Wednesday, May 10, 2017

Wie geen fouten maakt, maakt meestal niets

Merk dat Bert wagendorp er vaak naast zit, hoewel ik hem vroeger goed vond schrijven in de Volkskrant.

Nieuw optimisme

BERT WAGENDORP
Gerrit Zalm is gisteren meteen aan de slag gegaan als de nieuwe informateur. De eerste overeenkomst tussen de vier partijen VVD, CDA, D66 en CU ramde hij er meteen even doorheen: de laatste week van juli en de eerste van augustus gaan de onderhandelaars met vakantie. Dat was al meteen een veelbelovend succesje. Met de komst van Zalm naar het Binnenhof heeft een nieuw optimisme zich van de formatie meester gemaakt: Zalm gaat het klusje klaren.
Dat moet ook, want haast is geboden. Lodewijk Asscher dreigt Rutte II alsnog op te blazen. Als er voor Prinsjesdag geen nieuw kabinet is, wil hij dat het zittende kabinet de salarissen in het onderwijs verhoogt, anders stapt de PvdA eruit. Wat hebben we dan? Een demissionair minderheidskabinet van alleen de VVD. Voor je het weet komt het demissionaire minderheidskabinet ook nog ten val. Leg dat maar eens uit aan je Franse buren op de camping.
Maar gelukkig hebben we 'de goedlachse Gerrit Zalm', zoals Het Financieele Dagblad hem gisteren omschreef. Bij een vriend van mij hangt de beroemde foto van Peter Boer van een schaterende Gerrit aan tafel met Dirk Scheringa nog op de wc. Je komt daardoor altijd opgewekt weer terug in de woonkamer. Misschien was Gerrit Zalm destijds als hoofd-econoom en cfo wel een beetje medeverantwoordelijk voor de oplichterspraktijken van Scheringa's bank DSB, maar hij klopte de klanten in elk geval met een gulle lach het geld uit de zak en dat is ook wat waard.
RTL Nieuws had gisteren Scheringa nog even gebeld. 'Gerrit is geweldig met cijfers, dat lukt hem wel', zei de gevallen ex-ceo. 'Hij lost veel op met geweldige humor.' Maar Scheringa (CDA) vreesde dat Zalm over te weinig empathie beschikt om de partijen ook over de ethische kwesties zoals 'voltooid leven' op één lijn te krijgen. 'Het leven is nu eenmaal geen flipperkast', zei Scheringa, met een verwijzing naar een van pinball wizzard Zalms hobby's: flipperen.
Zelf heb ik wel een zwak voor Gerrit Zalm - dat krijgt iedereen die weleens met hem in een rookhok heeft gestaan. Hij is aardig en biedt je graag nog een rokertje aan. Als oud-sportverslaggever spreken omschrijvingen als 'de kolenboerszoon uit Enkhuizen' en 'de broer van een marktkoopman' mij ook erg aan.
Eind vorig jaar verklaarde Zalm in NRC Handelsblad dat hij 'een gesublimeerd minderwaardigheidscomplex' heeft. Oud-directeur van het CPB, twaalf jaar lang minister van Financiën en acht jaar bestuursvoorzitter van ABN Amro en dan zo naar jezelf kijken: ik zie het Dijsselbloem nog niet doen. Je hoeft ook maar heel even met Zalm te praten om te weten dat het geen koketterie was: hij maakt altijd een licht onzekere en wat nerveuze indruk.
Ik vermoed dat hij daarom bij de nieuwjaarsrecepties van ABN Amro ook graag mocht optreden als psychiater Clemens Zalm ('broer van Gerrit'), begrafenisondernemer Frans Zalm, circusdirecteur Carlo Zalm of - zijn beste rol - hoerenmadam Priscilla Zalm ('zus van Gerrit'). Toneelspelers zijn ook vaak onzeker, tot ze in hun rol kunnen verdwijnen en alle schroom van zich afzetten.
Parlementair verslaggevers zullen de komende tijd op het Binnenhof goed moeten opletten. Er kan zomaar een vrome dominee het plein op komen fietsen op een zwarte Gazelle, een knoestige boer kan met een koe aan een touw komen aansjokken of een kunstenaarstype in zomerrok kan uit een Tesla stappen. Laat je niet in de maling nemen jongens, het is Gerrit die alles in de strijd gooit om de boel vlot te trekken en de neuzen één kant op te krijgen

Verouderd

De meest recente – spectaculaire – doorbraak op het terrein van de veroudering, die onlangs wereldwijd de krant haalde, kwam van verouderingsbioloog dr. Peter de Keizer. Toen hij op de afdeling Moleculaire Genetica van het Rotterdamse Erasmus MC een nieuw verjongingsmiddel op muizen testte, zag hij tot zijn grote verbazing dat de bejaarde knaagdieren weer een stuk beweeglijker werden, hun jeugdige haren weer terugkregen en dat enkele organen weer beter functioneerden.
Aan prof. dr. dr. Andrea Maier, internist en hoogleraar veroudering aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en de Universiteit van Melbourne, nu de schone taak om de vertaalslag naar mensen te maken. Ze baarde opzien toen ze vorig jaar in Zomergasten uitlegde dat ouderdom een ziekte is, dus iets wat – op termijn – te genezen zou moeten zijn.

Zouden jullie vijftigduizend euro betalen om er twintig gezonde jaren bij te krijgen?
Peter de Keizer: “Ja, tuurlijk.”
Andrea Maier: “Jazeker. Mits je het kunt betalen, maar natuurlijk!”
Is het niet vreemd dat we allemaal al ons vermogen ervoor over hebben om langer te leven, maar dat de focus erop niet groter is? Op wereldniveau maken we ons eerder druk om oorlogen en terreurdreiging dan dat we al onze energie en geld steken in langer gezond leven.
Maier: “Dat komt omdat de consequenties pas over vele jaren voelbaar zijn. Daarom werkt de antirookcampagne ook zo moeilijk. Als achttienjarig meisje ga je roken omdat je erbij wilt horen, maar je vergeet dat je over veertig jaar longkanker krijgt.”
De Keizer: “Mensen zijn er heel slecht in om aan iets te werken wat nog niet tastbaar genoeg is. Met het klimaat moet het echt helemaal misgaan voor we klimaatbeperkingen gaan invoeren. Ik denk dat veroudering net zoiets is. Terwijl het eigenlijk best heel gek is dat als je mensen vraagt: ‘Ben je voor het ontwikkelen van medicijnen tegen kanker of cardiovasculaire aandoeningen?’, ze volmondig ‘ja’ zeggen, maar als je vraagt: ‘Ben je voor het ontwikkelen van medicijnen tegen veroudering?’, ze zeggen: ‘Mwah, speel je dan niet voor God? Moet je dat wel willen?’ Terwijl veroudering de bron is van veel van die aandoeningen. Dus ergens zit daar wel een gekke discrepantie, ja. Misschien is veroudering te conceptueel voor mensen.”
Landeweerd: “Niet alleen te conceptueel. Ik denk dat we veroudering en de dood nog steeds liever zien als het lot dan als iets wat je kunt controleren. Veroudering en de dood zijn heel lang de enige elementen in ons leven geweest waar we geen ultieme controle over hadden. En ik denk dat de huiverigheid die je in dit soort discussies tegenkomt, te maken heeft met het feit dat ook díe verantwoordelijkheid nu weer op je schouders wordt geladen.”
Maier: “Terwijl, als je zo’n ziekte krijgt, je wel een behandeling wilt hebben. En we er alle baat bij hebben om de oorzaak van die ziekte, namelijk de veroudering, te bestrijden.”

Hoe denken jullie dat er meer vooruitgang te behalen is? Want je zou denken: op een dag kunnen we, net zoals bij de muizen van Peter, de tijd terugdraaien. Maar dan hebben wij er niks meer aan.
De Keizer: “Ik denk dat wij dat nog gaan meemaken, hoor.”

Maier: “Jaaaa. Zeker. Het gekke is dat wij nu ook een manier weten waarmee we veroudering kunnen vertragen, namelijk door er een goede levensstijl op na te houden. Dus die pil is er al! We weten dat je met een goede levensstijl vijftien jaar langer leeft. Niet te veel alcohol, niet roken, en vooral: bewegen. Maar ondanks die wetenschap zijn we heel lui en wordt het ontzettend gestimuleerd om naar die luiheid te leven. We hebben auto’s, afwasmachines, computers, we zitten de hele dag.”

De Keizer: “Ik denk dat alles complementair is. Natuurlijk kunnen we aan preventie doen, maar dat is één ding. Het is net als bij een auto: je kunt voorkomen dat hij roest oploopt, maar op een gegeven moment wordt-ie toch oud, en dan moet je de onderdelen gaan vervangen. Pas als je die twee dingen bij elkaar optelt, kun je met zo’n oldtimer weleens heel lang doen. Minder eten en meer sporten is heel slim, maar dat betekent niet dat je daarnaast niet nog allerlei andere dingen nodig hebt. Wij hebben toevallig net een review geschreven waarin we veroudering met een fiets vergelijken. Daarvoor heb je het smeermiddel WD-40, dat metaal tegen roest beschermt; dat staat voor minder eten. En dan is er de roest-remover, dat is waar ik aan werk: het weghalen ofwel opruimen van foute, senescente (verouderde) cellen. En dan heb je ook nog het plaatsen van nieuwe onderdelen, met bijvoorbeeld stamceltherapie of 3D-printers. En met al die gebieden samen valt er heel veel winst te behalen. Dat alles bij elkaar opgeteld maakt 1+1+1=6.”
Toen de muizen in jouw onderzoek opeens harig werden en heel jong en vitaal, maakte jouw hart toen een sprongetje van geluk omdat je dacht: jee, dat kan zo meteen ook bij mij?
De Keizer: “Ja. Eerst ben je natuurlijk heel sceptisch. Want je denkt: nou, dat moeten we eerst nog maar een keer zien, en nog eens, en nog eens. En op een gegeven moment blijkt het gewoon echt waar te zijn! En dan ga je wel nadenken: goh, daar kunnen we echt heel veel leuke dingen mee doen. Je merkt ook dat mensen er erg enthousiast van worden. We hebben nu ook mails gekregen van mensen uit bijvoorbeeld Amerika die het middel, het anti-verouderingsstofje FOXO4-DRI, al gekocht hebben. Je kunt het inmiddels in China op de markt krijgen. Voor duizend euro kun je tien milligram kopen en dat is genoeg voor een derde van één behandeling. Bij muizen doen we drie behandelingen, dus eigenlijk heb je negentig milligram nodig.”
Maier: “Ga dat alsjeblieft niet zeggen, want dan krijg ik weer zo veel mails, haha!”
De Keizer: “Ja, ik krijg ook allemaal mails van mensen die zeggen: ‘Ik heb het gekocht’ en niet eens: ‘Ik wil dit gaan testen,’ maar: ‘Ik gá dit op mijzelf testen.’ Je krijgt heel veel self-medication. Daar word ik wel heel bang van.”

Hebben die mensen het al uitgeprobeerd?
De Keizer: “Gisteren werd ik gewezen op iemand die ons peptide op zichzelf uitprobeert en dat bijhoudt op foxo4dri.com. Hij claimt meer haar te krijgen en zich fitter te voelen. Iemand anders houdt het bij op foxo4dri.com/others. Hij zegt na een week al te zijn afgevallen, meer uithoudingsvermogen te hebben en een verbeterde longfunctie.”
Maier: “De vraag ‘Wat kan ik doen?’ leeft zeer onder de bevolking. Ik krijg ook zo veel mails dat ik ze bijna niet meer kan beantwoorden: ‘Wat kan ik doen?’ ‘Mag ik op wachtlijsten?’ En die vraag komt met name van mensen die al gezond zijn en al die dingen doen. Dat is echt zo fantastisch.”
De Keizer: “Fanatici zou ik ze eerder noemen.”
Maier: “Nou ja, fanatici, dat klinkt zo negatief.”
De Keizer: “Ja precies, enthousiasts bedoel ik.”


Maier: “Die gaan resveratrol slikken. (Muizen die dat goedje kregen, leefden gemiddeld een stuk langer, en hadden minder vaak kanker en hart- en vaatziektes. Bij mensen is het gunstige effect van resveratrol nog niet onomstotelijk bewezen – red.) Of die gaan aan de rapamycine. (Dit werkt levensduurverlengend bij wormen, vliegen en muizen, en lijkt nu ook unaniem omarmd te zijn als zijnde ‘bewezen’ bij mensen, maar heeft vooralsnog vervelende mogelijke bijwerkingen als ontsteking van mond en lippen, bloedarmoede, een verhoogd gehalte aan vet en vetzuren in het bloed en een verhoogd bloedsuikergehalte – red.). Of aan de metformine. (Dit is net als resveratrol een controversiële verjongingsstof waarvan de werking bij mensen nog niet bewezen is – red.)”

En ga jij zelf ergens aan?
Maier: “Nee. Ik sport heel fanatiek. Krachttraining en bodyattack. Dat is zó goed.
Spiermassa is ontzettend belangrijk. Bijvoorbeeld tegen botontkalking. Het is goed voor alles. Ik sport echt elke dag.”
De Keizer: “Er zijn studies gedaan waarbij ze bejaarden een maand lang een duurloopprogramma hebben laten volgen versus krachttraining. En degenen die krachttraining hadden gedaan, waren echt gezonder. Dus het is niet zozeer uithoudingsvermogen, maar veeleer spieropbouw die veroudering tegengaat.”

Heb jij de neiging om van je eigen goedje te snoepen?
De Keizer: “Nee. Een heleboel van die anti-verouderingsmiddelen, zoals rapamycine en metformine, zorgen ervoor dat je vatbaarder wordt voor allerlei klappen van buitenaf. Dus er is een soort van timing waarop je dat soort dingen moet doen; je kunt niet een heel leven lang die middelen gebruiken.”
Maier: “Nou, dat weten we niet.”
De Keizer: “Oké, fair point. Laat ik het zo zeggen: dat is een hypothese van mij, haha.”
Landeweerd: “Dus de antiverouderingsstrategieën pakken ook weleens nadelig uit voor de overleving van het individu?”
De Keizer: “Ja, je moet daar een balans in vinden.”
Maier: “De timing is inderdaad het belangrijkste. En bij mensen zijn we er gewoon nog helemaal niet uit wat de juiste timing is. Tot hoeveel schade kan je lichaam het nog terugdraaien of niet verder laten accumuleren? Dat is dé vraag. Wanneer moet je ingrijpen met antiverouderingsmiddelen? Gaan we die op een gegeven moment als een soort vitamine D-pilletje of fluoride zien, dat ieder kind als standaard preventie krijgt?”
Maier: “Er zijn heel veel enquêtes over onsterfelijkheid gedaan, en van de jongeren tussen de 18 en 35 jaar zegt ongeveer de helft: ‘Ik wil wel onsterfelijk worden.’ Maar op latere leeftijd willen mensen dat niet meer. Want ja, als je jong bent, wie wil er dan niet nog een keer een leuke vrouw? En daarna een derde, vierde of vijfde jeugdliefde? Maar op latere leeftijd komt er een soort voldoening. Er is ook een groot verschil tussen langer gezonder blijven leven en onsterfelijkheid, vind ik. De discussie en de argumenten zijn heel anders als we het over onsterfelijkheid hebben. Ik denk dat niemand hier aan tafel voorstander is van onsterfelijkheid. Ik ben er zelf in ieder geval geen voorstander van.”


Wat is er mis met onsterfelijkheid? Als het langer leven niet blijkt te bevallen, dan kun je toch alsnog beslissen eruit te stappen. Maar dan heb je zélf de regie.
Maier: “Maar wat is er mis met doodgaan? Ik begrijp dat de dood een beetje beangstigend is, maar als ik er gesprekken over heb met ouderen, dan verlangen ze er niet naar, maar dan vinden ze wel dat je het leven op een gegeven moment moet sluiten, als een hoofdstuk, als een boek. Dat is gewoon iets heel natuurlijks binnen een diersoort.”
De Keizer: “Ik denk dat mensen fossiliseren omdat ze op een gegeven moment aftakelen. Dus je blijft een beetje in het verleden hangen, omdat je denkt: vroeger kon ik meer, vroeger was alles beter. Maar als het mogelijk is om constant in het lichaam van een dertigjarige te blijven, fossiliseer je dan wel?”
Landeweerd: “Misschien komt alles dan wel tot stilstand. Simone de Beauvoir schreef ooit de roman Tous les hommes sont mortels (alle mensen zijn sterfelijk). Hierin voert ze een onsterfelijke edelman op, Fosca, en een actrice, Régine. Zij is met de vluchtigheid van haar roem bezig; hij worstelt met de zinloosheid van zijn stilstaande bestaan. Dus het is de vraag in hoeverre die onsterfelijkheid in abstracto niet gewoon een nieuwe dood is. Omdat alles stil komt te liggen.”
Maier: “Ik zou niet weten waar ik mijn motivatie vandaan zou kunnen halen als mijn leven eeuwig doorging. Ik verheugde me op deze dag. Maar als ik dat morgen, en over duizend jaar opnieuw zou moeten beleven, dan is dat verheugen wel verdwenen.”
De Keizer: “Maar stel dat je daar ook wat aan kan doen? Het gevoel is ook maar een chemische reactie natuurlijk.”
Maier: “Tuurlijk, gaan we die ook weer beïnvloeden. Volgens mij is het ontzettend repetitief aan het einde, nee dank je wel.”
De Keizer: “Maar wat zou dan een mooie leeftijd zijn? Ik denk dat de meeste mensen zeventig vrij vroeg vinden. Toch? Wat is dan een mooie leeftijd?”
Maier: “130. De gemiddelde leeftijd is nu 80,1 bij mannen en 83,9 bij vrouwen. Als je daar vijftig jaar bij doet, is dat in de ogen van veel mensen ontzettend veel. Doordat wij in dit vakgebied zitten, kijken we iets anders. Dan wil je grotere stappen maken. Ik vind 130 ook heel weinig. Maar de meesten schrikken daarvan.”
Landeweerd: “Je zit ergens ook met de wat absurde notie dat in de meest deprimerende voorspellingen over klimaatverandering wordt gezegd dat onze planeet over 150 jaar niet meer geschikt zal zijn voor menselijk leven. Tegelijkertijd zitten we onderzoek te doen om 150 te worden. Daar wringt het wel.”


Verwacht jij dat het spul dat jij je muizen hebt gegeven hetzelfde voor mensen gaat doen?

De Keizer: “Nou, als het niet dit is, dan is het wel een versie 2.0 van iemand anders. Er is een aantal vakgebieden waar heel veel gebeurt en binnen een generatie komen daarvan toepasbare middelen op de markt, daarvan ben ik overtuigd.”
Maier: “Die worden nu al getest.”
De Keizer: “Ja, en het is misschien nog niet ideaal, maar het gaat echt wel komen. Het is naïef om te denken dat dat niet komt. Er zijn nu aardig wat middelen op de markt om ofwel cellen die beschadigd zijn op te ruimen, ofwel die schade zelf weer te verwijderen. Als dat er is, dan kun je de problemen weer een stuk terugdraaien. Nogmaals, ik denk dat het binnen één generatie toepasbaar wordt.”
Maier: “Een moeilijkheid is dat mensen onderling meer van elkaar verschillen dan muizen. Dus van al die antiverouderingsmiddelen die nu in aanmaak zijn, zou je de ene persoon meer van het middel a moeten geven, en de andere meer b of c.”
De Keizer: “Personalized anti-aging medicine.”
Maier: “Afhankelijk van wat bij jou goed gaat of misgaat, door je genenpatroon bijvoorbeeld, pas je de middelen aan. Dus ja, dat is allemaal mogelijk.”
De Keizer: “Dat gaat komen.”
Maier: “Natuurlijk, natuurlijk. We weten nu al op heel jonge leeftijd wie er versneld verouderen en wie er minder snel verouderen. Zelfs aan het uiterlijk kunnen wij al zien: die heeft een snelle veroudering.
De Keizer: “Het maakt niet uit of je rijk of arm bent, iedereen krijgt het.”


Je hoort ook veel dat ze via de aanpak van telomeren je leven kunnen rekken. Bij elke celdeling worden die steeds korter, en hoe korter de telomeren, hoe eerder de dood volgt.

De Keizer: “Ik ben helemaal geen fan van de telomeertheorie. Die is echt een beetje achterhaald.”
Maier: “Ja, wij zijn beide volgens mij non-believers in de telomeren.”


Maier: “Over vijftig jaar weten wij precies wat onze emoties opwekt en dat zijn uiteindelijk gewoon biochemische processen.”
Landeweerd: “Maar je weet dat heel veel mensen het daar niet mee eens zullen zijn. Die zullen toch zeggen dat een emotie niet zo simpel tot biochemie te reduceren valt.”
Maier: “Maar als je gewoon kijkt naar wat er de afgelopen tien à twintig jaar binnen de psychiatrie is ontdekt, is het toch terug te voeren op neurotransmitters die van A naar B gaan. Ik denk dat we onszelf een beetje overschatten als we zeggen dat wij nog iets naast ons lichaam hebben wat ons zo bijzonder maakt als menssoort. Dat is met name onbegrip, die er op dit moment nog is.”
Maier: “Ja. En gebrek aan kennis van de biochemie. Wij zijn op dit moment gewoon nog niet intelligent genoeg om de complexiteit van ons brein te ontrafelen. Daarom is die analogie met een auto zo mooi. Uiteindelijk zijn we gewoon een serie onderdelen.”
De Keizer: “Ja, en wat we daarover weten, schuift net als bij de technologie in de auto-industrie voortdurend op. Kijk bijvoorbeeld naar kanker. In de jaren zestig is dat voor het eerst serieus aangepakt. Nu, zestig jaar verder, hebben we een enórme vooruitgang geboekt: een genezingsgraad van vier procent toen tegenover ongeveer zestig procent nu. Op het gebied van veroudering zijn we nu op het punt waarop we zestig jaar geleden bij kanker zaten, bij wijze van spreken. Dat betekent dat tegen de tijd dat wij het nodig gaan hebben, we hopelijk dezelfde vooruitgang zullen hebben gemaakt op het gebied van de veroudering.”
Maier: “Het is duidelijk dat dat gaat komen, terwijl niemand had gedacht dat we voor de oplossing voor allerlei levensverkortende ziekten bij het onderwerp veroudering zouden belanden. We waren eerst zo orgaan-specifiek bezig, dat we het mechanisme van de veroudering, dat achter die ziekten zat, niet zagen. Maar nu weten we dat veroudering met elk orgaan samenhangt.”

Wat zou nog meer kunnen helpen om het proces te versnellen, zodat wij niet de generatie zijn die net de boot mist? Stel dat Donald Trump tachtig miljard investeert.
Maier: “O, alsjeblieft niet Trump. In zijn geval zou ik zeggen: soms is eindigheid een heel erg goed iets.”


If you want to know who controls you, look at who you are not allowed to criticize.

It is dangerous to be right when the government is wrong.

So long as the people do not care to exercise their freedom, those who wish to tyrannize will do so; for tyrants are active and ardent, and will devote themselves in the name of any number of gods, religious and otherwise, to put shackles upon sleeping men.

Many are destined to reason wrongly; others, not to reason at all; and others, to persecute those who do reason.

No opinion is worth burning your neighbor for.

I disapprove of what you say, but will defend to the death your right to say it.

Voltaire

No comments: