoop Scheffer en instemmers met de Irak oorlog oorlogsmisdadigers. Ook ik droom de laatste tijd over vleeswonden, liposuctievet, de ene nachtmerrie na de andere.

HELP
HEL


Hm. De bevrijding in 1945. Of Sarajevo. En volgens Seymour Hersh is ingrijpen in Afghanistan wel goed, hoewel dat ook al jaren mis gaat in die regio, Bin Laden steunen in zijn strijd tegen de russen en nu... Het is allemaal niet eenvoudig.

Van My Lai tot Abu Ghraib

De journalistieke carrière van Seymour M. Hersh wordt gemarkeerd door Vietnam en Irak. In 1969 vestigde hij zijn naam met de onthulling van het bloedbad in My Lai; 35 jaar later publiceerde hij een drietal artikelen over de misstanden en misdaden in de gevangenis Abu Ghraib.

In het voorjaar van 1968 werden 550 Zuidvietnamese dorpelingen – vrouwen, kinderen, bejaarden – door Amerikaanse militairen vermoord. Hersh schreef een serie van vijf artikelen over de feiten en achtergronden van deze oorlogsmisdaad, ook over de cover up-manipulaties door de Amerikaanse regering. Deze publicatie betekende een keerpunt in de Vietnam-oorlog. De artikelenserie leverde Hersh de Pulitzer Prijs op, en daarmee wereldfaam.

In zijn artikelen komen ook de daders aan het woord, wier leven is vernield, en die leven met de vraag welk doel daarmee gediend was. Hersh geeft aan dat we ons niet kunnen voorstellen wat oorlogsomstandigheden met mensen kunnen doen en met welke emotionele schade een maatschappij haar soldaten opzadelt. Hersh spreekt de machthebbers op deze verantwoordelijkheid aan.

Hersh telt de dagen tot het einde van het presidentschap van George W. Bush. Hersh houdt hem verantwoordelijk voor de wereldwijde crisis die begon op 11 september 2001, maar die sindsdien alleen maar vergroot is door de dramatische keuzes van de VS. De invasie in Irak is vastgelopen en niemand schijnt te weten hoe het verder moet. Irak dreigt een tweede Vietnam te worden.

Hersh wijst erop dat de VS op dit moment keuzes maakt op basis van geloof en overtuiging in plaats van op feiten. Want ondanks alle informatie die zijn netwerk in de wereld van intelligence – de CIA, de National Security Council, het leger etc. – hem levert, heeft Hersh geen idee waar de regering-Bush nu precies mee bezig is. Noch wie daar de belangrijkste beslissingen neemt.

Bush blijkt de constitutionele en democratische spelregels – die hij de wereld elders als model wil opleggen – met voeten te treden. Het Congres, de militaire top, de media, niemand heeft Bush weten te weerhouden van de irrationale keuze Osama bin Laden aan te pakken door het seculiere Irak aan te vallen. Ook Europa zorgde niet voor tegenwicht, maar loopt voor een flink deel mee achter het vaandel van de VS.

Joris Luyendijk kiest in zijn co-referaat voor een journalistieke invalshoek en werpt de vraag op waar de Europese Seymour Hershes toch zijn. Waarom zij er in Israel en Amerika wel zulke scherpe onderzoeksjournalisten, en in Europa niet? Seymour Hersh heeft een journalistieke methode en stijl ontwikkeld die hem in staat stelt om over zaken te berichten die je met klassieke journalistieke methodes nooit in beeld krijgt. Kan deze methode van nut zijn voor de Nederlandse journalistiek, en zo ja, waar is dan de Nederlandse Seymour Hersh?

Kader Abdolah plaatst in zijn co-referaat kanttekeningen bij de parlementaire democratie als exportproduct. Landen als Iran, Irak en Afghanistan hebben een zeer lange en ingewikkelde geschiedenis. De bevolking draagt die historische en culturele complexiteit met zich mee. Daarom zal de Westerse parlementaire democratie daar niet functioneren. Kader Abdolah doet daarna een poging te vertellen wat we in deze oude landen wel nodig hebben.

Thursday, October 25, 2007

Locked book

It wasn't until the turn of the millenium that the late mister Verhagen, secretary of state foreign affairs for the Netherlands, decided that he wanted more out of life. Be more than a statistic in a government chart.

Tuesday, October 23, 2007

Het zijn net mensen

"The constant gardener" gezien, de film. Daar word je niet echt vrolijk van. Over het uitproberen van giftige en gevaarlijke medicijnen in Kenia. Zo zou aids/hiv ook de wereld in zijn gekomen.

En "het zijn net mensen" van Joris Luyendijk gelezen. Daarin staat dat het nieuws over de Islam/moslim/arabische landen vaak niet klopt. Het zijn dictaturen waar ambtenaren bijbaantjes moeten nemen om in leven te kunnen blijven en waar de geheime politie alles erg goed in de gaten houdt. Door de dictatuur is er geen waarheid en kan de waarheid ook niet verteld worden.
Amerika en andere landen hebben belang bij die dictatuur en de handel gaat vooral over wapens en olie, dus in feite houden onder andere wapenhandel, amerika en de mensen zelf de dictatuur in stand. Toen in Irak, ooit verdeeld door Engeland, een president kreeg die de olie exploitatie wilde nationaliseren, toen heeft de VS Saddam aan de macht geholpen. En de media oorlog komt aan bod, Israel en Palestina, de VS en Irak. Pasgekochte baby kleertjes neerleggen bij een gebomardeerde plek. Oorlog als PR/marketing stunt. Verschrikkelijk. Ik was er goed kapot van, dat boek. Wat kan ik nu met al die ellende ?

Ook nog die film met Jack Nicholson en Tom Cruise gezien; het leger als een hierarchische dictatuur, bevel is bevel, regel is regel en een moord moet dan kunnen.

Vandaar dat ik soms nog zo'n moeite heb met werk. Ik ga dan weer denken aan dat ontslag waardoor ik niet ten goede ben veranderd. Be cheerful, sir. Of werkt pessimisme ? Och, dat wordt vast niks. Dan kan alles alleen maar meevallen. En wat valt zo'n arbeidsconflictje in het niet vergeleken met de uitzichtloze toestand in het Midden Oosten, zoals beschreven in "het zijn net mensen".

Labor is a life destroying activity.

Maar je ware aard (wat die ook moge zijn) is behoorlijk sterk en ik word vast weer een naief onbezorgd zondagskind. En geen rancuneus verbitterd ouwelijk mannetje. De rest is het verleden en een gesloten boek.

Verdonk past ook in dat "regels zijn regels" en de menselijke maat is zoek. Verdonk was op dezelfde wijze cipier; zodra je een gevangene hielp die het moeilijk had, dan werd je ontslagen.
 Destructief optreden en nooit constructief meedenken. Destructiebedrijf Verdonk NV. Ze zeggen dat de zachtmoedigen de wereld zullen erven.

Friday, October 19, 2007

rat race kak

Van www.grenswetenschap.nl geplukt...pluk de dag, be cheerful.

Opvallend dat het artikel ondertekend is door Bert Vanderslagmulders. Dat was zo'n stripfiguur van Kamagurka, een voorloper van Gummbah. Toen ik 16 was zag ik rond 1980 van Kamagurka een foto in het blad HUMO en daar zat Bobby over een liggende JR Ewing heen gebogen, beiden met vertrokken gezichten (waarschijnlijk omdat JR gevallen/neergeschoten was). Onderschrift: "Bobby vindt olie in JR zijn kont."
Dat is leuk, zo'n soap dallas op die manier te becommentariëren.

16-10-2007: Bijna iedere loonslaaf kan het beamen: het gros van de managers deugt niet. Niet dat het vroeger veel anders was, maar toen heette de manager nog gewoon chef. En de chef was iemand die, hoewel misschien ook een etter, de klappen van de zweep in praktijk kende en zich meestal vanaf de werkvloer had opgewerkt.

Tegenwoordig kennen de meeste managers de werkvloer niet. Met een diploma bedrijfskunde in de achterzak wanen ze zich een heuse godheid met een leaseauto als bevestiging daarvan. In de ogen van de lagere echelons lijkt de voornaamste taak van de managers te bestaan uit het frustreren van hun ondergeschikten. Managers zien dat anders; zij vervangen het woord frustreren door ‘motiveren’of ‘inspireren’. Er tegenin gaan heeft geen zin. De mythe van de manager als winstgevende motivator is door veel directies tot absolute waarheid verheven. Het is tijd om de ogen te openen.

In onze overgereguleerde samenleving heeft bijna iedereen wel eens een situatie meegemaakt waarbij een beambte, werkgever of bureaucraat de verkregen macht heeft misbruikt. In een jungle waar de lianen vervangen werden door netwerkkabels zitten veel gevaarlijke parasieten. Wat bezielt iemand om uit hoofde van zijn of haar functie of maatschappelijke status anderen te misbruiken of te schofferen? Zijn het allemaal geperverteerde onderdrukte geesten of schuilt in ieder van ons een moderne beul die stiekem wacht totdat er met het bijltje gehakt kan worden? Laten we de moderne manager eens centraal stellen en zien wat er gebeurt.
Om een beetje in de stemming te komen beginnen we met paar artikeltjes

"Managers worden overgewaardeerd"

De manager in Nederland wordt overgewaardeerd. De mensen die meer uitvoerend werk verrichten, zouden een hoger salaris moeten krijgen, zegt de Amsterdamse hoogleraar Arbeidsverhoudingen Paul de Beer. Hij pleit zaterdag in de krant Trouw voor een andere beloningsstructuur.

"Managers zijn eigenlijk niet meer dan dienstverleners aan de mensen die het echte werk uitvoeren", zegt De Beer. De hoogleraar reageert op plannen van werkgevers en vakbonden voor meer variatie in salarissen. "Een organisatie managen kan iedereen. Neem het onderwijs, daarin kun je alleen opklimmen als leidinggevende. Maar wat echt moeilijk is, lesgeven en kennis overdragen, wordt minder gewaardeerd."

Manager is volgens de econoom niet eens een echt beroep. "In veel organisaties en bedrijven geldt: hoe meer je vergadert en hoe meer nota's je schrijft, des te hoger word je gewaardeerd. De manager, ook de slechte, verdient daardoor meer dan de goede professional. De Beer vraagt zich af of dit beloningsverschil wel marktconform is. "Door de groeiende schaarste zijn juist meer leerkrachten voor de klas en handen aan het bed nodig."

Door een andere benadering zouden volgens de hoogleraar meer vrouwen in leidinggevende posities komen, hoewel zo'n 'revolutie' nog lang kan duren. "Maar we moeten die discussie voeren, gezien de veranderingen op de arbeidsmarkt. Er is iets scheef in de verhoudingen."

Managers zijn schadelijk voor productiviteit.

"de toewijding van werknemers neemt af zodra managers zich te veel met de werkvloer gaan bemoeien. Dat is schadelijk voor de arbeidsproductiviteit en de technologische vooruitgang van ons land", aldus de hoogleraar Alfred Kleinknecht van de TU Delft. Kleinknecht deed samen met twee andere hoogleraren onderzoek naar de verhoudingen tussen management en productiviteitsgroei in diverse landen waaronder Nederland.

Werknemers kunnen volgens Kleinknecht door de toenemende managersbureaucratie steeds minder deelnemen in de ondernemingsbeslissingen. "Bovendien voelen werknemers zich door de inkomensongelijkheid niet rechtvaardig behandeld waardoor arbeidsvreugde en betrokkenheid daalt. En dat is schadelijk voor de productiviteit". Kleinknecht en de zijnen signaleerde een duidelijke afname van prodctiviteit in landen en bedrijven waar relatief veel managers werkzaam zijn.

Meer dan een derde aan arbeidsuren gaat verloren

10 juli 2006 - Meer dan 36 procent van de arbeidstijd bij Britse bedrijven wordt verspild. Dat kost de economie in totaal ongeveer 110 miljard euro. Grote boosdoeners: slechte communicatie, slecht management en slechte planning. Alleen in Azië gaat nog meer arbeidstijd verloren, maar daar wordt de achterstand snel ingelopen. Dit blijkt uit onderzoek door Proudfoot Consulting naar arbeidsproductiviteit in de G7-landen.

Managers luisteren niet, leiden niet en hebben geen visie. Vinden ze zelf.

19 juni 2006 - De leiders van nu communiceren en luisteren niet goed. Er wordt of teveel of juist te weinig leiding gegeven, aangestuurd en gedelegeerd. Sommige leiders ontbreekt het zelfs volledig aan leidinggevende capaciteiten en niet zelden kan de hoogste baas niet eens rekenen. Deze opmerkelijke uitspraken komen uit onverwachte hoek: het is de mening van leiders, directeuren en managers zelf. Dat valt op te maken uit onderzoek door de Ken Blanchard Group waarvoor 1.400 directeuren en managers werden ondervraagd.

Topvijf
Bovenaan in de top vijf van punten waarop managers falen in de samenwerking met anderen, staat het niet geven van goede feedback (genoemd door niet minder dan 82 procent van de ondervraagden). Meer dan driekwart is, volgens de respondenten, niet in staat zijn manier van leiding geven aan te passen aan het individu, de taak of de situatie en een even hoog percentage (76 procent) vindt dat het managers vaak ontbreekt aan duidelijke visie en doelstellingen. Bijna zes van de tien klaagt dat leidinggevenden hun personeel niet weten te trainen en te ontwikkelen.

Slecht management
Uit dit onderzoek lijkt dus naar voren te komen dat veel managers niet eens beschikken over de meest basale, essentiële vaardigheden die nodig zijn om een goed leider te zijn. En dat terwijl een organisatie staat of valt met goed of slecht leiderschap. Slecht management kan uiteindelijk leiden tot stagnerende bedrijfsresultaten, snel wisselende managementteams en een lage klantentrouw.

De mythe van de motivator & inspirator.

Het beeld dat leidinggevenden van zichzelf hebben komt niet overeen met dat van hun medewerkers, aldus onderzoeksbureau ISS. Zo denken leidinggevenden een bron van inspiratie en motivatie te zijn en ze menen goed naar de werknemers te luisteren. De werknemers daarentegen signaleren bij hun leidinggevenden slechts een “schrijnend gebrek aan belangstelling”. De mening van managers dat ze goede ‘inspirators’ en ‘motivators’ zijn wordt niet door de werknemer gedeeld.
Het onderzoek van ISS staat niet alleen, ook de Change Factory van Berenschot onderzocht hoe groot het gat tussen de baas en de werknemers nou precies is.
Volgens de uitkomsten van Change Factory zien de managers zichzelf graag als coach, het lager personeel denkt daar heel anders over: ‘de baas is gewoon een rotzak’. Wie heeft gelijk in een wereld waarin het niet raadzaam is om de hand die voedert te bijten?

Er is een categorie managers die (hoe kan het ook anders) de uitkomsten van dergelijke onderzoeken van tafel vegen met het argument dat de werknemers gewoon jaloers of nooit tevreden zijn. Maar is het wel zo eenvoudig?
Uit een onderzoek gepubliceerd in het zakelijk magazine InfoRegio van september 2005 blijkt dat 60% van de nederlandse werknemers wel eens van baan is veranderd door toedoen van wat deze werknemers als ‘slecht management’ omschrijven.

Op de carrièresite Monsterboard werden 1700 mensen ondervraagd. Op de vraag “Wat stoort jou aan je baan?” kwam het volgende naar voren:

49% - Slecht management
22% - Het gevoel dat ik in mijn carrière word belemmerd
20% - Dat mijn werk ondergewaardeerd wordt
9% - De zware werkdruk

Maar ook in het ziekteverzuim is de reden 'slecht management' geen onbekende.
Ziekteverzuim, met als oorzaak slecht management, kost de BV Nederland dagelijks 6 miljoen euro. Tenminste volgens PW Intermediair, die een uitgebreid onderzoek naar het fenomeen deed. De zes miljoen euro verlies komt hoofdzakelijk door stress bij werknemers. PW Intermediair wist te melden dat de stress veroorzaakt wordt door werkdruk en slechte planning. Maar de grootste boosdoener is het management aldus de uitkomst van het onderzoek.

In de ons omringende landen is het al niet beter. Zo is slechts 12 procent van de duitse werknemers tevreden met zijn/haar baan. Ruim 70 procent voert zijn werk strikt volgens voorschrift uit en 18 procent heeft innerlijk eigenlijk al ontslag genomen. Dit zijn de resultaten van een representatief opinie-onderzoek uitgevoerd door bedrijfsadviesbureau Gallup in Potsdam (2204), dat in Duitsland werd gepresenteerd.

Door het gebrek aan betrokkenheid van werknemers bij hun werk zijn ze vaker ziek en produceren ze minder. Zo veroorzaken ze per jaar een economisch verlies van 247 tot 260 miljard euro. In de Verenigde Staten geeft 30 procent van de werknemers aan zich betrokken te voelen bij zijn werk. Daarna volgen Canada (24 procent), Israel (20 procent) en Australie (18 procent). In Singapore (4 procent), Frankrijk (6 procent) en Japan (9 procent) zijn de werknemers nog minder enthousiast dan in Duitsland. Aldus het onderzoek van Gallup.

Psychopaten.

Recente onderzoeken, zoals hieronder, hebben aangewezen dat de meeste psychopaten geen gewelddadige moordenaars zijn zoals vaak wordt aangenomen. De meesten hebben een heel normale job. Sommigen bevinden zich in hun bedrijf zelfs aan de top van de carrièreladder. Hun charisma en ambitie worden soms ten onrechte gezien als signalen van professioneel succes in plaats van symptomen van één of andere psychopathie.

25/08/2004 STOCKHOLM - Is uw baas een charmante, goed opgeleide, beleefde en prestatiegerichte leider? Indien het antwoord op die vraag ja is, dan is hij wellicht een psychopaat. Dat zegt althans een hoog gezagscollege van psychologen in Stockholm. Recente onderzoeken hebben aangewezen dat de meeste psychopaten geen gewelddadige moordenaars zijn zoals wel vaak wordt aangenomen. De meesten hebben een heel normale job. Sommigen bevinden zich in hun bedrijf zelfs aan de top van de ladder. Hun charisma en ambitie worden soms ten onrechte gezien als signalen van professioneel succes in plaats van symptomen van één of andere psychopathie, zo melden de psychologen tijdens het Euroscience Open Forum van Stockholm.

,,Psychopaten zijn vaak charmant en hebben een hoge eigendunk. Bovendien houden ze van geld, macht en seks. Ze beschikken ook over een groot talent om zich uit te drukken en het is voor hen kinderspel om mensen te manipuleren met enkele goedgevonden verhaaltjes'', vertelt een van de psychologen. Tijdens de komende jaren zal het aantal actieve psychopaten in bedrijven zonder twijfel nog toenemen, aangezien ze het best gedijen in de dynamische organisaties van onze hedendaagse samenleving.

Uit het onderzoek blijkt verder dat een typische psychopaat in het algemeen geen teken van schuldgevoel vertoont. ,,Een psychopaat heeft er geen enkel probleem mee om bijvoorbeeld een fabriek te sluiten en al de werknemers op straat te zetten'', luidt het. Aldus het Krantenbericht.

Dit verhaal staat niet op zichzelf en is zeker niet nieuw, in 2001 had Jeroen van Bergeijk voor de VPRO al een zeer interessant interview met dr. Paul Babiak over de 'industrial psychopath’. Op de vraag waar we de psychopaten in het bedrijfsleven tegen kunnen komen antwoorden Babiak;

“Je vindt ze eigenlijk overal. In de afgelopen 12 jaar dat ik onderzoek heb verricht naar psychopaten binnen bedrijven, ben ik ze tegengekomen in de medische wereld, bij personeelsafdelingen, in verkoopfunkties en op onderzoeksafdelingen. Opvallend is dat je ze vaak aantreft in de aandelensektor. Een collega heeft onderzoek gedaan naar de aandelenmarkt van Vancouver in Canada en daar bleek een fiks aantal psychopaten rond te lopen. Psychopaten zul je niet zo snel aantreffen in bureaucratische ondernemingen en instellingen. Psychopaten hebben voortdurend nieuwe stimulansen nodig en die vind je daar niet. Bovendien is er teveel orde en regelmaat, teveel controle in een bureaucratie. Psychopaten floreren in chaos. Dus vooral ondernemingen waar veel verloop in het personeel zit en waar de regels niet vast liggen zijn ideale doelen voor psychopaten”.

Aldus Babiak. Het hele interview kunt u hier nog eens rustig na lezen.

Ontspoorde directeur zet boel op rails

6 augustus 2005 - Coke snuiven op het werk, een denigrerende behandeling van vrouwen en gerotzooi met de boekhouding. Directeur marketingcommunicatie van ING Bank Jurgen Spelbos flikt het en komt weg met een standje. Enkele collega's kaartten de zaak aan, maar ze trokken aan het kortste eind. Zij zitten nu ziek thuis, zijn verzocht te vertrekken of zijn vrijwillig opgestapt.
'De sfeer is totaal verziekt. Ook de interne rechercheurs van ING die het onderzoek hebben uitgevoerd begrepen niet dat de aangeklaagde directeur er simpelweg met een standje vanaf kwam. Zij noemen het klassenjustitie', vertelt een van de klokkenluiders anoniem in De Telegraaf.

Spelbos stal geld bij reclamebureaus om zijn eigen budget veilig te stellen. Vervolgens dienden die bureaus neprekeningen in. Creatief zakendoen noemt men het in de leidinggevende kringen. 'Het is valsheid in geschrifte en bepaald niet volgens de business principles', aldus de klokkenluider.
Spelbos zou ook regelmatig onder invloed van cocaïne op de werkvloer zijn verschenen. 'De snelle wisselingen van stemming, enorme woedeaanvallen, je kunt het gewoon aan hem zien. Zelf heeft hij overigens gezegd dat hij er niet vies van is.'

Tenslotte zou hij vrouwelijke ondergeschikten hebben geïntimideerd. 'Je slikt de pil maar', zou hij tegen collega's hebben geroepen. 'Door zijn opmerkingen waren veel collega's bang om te melden dat ze in verwachting waren. Wat voor een vrouw het mooiste moment in het leven kan zijn wist Spelbos op een sadistische manier te verpesten. Zelfs een collega die nog maar net een miskraam achter de rug had, kreeg van hem te horen dat ze niet zwanger mocht worden.' ING Bank en Jurgen Spelbos willen niet inhoudelijk reageren op de affaire, aldus het bericht.

Natuurlijk maakt één berichtje nog geen punt. En je zou kunnen denken dat de zaak Spelbos een onfortuinlijk incident is. Helaas is dat niet het geval. Onderzoeken wijzen uit dat er een heleboel Spelbosjes zijn. Misschien hanteren ze andere methodieken maar het effect is uiteindelijk hetzelfde. Zelf zijn de managers zich van de prins geen kwaad bewust, zij doen immers toch juist alles voor hun personeel?

Het ironische is dat iedereen wel praktijkvoorbeelden kan oplepelen over slechte managers. Ook directies en raden van bestuur weten dat. Toch blijven klassiek hiërarchische bedrijfstructuren gehandhaafd. Waarom eigenlijk?

Prof.dr. Snijder wist aan te tonen dat ervaren managers slechtere beslissingen nemen dan eerstejaarsstudenten. Mensen hebben ten onrechte groot vertrouwen in managers, artsen en andere beslissers, stelt Snijder in zijn onderzoek. De hoogleraar sociologie en innovatie aan de Technische Universiteit Eindhoven meent verder dat de beste beslissingen worden genomen door een objectieve taxatie van informatie uit veel bronnen en het vergelijken met voorgaande soortgelijke situaties. Die klus is de computer op het lijf is geschreven. Die kan dat vaak veel beter dan mensen en zou bij managementbeslissingen een veel grotere rol moeten krijgen, aldus Snijder.

Op basis van het onderzoek van Snijder en de slechte rapportcijfers voor de managers in het algemeen zou je verwachten dat bedrijven zich meer zouden toeleggen op andere bedrijfstructuren. Maar nee, het is nog altijd zo dat de manager wel de werknemer mag beoordelen maar niet andersom. Kennelijk verwarren, ten onrechte, ook de directies en raden van bestuur de kunst van managen met kunde.

Maar wat zou er gebeuren als een bedrijf voor een compleet andere aanpak zou kiezen? Klik hier voor een humoristisch filmpje waar een American Footballspeler de rol van manager vervult.

Classificatie der slechte managers.

Zoals uit de onderzoeken blijkt zijn er kennelijk veel managers die als ‘slecht’ door de medewerkers worden ervaren. Ik ben van mening dat je de groep slechte managers grofweg kunt onderverdelen in drie subgroepen.

Groep 1.
Dat zijn de jagers. Lieden die koste wat het kost voor eigen gewin en status gaan. In hun tomeloze ambitie om de buurman met een net wat grotere auto de loef af te steken, gaan ze voorbij aan zowel bedrijfsbelang als het belang van hun werknemers. Je kan ze over het algemeen herkennen aan een ‘hit and run’ techniek. Omdat het zo goed staat op hun CV willen ze vaak bij bedrijven met klinkende namen aan de slag, maar nooit langer dan een jaar of 5. Vaak worden ze een bedrijf binnengeloodst als een soort messias, ‘de redder die het verschil gaat uitmaken’ en vaak blijkt dat achteraf in negatieve zin ook gebeurd te zijn. Je jager ontleend zijn macht aan de status die hem door de directie is toegekend. Zijn motivatie is geld en aanzien.

Groep 2.
De survivors. Dit is een zeer hardnekkige groep. Ze ontstaan in de min of meer klassiekere bedrijfsculturen zoals overheidsinstellingen waarbij het devies lijkt te zijn dat; ‘een ieder stijgt tot het niveau dat ze incompetent zijn om daar vervolgens te blijven zitten’. Deze groep is te herkennen aan hun kantoor dat ze letterlijk als bastion gebruiken. Ze tolereren niet dat hun ondergeschikte slimmer is dan zij en ze doen er ook alles aan om onder zich een chaos te creëren en deze te handhaven om hun superieure status te behouden. Het is een zeer effectieve en veel voorkomende manier van handhaven. Immers als de directie hun aanspreekt op het slechte functioneren dan wijzen ze subiet naar de belabberde situatie en matige capaciteiten op de arbeidsvloer. Survivors halen hun machtsmonopolie uit de filosofie dat in het land der blinden éénoog koning is.

Groep 3.
Psychopaten. Machtsgeile lieden die er een groot genoegen in scheppen u naar hun pijpen te laten dansen. Omwille van hun perverse lol zullen ze er alles aan doen om u het leven zuur te maken. In de ogen van de psychopaat is het bedrijfleven een grote speeltuin waar je naar hartelust mensen kan manipuleren en treiteren. Deze groep ontleent zijn macht aan het valselijk charismatische voorkomen naar de top toe waardoor de top de psychopaat steeds meer vrijheid van handelen geeft. De voornaamste drijfveer van deze lieden is het spelen met mensen. Geldelijk gewin komt op de tweede plaats, bedrijfsbelang speelt in hun ogen geen rol van betekenis.

Wat deze drie groepen gemeen hebben is macht, of liever het misbruik daarvan. Maar hoe werkt dat en wat doet macht met je?

Devaluatie van het individu.

Als we kijken naar de machtsverhoudingen op de werkvloer en we stellen ons de vraag waarom managers er geen moeite mee hebben om op oneigenlijke wijze hun invloed te doen gelden, dan vallen gelijk een tweetal zaken op: afnemen van de kracht of vrijheid van het individu, ofwel devaluatie, en het superieur opstellen van de leidinggevenden. Eerst een woordje uitleg over eerstgenoemde.

Allereerst zijn behoorlijk wat bedrijven een soort intensieve ‘mensenhouderijen geworden. Vergelijk de situatie gerust met batterijkippen die kakelen op het ritme van de prikklok, of lopende band, en eieren leggen wanneer dat van de boer moet. Wie genoeg produceert krijgt graan en wie dat niet doet, tjah, die smaakt lekker in de soep of als filet met wat mosterdsaus.
Achter de façade van glanzende gevels van impostante kantoorgebouwen gaan rijen bureautjes schuil waar duizenden mensen voorzien van personeelsnummer achter beeldschermen zitten. Ze tikken schermen vol en printen dat op ontelbare A4tjes uit. Meestal gaat het om cijfers en begeleidende verklarende tekst. Managers zijn in die zin niets anders dan veehouders, constant bezig met ‘hun’ beesten om ze zo rendabel mogelijk te maken.

De gevolgen van een dergelijke onpersoonlijke aanpak laten zich raden. Het is nu eenmaal makkelijker om varken nummer 34244B met stroomstoten het slachthuis in te jagen dan uw lieve huisdier Bigje met zijn leuke gevlekte snuitje, lieve ogen en zacht geknor. Alles gaat een stukje vlotter, productiever, als het feit ontdaan wordt van emotie en daardoor onderweg zijn menselijkheid verliest.

In situaties van machtsmisbruik is depersonalisatie vaak een voorwaarde voor het blijven draaien van de geoliede machine in kwestie. Het (al dan niet gedeeltelijk) wegnemen van de eigen identiteit is namelijk praktisch om een grote groep mensen te besturen. Gevangenen krijgen een nummer, hetzelfde kloffie en contact met de bewaarders en buitenwereld is beperkt. Burgers krijgen een sofi-nummer, verplichte identiteitskaart en de haast onbereikbare overheid houdt de touwtjes in de (trillende) handen. Varkens en andere dieren krijgen een blauwe tatoeage in de oren, ongeveer zoals de nummers van joden en andersdenkenden in de concentratiekampen van de tweede wereldoorlog. De voorbeelden zijn legio, zie ook hier.

In gevallen van extreem machtsmisbruik, zoals bij seriemoordenaars, blijkt dat depersonalisatie een must is voor de dader. De mens moet als voorwerp of ding worden gezien, los van alle emotie. Dat zorgt namelijk voor een mentale vrijbrief; het opent Pandora’s doos met daarin alle wreedaardige fantasieën van het creatieve brein én de mogelijkheid tot uitvoeren.
Leven zonder enig gevoel en alles benaderen vanuit de strikte ratio zorgt voor een indruk dat weinig dingen belang hebben. Werkelijk alles valt plat te rationaliseren. Dan worden kortstondige kicks belangrijker dan langdurige harmonie en balans. De reden hiervan is dat de mens álle belangrijkheden baseert op basis van het gevoel en de emotie. Dát is de bepalende graadmeter. Wie zijn of haar gevoel dus uitschakelt, onderdrukt tegelijkertijd een groot deel levensplezier en maakt het een eenzijdig gebeuren. Ook al weet uw ratio donders goed dat gevoel slechts het resultaat is van hormonen en andere chemische processen.

Mocht u ooit een seriemoordenaar treffen dan kunt u zijn lol dus een behoorlijke deuk toebrengen door hem van alles over uzelf te vertellen. Vertel over hoeveel u van het leven geniet, wat uw angsten zijn en de dromen, passies en ambities. Bij ieder woord gaat de psychopaat projecteren op basis van zijn eigen gevoel. Dat kan onze beste man niets anders opleveren dan een rot onvoldaan gevoel of, in het beste geval, een schuldgevoel waardoor hij u weer vrijlaat. Maar goed dat terzijde.

Volgens Jan Hut van ICT Platform Noord weten managers nog maar nauwelijks wat er leeft op de werkvloer. Alles draait om productie en prestaties en er is geen oog voor het individu. Jan Hut haalt een voorbeeld aan van een manager die op basis van enkele cijfertjes al zijn personeel een e-mail stuurde waarin hij hen de huid vol schold. Feitelijk wordt op deze afstandelijke en botte wijze van communiceren al het individuele personeel gedepersonaliseerd en gebruuskeerd.

Superioriteit

Een ander aspect bij machtsverhoudingen en misbruik is superioriteit. Managers dichten, zoals we hierboven zagen, zichzelf enorm veel kunde en capaciteiten toe waaraan zij zich status en macht ontlenen. Noem het een overdreven of misplaatst zelfvertrouwen.
“ik weet het beter” staat gelijk aan “jij bent dom”. In die zin probeert de meerdere al dan niet bewust de ander het gevoel van afhankelijkheid te geven. Feitelijk is hij de waan van zijn eigen superioriteit meer vorm aan het geven. Het kan ook omschreven worden als het metselen van een stevig, haast ondoordringbaar ego.

Kinderen met een papieren hoed en een kartonnen zwaard in de hand voelen zich al snel een echte ridder. Net als een arts of politiefunctionaris maakt ook een manager gebruik van zogenaamde rolattributen om de status te onderstrepen. Daar waar een dokter een witte jas, stethoscoop en oorlampje heeft, gebruikt een agent insignes, handboeien en wapens. Een manager loopt dan weer in een duur streepjespak, rijdt een grote blinkende leaseauto en heeft een vorstelijk kantoor. Een dikke agenda en de mooie secretaresse doen de rest.

Interim-managers gaan nog een stapje verder. Ze springen voor enkele maanden in een bedrijf en gaan daar vertellen hoe het moet. Natuurlijk zitten er prima peren tussen, maar feit blijft dat de belangrijkste taak delegeren is. Niets meer of minder dan anderen vertellen wat ze moeten doen. Op detailniveau kennen ze nog niet eens de helft van wat de gemiddelde werknemer aan praktijkkennis heeft. Dat is de reden waarom een van de meest praktische technieken de hiërarchische communicatie is. De manager zit bovenaan de piramide en de ondergeschikten komen aan hem hun status briefen. Meer dan herhalen wat er gezegd wordt en soms een keuze maken hoeft hij niet te doen. Daarom moet een manager algemene technieken beheersen, diepgang en emotie zijn niet zijn sterkste kant. Ze zijn niet eens nodig om het rad van perfectie en zakelijke kennis voor ogen te draaien. De kern van het leiderschap is hoofdzakelijk spiegelen van wat er in de groep leeft.

Door dit misleidende beeld raakt iemand al gauw onder de indruk. Door het valse gevoel van superioriteit, zijn ze geneigd het vertrouwen aan dergelijke lieden te schenken en zich in een ondergeschikte rol te voegen. Ze lijken immers zo alwetend en hebben inzicht om U tegen te zeggen. Meesteroplichters zoals heer Oliver maakten dankbaar gebruik van deze methodiek.
Maar is dat vertrouwen wel terecht? Gaat er achter het masker van de manager per definitie een ijzersterke en betrouwbare leider schuil? Prof.dr. C. Snijders, hoogleraar sociologie en innovatie aan de Technische Universiteit Eindhoven denkt van niet.

Managers dichten zichzelf kwaliteiten toe als intuïtie, mensenkennis en ervaring. In het onderzoek dat door professor Snijders werd gehouden analyseerde men diverse managementproblemen. De resultaten waren niet gunstig voor onze jongens met de gladgestreken grote mond. Bij een grote meerderheid van de gevallen had hun ‘ervaren’ beslissing een negatief effect. De managers vergisten zich dus frequent. Dit is geheel in overeenstemming met het onderzoek van ISS dat uitwees dat managers een verkeerd zelfbeeld hebben en eigenlijk maar wat doen.

De gewone man als psychopaat, het experiment.

De Amerikaanse psycholoog Philip G. Zimbardo vroeg in 1971 aan twintig volwassen studenten of ze zin hadden om mee te werken aan een experiment. In ruil voor een vergoeding werden ze onder toezicht twee weken opgesloten in een gevangenis. Acht mannen werden tot bewakers benoemd en twaalf mannen tot gevangenen. Zimbardo wilde achterhalen hoe hun gedrag zich zou ontwikkelen als gevolg van de rol die ze kregen: de gevangenen moesten zich koest houden, de bewakers moesten bewaken.

Vragen die het team van wetenschappers onder leiding van Zimbardo zich onder meer stelden waren: wat gebeurt er met onschuldige mensen als je ze in kwaadaardige omstandigheden brengt? En: wint de menselijkheid het onder stressomstandigheden van de boosaardigheid? Op de universiteit van Stanford waren cellen nagebouwd. De studenten wisten vooraf dat ze aan een experiment zouden meedoen dat zoveel mogelijk de werkelijkheid zou nabootsen. Dat betekende ook dat een officiële aanhouding volgde en er een aanklacht was: gewapende overval en inbraak.

De onderzoekers hadden twee weken voor het experiment uitgetrokken. Maar je voelt ´m al aankomen, na een paar dagen liep het experiment uit de hand. Onbedoeld werden de bewakers steeds meer sadistisch en kwamen de gevangenen in een zware depressie. Op de zesde dag werd besloten het experiment stop te zetten. Ouders van enkele studenten wilden een advocaat zien nadat ze van een priester – op bezoek gekomen, net als in een echte gevangenis – hadden begrepen hoe de situatie was.

De gevormde omstandigheden waren abominabel. De studenten zagen zichzelf niet meer als proefpersonen, maar als echte bewakers en gedetineerden. Enkele bewakers gingen ´s nachts, als er geen toezicht was, geheel vrijwillig door met hun wrede bedreigingen. Seksuele intimidatie was geen uitzondering. Zelfs ´goede´ bewakers grepen niet in. Niemand dreigde met opstappen. De gevangenen werden alsmaar zieker en leken hun eigen wil te verliezen. Frustraties werden geuit door op de vuist te gaan met bewakers, terwijl anderen emotioneel ineenstortten of onderdanig werden. Zonder te overdrijven kunnen we dus zeggen dat machtverhoudingen bepalend zijn voor het (zelf)beeld van de mens.

De directe aanleiding voor het stopzetten van het experiment was een opname, tussentijds vertoond aan collega-wetenschappers, waar in te zien was dat gevangenen met een zak over hun hoofd, handen en voeten gebonden, naar het toilet moesten huppelen. Twee maanden na het experiment vertelde gevangene 416 hoe hij de opsluiting had ervaren. ´Ik verloor mijn identiteit.´ Hij was niet langer Clay, zo zei hij, maar nummer 416. ´Voor mij was het experiment echt een gevangenis, niet draaiende gehouden door de Staat maar door psychologen.´

Ondanks de ethische vragen die het experiment opriep, was het verloop een succes te noemen. In een paar dagen was duidelijk geworden dat, onder goed georganiseerde omstandigheden, veel mensen in een rol te dwingen zijn waarin ze ofwel misbruik maken van hun macht, ofwel zo geïntimideerd raken dat ze precies doen wat een autoriteit hen oplegt. Zelfs als de situatie in scène is gezet en het in principe mogelijk is om ieder moment op te stappen. In de Verenigde Staten zitten bijna twee miljoen mensen in de gevangenis, de kennis uit het experiment heeft bijgedragen aan de verbetering van de omstandigheden in Amerikaanse gevangenissen. Al is dat dan weer niet doorgedrongen tot in de Abu Ghraib gevangenis.

Meer recentelijk, in 2005, werd opnieuw een dergelijk experiment gehouden. Geheel in de stijl van Big Brother, de Bus, Expeditie Robinson en andere voyeuristische reallife manipulaties zette BNN het minder succesvolle programma Mirror Mission op. Daarbij was de grote vraag hoever een mens te manipuleren valt. Alles binnenin de beschaafde grenzen van de tv-normen, natuurlijk, maar toch werden de twaalf testkezen behoorlijk tegen elkaar uitgespeeld. Door nieuwe vriendschappen onder druk te zetten, mollen in de groep te plaatsen en veelvuldig met de perceptie te spelen werden de grenzen getest. U kunt alle afleveringen online terugkijken via de site van BNN.

De gewone man als psychopaat, de praktijk.

Daniël J. Goldhagen gaat in zijn boek ‘Hitlers gewillige beulen’ op zoek naar onder andere de drijfveren van de mensen om mee te werken aan de holocaust. Goldhagen onderzoekt onder andere door middel van een casestudy de werking van Politiebataljon 101. Daarin werden gewone Duitsers tot verschrikkelijke massamoordenaars omgebouwd. Politiebataljon 101 bestond uit doorsnee burgers: van handwerklieden en leraren tot kantoorklerken die door het regime ongeschikt werden geacht voor een soldatenrol.

Dergelijke bataljons waren een deel van de politie die moest instaan voor de 'ordehandhaving in veroverde gebieden' en speelden een belangrijke rol bij de volkerenmoord. Voor Goldhagen zijn drie kenmerken van hoofdbelang. Ze bestonden (a) uit gewone Duitsers, die (b) slechts een povere training kregen waar geen sprake was van ideologische indoctrinatie en die (c) tevens geen lid van nazi-organisaties waren. Het aantal partijleden en SS-militanten was er niet groter dan in de samenleving in haar geheel. Goldhagen beschrijft op aangrijpende manier hoe de leden van de politiebaltaljons betrokken waren bij massale slachtingen. Hij laat daarbij niet na bepaalde beestachtige handelingen tot in de details te beschrijven. Kenmerkend, volgens Goldhagen, is echter dat de mannen deelnamen aan de moorden uit vrije wil. Niemand was verplicht, er was niet zoiets als militaire tucht en er werd zelfs voorafgaandelijk de gelegenheid geboden eruit te stappen. Niemand deed het. Allen draaiden zij vrijwillig mee in de moordmachine.

Goldhagen beschrijft hoe leden van de politiebataljons extatisch reageerden bij de verbranding van honderden joden in de grote synagoge van Bialystok. Goldhagen ziet hen op slag veranderen in adrenalinegestuurde ideologisch strijders, jodenverdelgers. De beschrijving van vernederingen en moordacties loopt gans het verdere deel door met als conclusie: de daders deden het uit vrije wil, uit haat. De smaak van macht, de verheerlijking van misbruik ervan?

Er zijn mensen die beweren dat dergelijke lieden onder Hitler geen keus hadden en bovendien zouden alle duitsers in hart en nieren antisemitisch zijn geweest. Als dat waar zou zijn dan zouden soldaten en medewerkers die zich inzetten tijdens vredesmissies of humanitaire acties zich verre van dergelijke praktijken houden. Helaas is de werkelijkheid anders zo blijkt uit het volgende bericht:

Soldaten en burgers van de multinationale VN-vredesmacht in Kongo hebben ernstig misbruik gepleegd tegen de lokale bevolking die ze moesten beschermen. NGO's en waarnemers spreken van minstens 59 Kongolese vrouwen en meisjes die zwanger raakten door prostitutie en verkrachting, door voornamelijk Urugayaanse en Marokkaanse troepen. Een verwijzing naar de praktijken van de barbaarse vikingen is niet uit de lucht gegrepen.
VN-autoriteiten hebben erkend dat er ernstige beschuldigingen in de zaak zijn, maar hebben geen effectieve mechanismen ontwikkeld om het misbruik te stoppen of de slachtoffers rechtvaardigheid te geven. Aldus een persbericht overgenomen door Indymedia.

Soldaten uit de tweede wereldoorlog, burgers van tegenwoordig of machthebbenden van morgen, zonder uitzondering wil iedereen vrijheid. Hoe meer vrijheid, hoe meer eigen verantwoordelijkheid daaruit vloeit. Zo is het ook met macht. Hoe meer ervan verkregen wordt, hoe meer integriteit die nodig is om er op een constructieve manier mee om te gaan. Het is duidelijk dat dit niet voor alle mensen is weggelegd.

Gelukkig is het opstapje van gebruik naar misbruik niet altijd zo rechtlijnig als op het eerste zicht lijkt. Niet iedereen laat zich even gemakkelijk indoctrineren en sommigen zien meer vredelievende principes als heilig. Zo zijn er veel mensen die niet makkelijk te hypnotiseren, manipuleren, indoctrineren of hersenspoelen zijn. Zowel in oorlogs- als in vredestijd zijn dit de personen die zich laten martelen tot de dood volgt. Tijdens het pijnlijke martelproces blijven ze weten wie ze zijn. Voor die groep werkt het sadisme eerder identiteitsverhogend. De keuze om de eigen identiteit niet te verliezen is dus voor ieder individu zelf te maken. Al is er een grote mentale kracht nodig om blijvend verzet te kunnen bieden.

Alle overige vormen van machtsmisbruik.

De kranten staan er dagelijks vol van, pedofielen die kinderen misbruiken, stoere autobestuurders die elkaar te lijf gaan, religieuze groeperingen die vrouwen onderdrukken, illegalen die via koppelbazen aan het ‘zwarte’ werk worden gehouden, vormen van gedwongen prostitutie en ga zo maar door. Ik weet zeker dat u de lijst tot in het oneindige kunt aanvullen met voorbeelden. Ik ben bang dat we kunnen aannemen dat gegeven de situatie in bijna iedereen een machtswellusteling schuil gaat. Toch is er een lichtpuntje. Langzaam maar zeker begint de massa er doordrongen van te raken dat het zo niet langer kan. Het wordt duidelijker dat er wel degelijk een keuze is, zodat wantoestanden aangepakt kunnen worden.

Nederlanders ervaren 'respectloosheid' als het grootste probleem. Dat blijkt uit een enquête die onderzoeksbureau Intomart hield voor het tv-programma Netwerk. Ruim een vijfde van alle ondervraagden vond de manier waarop we met elkaar omgaan problematisch. De stichting ideale reclame (www.sire.nl) besteedt ook tijd aan dit thema door middel van spotjes die frequent op de buis werden uitgezonden. Ze vertellen ons dat gefrustreerd schelden en agressie niet gewenst is en nergens toe leidt.

En nu?

Ik meen met dit stuk afdoende te hebben kunnen onderbouwen dat het nut en de noodzaak van managers in het algemeen niet is aangetoond. Integendeel. Ook zijn we erachter gekomen dat door het toekennen van macht en status aan bepaalde lieden het zelfbeeld vaak negatief beïnvloed wat weer ten koste gaat van diegene die een mindere status en macht hebben. Het alternatief voor het bedrijfsleven is een platte organisatie waarbij iedere samenwerkende groep mensen alleen van hogerhand de kaders van de doelstellingen krijgt aangereikt. Vervolgens moet die bewuste groep zelf maar in alle vrijheid uitvogelen hoe ze daar een invulling aan geven.

Gedragsdeskundige Skinner heeft aangetoond dat een dergelijke op zichzelf teruggeworpen groep een hogere en kwalitatief betere productiviteit aan de dag leggen. Redenen daarvoor zijn toename van arbeidsvreugde en betrokkenheid omdat persoonlijk belang versmelt met bedrijfsbelang. Mensen hebben van nature een heel sterke neiging om zelfregulerend te zijn, toezicht en sturing door managers ondermijnen deze neiging. Dit zien we met name terug bij thuiswerkers. Deze groep heeft een grotere vrijheid en weinig toezicht of directe aansturing. Thuiswerkers hebben een hogere productiviteit en arbeidssatisfactie dan collega’s die hetzelfde vanuit het kantoor doen.

Aan andere kant heb ik laten zien wat de risico’s zijn van het toekennen van macht aan bepaalde individuen. Het is niet ongebruikelijk dat men geheel of ten dele deze verkregen macht misbruikt om persoonlijke doelen te behalen.

Is er nog hoop?

De grootste fraudeurs in het bedrijfsleven zijn oudere werknemers met hoge functies. Dat meldt accountantsorganisatie KMPG op basis van een onderzoek. De fraudeurs maken veelal deel uit van het hogere management of de raad van bestuur. Bijna 90% van de fraudeurs is manager of topmanager. KPMG verklaart dit mede doordat het accountantsbedrijf vooral onderzoek doet naar zwaardere gevallen van bedrijfsfraude.

In 84% van de fraudegevallen kan het bedrijf naar zijn geld fluiten. Ruim 40% van de fraudeurs maken meer dan een miljoen euro buit; in 25% van de gevallen is de schade tussen de honderdduizend en vijfhonderdduizend euro.

Wanneer het management de fraude ontdekt - als ze er al niet zelf bij betrokken is - worden in ruim 20% van de gevallen geen passende maatregelen genomen. Bij 50% van de fraudes werd er geen ruchtbaarheid aan gegeven. Angst voor reputatieschade zou hier bij meespelen.

Motief voor de fraude zou vaak zijn dat de gelegenheid wordt geboden, gecombineerd met hebzucht. Bovendien zouden controlesystemen binnen bedrijven falen.

UPDATE 26-04-07

Topmanagers volgen minder trainingen

Van alle werknemers is de top het minst geneigd een training te volgen. 90% van de eerstelijnsmanagers, 80% van beginnende werknemers en 75% van de ervaren medewerkers volgt dit jaar een opleiding, tegen 60% van de topmanagers. Dit blijkt uit onderzoek van het Amerikaanse adviesbureau Novations Group. Twee derde van de respondenten zegt dat de overstap van specialist naar manager de moeilijkste is die ze ooit gemaakt hebben. De overstap naar ceo vindt minder dan een vijfde moeilijk.

Topmanagers geven elkaar miljoenen

De salarissen van bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen zijn in 2006 gestegen tot astronomische hoogten. Dit blijkt uit een overzicht dat afgelopen weekend in de Volkskrant verscheen.
De totale stijging van topsalarissen bij AEX-ondernemingen was in 2006 tien procent. Aanvoerder in de rangschikking van grootverdieners is Don Shephard, topman bij verzekeraar Aegon. Op zijn rekening werd vorig jaar 6,35 miljoen bijgeschreven. meer over zelfverrijking hier .

Topmanagers vinden zichzelf erg charismatisch

Hoe kom je erachter wat topmanagers van zichzelf vinden? Simpel: vraag ze welke eigenschappen een succesvol ceo moet bezitten. En voilà: dan vertellen ze natuurlijke welke eigenschappen zij zelf denken te hebben. Headhunter Egon Zehnder deed zo'n onderzoek (pdf). En wat blijkt? Topmanagers vinden zichzelf erg charismatisch en ethisch.

Saturday, October 13, 2007

Be cheerful, sir.

Be cheerful sir, schrijft shakespeare ergens. Ook als de wereld vergaat, be cheerful. (Waarom eigenlijk sir, en niet lady, of gewoon be cheerful ?)

"Zo jongeman, hoe gaat het ?"
"Ja, goed, jongeheer, en met u ?"
"Lekker aanrommelen."
"Ja, lekker aankloojen."
"Geweldig he, en we worden er nog voor betaald ook."
Gesprek opgevangen bij het toilet van een ministerie.

Ook al heb je inmiddels behoorlijke hekel aan je werk, be cheerful.

Ook al werken sommige ambte-naren destructief en vertragend, be cheerful.

Ook al vind je ambitieuze pvda, vvd, cda en alle politieke tiepjes verschrikkelijk, be cheerful !

Ook al merk je dat de meeste leidinggevenden niet deugen, be cheerful.

Juist degenen die het meeste de hele dag maar wat nerveus in controle willen zijn en aanrommelen, "managers", politici, bestuurders, verdienen het meest, be cheerful.

Hoe zou het zijn om een dolfijn te zijn ? Of een inktvis ? Dolfijnen zijn onderling nauwelijks verschillend, geen hierarchie of andere debiele types die zichzelf alfa apen wanen, vermoed ik. Geen geld, geen grote auto, geen statuskletspraat. Geen navelstaren. Alleen jammer dat ze geen handen hebben. Of ? Be cheerful.

Ook als je hoort dat Pronk en Ter Horst horken waren/zijn en dat Ter Horst gillend tegen de muur oploopt omdat ze helemaal niets kan op binnenlandse zaken en haar frustratie afreageert op ambtenaren, be cheerful.

Als je hoort dat Nijpels en Winsemius wel prettig en ontspannen met ambtenaren konden werken, be cheerful.

Blij dat Verdonk nauwelijks meer te horen of te zien valt, be cheerful.

Als je merkt dat je eigen ministerie hierarchisch is, dat er een parafencultuur heerst, dat veel mensen weinig te doen hebben en dat sommigen daar niet van genieten maar elkaar het leven moeilijk maken, be cheerful.

Als je merkt dat ambtenaren van andere ministeries en je eigen ministerie elkaar tegen werken omdat ze niets beters te doen hebben, dat het lijkt alsof de ratten langzamerhand in de meerderheid raken, be cheerful, sir.

De ambtenaar bestaat niet. De meeste mensen proberen vriendelijk, aardig en behulpzaam te blijven.

Als je hoort dat Al Gore de nobelprijs voor de vrede krijgt, be cheerful.

Als Rinnooy Kan zich zorgen maakt dat er momenteel geen kabinet meer te formeren valt, terwijl het veel beter zou zijn dat de tweede kamer zou regeren en niet ijdelheid, be cheerful. Hm, echt de bevolking laten regeren door op het belastingformulier aan te geven waaraan je het belastinggeld wil uitgeven:

15 % echt onderwijs (aan leraren, niet aan managers/ambtenaren)
15 % aan sociale voorzieningen (rechtvaardige inkomensverdeling 20.000-300.000 p/jaar)
15 % aan bescherming natuur en milieu
15 % aan mens- en diervriendelijke landbouw
15 % aan meer werk van 24 uur, recht op 2 jaar werk voor 20.000 EUR bij 2 werkgevers
15 % aan wegen, openbaar vervoer en waterstaat (minder woon-werk verkeer)
5% aan goede ontwikkelings-samenwerking/hulp, schulden kwijtschelden, prima projecten, meer eerlijke handel, minder corrupte regeringen, malaria bestrijding, schoon water
5% aan het belonen van echte werkers en het ontslaan van managers ea kletspraattypes
1% aan defensie en politie
0,0001% aan wiegel, verdonk, wilders en andere types het land uit, de oprotpremie

Als de "politieke elite" de leuke functies en baantjes blijft verdelen, be cheerful.

Als je merkt dat je in een gouden kooi zit, omdat je niet zoveel kunt, behalve de ambtenaar uithangen, be cheerful !

Soms loop ik langs de binnenhof (je moet jezelf toch af en toe het gevoel geven dat je er wel bij hoort) en dan zie je een blik van herkenning bij Ernst Hirsch Ballin of Winnnie Sorgdrager. Daar moet ik het dan maar mee doen, be cheerful.

Als je liever als rentenier en zonder mening door het leven zou gaan, be cheerful.

Uit "the tempest" van shakespeare:

PROSPERO
You do look, my son, in a moved sort,
As if you were dismay'd: be cheerful, sir.
Our revels now are ended. These our actors,
As I foretold you, were all spirits and
Are melted into air, into thin air:
And, like the baseless fabric of this vision,
The cloud-capp'd towers, the gorgeous palaces,
The solemn temples, the great globe itself,
Ye all which it inherit, shall dissolve
And, like this insubstantial pageant faded,
Leave not a rack behind. We are such stuff
As dreams are made on, and our little life
Is rounded with a sleep. Sir, I am vex'd;
Bear with my weakness; my, brain is troubled:
Be not disturb'd with my infirmity:
If you be pleased, retire into my cell
And there repose: a turn or two I'll walk,
To still my beating mind.



...

Friday, October 5, 2007

Vergissen is menselijk

Betekent vergissen hetzelfde als zwerven of als verdwalen ? Betekent verschrijven hetzelfde als vergissen ?

Expres vergissen betekent liegen. Weigeren toe te geven dat je je vergist hebt is ook een nare karakter-trek; dat soort mensen mijd ik liever.


Inzake het onderstaande stukje van Ivan Wolffers had ik mij herinnerd dat mensen na een scheiding vaker kanker aan de geslachtdelen krijgen, maar er staat iets heel anders !

"Als hij getrouwd was en prostaatkanker had, zou zijn vrouw dan bij hem zijn weggelopen? Deze week las ik een onderzoek waaruit blijkt dat de cijfers van scheiding bij kanker die met de geslachtsorganen te maken heeft erg hoog zijn. Zeker als je het op jonge leeftijd krijgt en het je lust bederft, dan ligt een relatiecrisis om de hoek. De mythe dat mannen hun vrouw met borstkanker in de steek laten klopt niet, maar uit het onderzoek blijkt dat teelbalkanker en baarmoederhalskanker huwelijken in zwaar weer brengt."



De man die altijd zo kwaad werd bij Van Booten en De Bie, dat was niet Cor van der Laak (in het begin enigszins), maar dat was verzetsstrijder Bussink. Toen ik in juni, juli en augustus 2006 vaak kwaad was omdat ik me bedonderd voelde op mijn werk, toen voelde ik mij dus meer een Bussink dan Cor van der Laak.
Die beate bhagwan figuur, dat was Sinatra Tahamata. Volgens mij zijn het elementen in Van Kooten die hij uitvergroot heeft, net zoals de stripfiguren in Toonder allemaal facetten van hemzelf zijn (of gebaseerd op figuren die hij in zijn leven is tegen gekomen). Knappe vakmensen.


Tot slot een humoristische verschrijving van nico dijkshoorn op www.nu.nl:

Voor je het weet valt er geen volkerenmoord meer te verfilmen en zitten we allemaal voor een ruisende televisie te lezen in het laatste boek van Wilders. Mijn Kam.

Thursday, October 4, 2007

Het was geen gezicht,

babette in d'r mercedes, en ze wist het.



Absurdisme van Gummbah.




Atikel van sync geplukt:

Mensen met een conservatieve, rechtse politieke voorkeur, zijn vaker gelukkig dan mensen aan de linkerkant van het politieke spectrum. Sterker: mensen met een linkse signatuur zijn ongelukkiger. Dat blijkt uit een onderzoek onder 90.000 mensen uitgevoerd door de Deense Aarhus School of Business, zo meldt Elsevier op basis van een artikel in Der Spiegel.

De deelnemers kregen 400 vragen voorgelegd over hun politieke houding, vertrouwen in andere mensen, tevredenheid met het eigen leven, religiositeit en hun houding ten opzichte van corruptie. “Hoe linkser de ondervraagden bleken te zijn hoe ongelukkiger ze waren, en andersom,” concludeert onderzoeker Bjørnskov in Der Spiegel. “Die ontevredenheid heeft vooral te maken met opvattingen over wat eerlijk is. Veel meer dan met persoonlijke welvaart.”
Links georiënteerde mensen, ook als ze zelf welgesteld zijn, vinden een samenleving met ongelijkheid van welvaart en status zo oneerlijk dat het invloed heeft op hun persoonlijk geluk.

Werken loont
Wie een voorkeur voor rechts heeft, gelooft dat hard werken, talent en aangeleerde vaardigheden lonen. Verschil in welvaart en status is daar een logisch gevolg van en wordt daardoor gezien als eerlijk en rechtvaardig.
Een land als Denemarken heeft relatief kleine verschillen tussen rijk en arm. “Het verschil in geluk tussen links en rechts is in verhouding ook klein,” aldus de Deense onderzoeker.

Vraag me altijd af waarom die rechtse lui de pechvogels in de samenleving een trap na willen geven, in plaats van voor hen op te komen en een helpende hand te bieden. Misschien zijn ze meer blijven steken in het aapachtige "survival of the fittest". Als zo'n rijkman groenink nou niet via het corps en een goede afkomst miljoenen verdiend had, maar een zoon was van iemand uit het rif gebergte, zou hij dan nu liever ook weg willen uit Nederland ?
En geldt hetzelfde voor crimineelie ?

Ooit las ik het verhaal van een rijke stinkerd die voor zijn eigen bescherming "links" was...nu ben ik succesvol, maar stel dat ik een hersenbloeding krijg of dat het mis gaat, dan wil ik een sociaal vangnet hebben !

Wednesday, October 3, 2007

Terug

Een vermaard geleerde noemt zichzelf in zijn e-mail adres hudo (initialen). Sterk, als je over zo'n vorm van zelfspot beschikt.

"volgens mijn woordenboek is hudo ontleend aan het urdu 'hawda, wat zoveel wil zeggen als gestoelte bovenop olifanten en kamelen. Later is het bij ons bij padvinders en in het leger gebruikt voor provisorisch, draagbaar of chemisch toilet. Zeg maar latrine. Volksetymologisch is het een akronym voor 'houd uw darmen open'. Zoveel voor de skatologie."

Youp van t Hek constateerde het ook al, mensen met een gebrek aan humor en met het onvermogen tot relativering, die zijn gevaarlijk. Bij Verdonk, Wilders, Van der Graaf (moordenaar fortuyn zoeker)of geradicaliseerde mensen zie je weinig (geen) humor of zelfspot.





Political science: de wetenschap van het liegen en bedriegen

Want wat betekent politiek eigenlijk ? Koester de kwetsbare democratie.

Politieke wetenschap, dat is toch feitelijk een contradictio in terminis, twee begrippen die elkaar tegenspreken, net zoals scheppend nihilisme ? Leugenachtige wetenschap. Een paradox.

Tuesday, October 2, 2007

hoor en wederhoor: bjorn lomborg

http://www.lomborg-errors.dk/lomborgstory.doc

Als je bovenstaande link copieert naar het internetraampje dan lees je in het Engels het verhaal van bjorn (een valse nicht ?) die hogerop wil komen en daarvoor alles doet, van een pact sluiten met de media, tot leugens en bedrog.

Een opportunistische dilletant, een goed gebekte knappe "fortuyn figuur" die het gemaakt heeft. Dan blijkt hij wel erg veel fouten en ruzie te maken. Fouten die nooit toegegeven worden, als Lomborg en zijn visie maar gezien en gehoord worden. En het "conflict" sociale wetenschap (je hebt leugens, grove leugens en statistiek) en biologische wetenschap (feiten en meten) komt aan de orde. Plus mogelijke vriendjespolitiek met de premier van Denemarken, Rasmussen.

Nu ik Lomborg in het echt gezien heb, heb ik meer sympathie voor hem dan voor Al Gore of greenpeace (de enige projecten van greenpeace betreffen media aandacht. Greenpeace beeindigt een project als ze media aandacht hebben gehad. Een militante en kwalijke wijze van actie voeren, het is een pr/marketing machine, niet voor niets heeft Lousewies van der Laan er ook gewerkt, het is een reclambureau, een leugenbureau geworden).

Er blijft wel iets van bij, zowel ten aanzien van het milieu/kyoto als van de levenslessen van Bjorn Lomborg.

Een mens huilt, lacht, wordt boos, bewondert, valt van zijn geloof af, is blij, wordt verdrietig, nog wat emoties en gebeurtenissen, gemiddeld zo'n zeventig jaar in Nederland en dan is het allemaal weer voorbij. Dat was 5000 jaar geleden zo (toen gold een termijn van 30 jaar en ik geloof dat er maar een klein deel van Nederland bestond) en dat zal mogelijk over 5000 jaar (een termijn van 100 jaar ? bestaat Nederland nog ?) ook het geval zijn.

Open door.

Het absurdisme is een filosofische stroming waarin wordt gesteld dat het leven in essentie geen betekenis heeft, het onmogelijk is rationeel te verklaren waarom er leven is en dat iedere poging om de essentie van het heelal te ontrafelen gedoemd is te mislukken. Volgens absurdisten is het menselijk lijden het resultaat van vergeefse pogingen door individuen om reden of betekenis in de absurde kloof van het bestaan te vinden. Het idee van absurdisme wordt weerspiegeld in diverse kunstvormen.

Ontstaan

Het absurdisme was een afsplitsing van het existentialisme. De Franse filosoof en schrijver Albert Camus brak met deze filosofische stroming en publiceerde zijn manuscript De Mythe van Sisyphus, waarin hij de vraag van de zin van het leven behandelde en de mythe van Sisyphus gebruikte als metafoor voor het leven zelf. Dit bleek het begin van de absurdistische filosofie. De nasleep van de Tweede Wereldoorlog bracht een sociaal milieu met zich mee waarin absurdistische overtuigingen meer voorkwamen; waardoor de aanhang van de stroming toenam.

Filosofie
Volgens absurdisten proberen mensen sinds mensenheugenis de betekenis van het heelal te ontrafelen en logica in haar bestaan te ontdekken, maar is ieder onderzoek ernaar tevergeefs. De wereld is immers irrationeel en niet vatbaar voor menselijke logica. Het onderzoek naar de essentiële (existentiële) vragen van het bestaan leidt traditioneel tot twee mogelijke uitkomsten: de conclusie is hetzij dat het leven geen betekenis heeft, hetzij men probeert op een kunstmatige manier (zoals via godsdienst) het vacuüm op te vullen. Mensen die tot dit besef komen staan voor een zware filosofische vraag: „Moeten we het leven serieus nemen, of zouden we net zo goed zelfmoord kunnen plegen?“ Omdat mensen het instinct hebben geen gewelddadige dood te willen, kiest men meestal voor de eerste optie, waaruit volgens absurdisten de drang naar een religieuze levensinvulling is te verklaren.

Camus stelt een derde keuzemogelijkheid voor: vrede hebben met het idee dat het leven geen werkelijke betekenis heeft en toch gewoon doorleven. Mensen die voor deze derde optie kiezen zijn volgens Camus absurde helden. In De Mythe van Sisyphus beschrijft hij drie voorbeelden van mensen met deze levensinstelling: de Rebel, de Kunstenaar en Don Juan.

Monday, October 1, 2007

d' Oliveira: un espresso doppio castrato

Aardig dat zo'n belezen man die lord of the flies vertaalde en een goed inzicht heeft in de mens leuke grapjes kan maken over een andere prof. mr. E.Hondius:

Liefhebber van goede wijn, die hij als groot polyglot met gemak in het Frans, het Italiaans of het Spaans kan bestellen, is Ewoud een beminnelijk man. Hij herinnert zich gezicht en naam van zijn studenten en de verjaardagen van zijn medewerkers. Gelukkig, terloops gezegd, dat hij zo'n fenomenaal geheugen heeft, want anders zou hij in zijn bureau, dat volgens getuigen een ware puinhoop is, zijn weg niet vinden.

Dames en Heren,

Ik moge besluiten met een door Jessurun d'Oliveira in een feestbundel bij de 60 jarige verjaardag van Hondius geciteerd vers.

Waar werd oprechter trouw
dan tussen man en vrouw
ter wereld ooit gevonden?
Bij de honden.

Dit negentiende-eeuwse karamellevers illustreert op treffende wijze de trouw van Ewoud in zijn vriendschappen en uitgangspunten. Die trouw van een wakkere hond garandeert de duurzaamheid van de banden tussen de drie faculteiten Utrecht, Leuven en Maastricht, verenigd in de onderzoeksschool Ius Commune.Om al die redenen, Rector Magnificus, moge ik U verzoeken de graad van doctor honoris causa van de Katholieke Universiteit te Leuven te verlenen aan Prof. Dr. Ewoud Hondius.