Wednesday, May 10, 2017

Zanger george michael eindelijk begraven. Bericht uit het hiervoormaals.



1.1. DANKWOORD


1.2. VOOR Je ANUS



1.3. Liefste,

Op deze dag zo grijs als haring schrijf ik je een brief waarin het waait
en meeuwen door de wind gedragen cirkels maken in de haven
touwen ijzer hout en letters blauw en wit en netten tonnen plastic
zakjes palen containers apparaten waar ik niks van snap masten
vlaggen ramen schepen overal vandaan overal geweest en ik hoef
nergens om te vragen. Alles is hier al

en jij kent de zee jij vaart op haar jij vecht met haar om wat zij missen
kan - elk schip dat hier nu ligt wordt een schip waar jij op was elke
meeuw die hier nu vliegt een meeuw die jij ook zag en ik hou van
jou geloof ik en ik weet het trouwens zeker maar wat ben ik blij dat jij
al een beminde hebt want alles is hier al en ik hou zo van verlangen
en ik hou zo van alleen zijn en ik hou zo van het denken dat het zou
kunnen als het kon.


© Tjitske Jansen
Uit: 'Het moest maar eens gaan sneeuwen',
Podium 2003.



1.4. Ze gedraagt zich ouwelijk, als een starre gekwetste verbitterde victoriaanse 60plusser, ik ben  emotioneel een gemankeerd gestoord 15 jarig meisje. Kaik, het ies einfach, jai behandelt mai wie scheisse, iech behandel jai wie scheisse.


1.5. QUOTE OF THE DAY-STING
"I really believe that the love song has a part to play in creating a potential world we could realize if we accept the power we have as individuals. I think every problem in the world we face is a result of a lack of love, a lack of care, a lack of consideration. It's a cliche, but it's one that I happen to believe in."


1.6. A loving heart is the truest wisdom. Wie anderen klein maakt, is zelf niet groot. Als ik het onderstaande lees, dan ben ik niet wijs en niet groot.

1.7. Waar werd oprechter trouw
Dan tussen man en vrouw
Ter wereld ooit gevonden?
Bij de honden

1.8. "Barbara eet alle cocktailsaus op", fluisterde hij samenzweerderig tegen zijn dochter. "Wie het kleine niet eert, krijgt het lid op de neus", sprak de helendal buitengemeen zeer gewichtige Oe.Hoe.Boe.Roe.


2. Het is een vreemde ervaring om sinds januari-mei 2016 te ontdekken dat je twee zware persoonlijkheidsstoornissen hebt zoals hieronder beschreven, een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis en een narcistische stoornis. Daar komt mijn haat vandaan die bij een ander tot moord of terechte flinke klappen zou leiden. Blij dat ik dit blog schrijf, enigszins vreemd dat de haat er soms nog is, dat komt door gehuichel. Hoop r nooit meer te zien, walg van r.

2.1. babaa
Nounounou. Dat doet mijn laffe zieke zwakke opstelling met me...maak er een simplificatie van, zij zocht/zoekt een veilige vaderfiguur/therapeut, jij een fijne relatie. 9 maanden had je die illusie, dat je met haar oud zou worden, dat je zo verliefd was, dat je de vorige mislukte relatie vergat. Dat ik het met haar stiekem, geniepig en laf heb afgesloten, daar kan ik woedend of verdrietig om worden of me bedenken dat het juist door mijn aard en gedrag toch nooit gewerkt had. Zo is het.

2.2. Wat hieronder niet staat is dat de liefde verminderd was; het begin van haat was er bij mij. Waardeloos einde en dat neem ik me zeer kwalijk, daarom vervloek ik me en ben ik er te lang mee bezig in het blog, niet in de realiteit. Waarom iemand volhardt in ziekelijk (zelf)destructief gedrag; ik ben verblind door slachtofferig narcisme en bijbehorende gedachten. En een tegenstrijdig ontwijkende persoonlijkheidsstoornis. Iemand met een minderwaardigheidscomplex gedraagt zich minderwaardig; zit ik daar maar suf op mijn werk of mijn blog. Wat akelig. Een ouwelijk egoïstisch ijdel gesloten bang laf achterbaks tiep dat steeds verder weg zinkt in mijn moeras van zieke gedachten. En als ik met haar was een sereen gevoel, dat was goed. En van oktober 2014 tot november 2015 vond ik haar de knapste dame, ik vond dat ze de mooiste hamsterwangen heeft: ik hamster eerlijkheid, vriendelijkheid, vertrouwen en liefde en geef gekwetstheid, hypocrisie, angst, onzekerheid, verbittering en ijdelheid. Tweede keer dat ik iemand afstotelijk en walgelijk ben gaan vinden door haar gedrag en aard, misselijk worden als ik aan r dacht. Nu zie ik weer ook het goddelijke, haar andere kant.
En pijn voelen, als ik aan die diepe zuchten denk als ze voor de spiegel zat. Aan haar loopje, die zuchten en de gesprekken de eerste drie maanden wist ik het eigenlijk wel al ergens...hm, de eerste 9 maanden wilde ik oud met haar worden. En ik had dat 1,5 jaar toch niet willen missen. Net zoals ik de periode zonder haar en de nieuwe liefde niet wil missen.
En als je naar de reden vraagt waarom ze wil breken ze van te voren bedacht heeft om te zeggen "wil je dat nog wel weten" om op die manier te huichelen dat ze met een ander wil afspreken. De lafheid en zwakheid van een huichelend permanent slachtoffer zijn afschuwelijk om mee te maken. Ik vergeef mezelf. Ik feliciteer mezelf.
Veracht niet de ander, veracht het lot of het ongeluk, dan word je gelukkiger. Nog beter is het je verwonderen over mensen en blij en bevrijd zijn. Dat ben ik voor zeker 96 % van de tijd ! Heb een interessante ervaring gehad, op 3 moeilijke nachten na. En nu weer nieuwe ervaringen. Voor je geluk of je goed voelen niet afhankelijk zijn van een ander, de ander kan een mooie extra zijn. Walk tall, walk straight, spit the world right in the eye, the stronger the wood, the straighter the arrow. Whatever happens, happens for the best.




3. Haat heeft zelden iets te maken met dat wat de haat in jouw ogen veroorzaakt. Haat is hangen aan iets wat er niet is. Als je door hebt dat die haat niet zozeer is wat de ander doet maar dat het iets is waar je tegen vecht zal je zien dat het vanzelf verdwijnt. 
Helaas zijn de meeste mensen hiertoe niet bereid omdat ze liever een ander de schuld geven. Dat is (denken ze) veel gemakkelijker. Je kunt ook het basisproces proberen te ontleden. Wat maakt immers dat je iets of iemand haat? Wat doet het in je lijf waardoor die gevoelens boven komen? En vervolgens… wat bewerkstellig je er mee? Lost het iets op? Daarmee kun je inzien dat het geen toegevoegde waarde heeft. Het proces neutraliseren en de emotie als het ware lamleggen, zorgt er voor dat je niet met die negatieve energie rond blijft lopen.

3.1. Emotie lamleggen; als ze flink dronk, dan merkte ik iets van (liefde) emotie, stom als ik ben. Toen ze stopte met alcohol drinken (verbeten, dwangmatig zoals ze veel verbeten en dwangmatig deed, hardlopen, werken, cycling, schaatsen kijken, boodschappen doen, eten, op tijd zijn, met mij skaten, mij laten koken, met mij weg gaan, haast haten), was de relatie snel voorbij. Tegelijkertijd, de serene sfeer met haar, de zorgvuldigheid waarmee ze haar lenzen uit deed (min 11, ze was al blind en toch....zag ze mij twee keer eerder in de auto dan ik haar zag, en naar me gluren bij de tandpasta afdeling in de albert heijn), haar nachtpon aan deed, dat was mooi, de elegantie en verfijning van haar sereniteit, daarom hield ik van haar. En een lofzang op d'r preut. Jammer dat ik geen intimiteit, liefde of dankbaarheid bij haar voelde, dat is mijn grote tekort.
3.2. Het is een schitterend, lyrisch liefdesgedicht dat des te harder aankomt omdat het zo voorzichtig is. Het gaat over de paradox van de kracht die van kwetsbaarheid uit kan gaan: ‘nothing which we are to perceive in this world / equals the power of your intense fragility’. En toch is zachtmoedigheid en kwetsbaarheid me gaan tegenstaan, ook omdat het haar zogenaamd vrijwaart van schuld. Ik ben zielig slachtoffer. Het was en is nooit haar schuld. Ik ben zielig slachtoffer. Of nee, 1 keer was ze gevlucht uit een huis waar ze met een man en zijn kinderen samenwoonde naar extravert narcist tim, daar voelde ze zich schuldig over. Waarom dergelijk laf angstig gedrag herhalen, waarom van de ene ziekelijke relatie naar de andere ziekelijke relatie. Ik voelde dat zij ervoor zorgt dat elke relatie een ziekelijke aanhankelijke gevangene relatie wordt. Vond dat ze lijkt ze op Magdalena, de moeder van Maarten t Hart. 90% tegenstrijdig ontwijkende stoornis, 90% narcistische stoornis, 70% de moeder van maarten t hart. En nu ben ik er klaar mee. Schitterend boek, Magdalena van Maarten t hart !! Meesterwerk ! Mijn favoriete boek van de laatste 3 jaar en ik heb vele goede andere gelezen. Al ruim drie jaar ben ik voornamelijk gelukkig ! Wat is dat gaaf ! Wat word ik daar blij van ! Dat komt vooral door het werk, april 2014 vertrok een dictatoriale leidinggevende (en toch is de relatie weer ten dele mis gegaan door problemen op het werk, maar ik had niet met mijn gebrek aan liefde, dankbaarheid en vriendelijkheid kunnen leven) en dankzij lachgas, dat ik nu ruim zes maanden niet meer gebruikt heb. 1 maal per maand gebruik ik nu wel 5 mg dexamfetamine, mooi effect, als 5 koppen sterke koffie maar dan beter !  Een apotheker vertelde dat zelfs je cognitieve vaardigheden beter worden, zoals rekenen.  

4. Leben in Gedanken taugt nicht(s).

4.1. Ze is dramatisch slachtoffer en dan is contact met een 64 jarige bejaarde een mogelijkheid.

- hij gaat dood binnen 18 jaar, ruim 20 jaar is ze een gekwetste tweedehands weduwe, ik ben blind voor mezelf, blind voor de ander). https://m.youtube.com/watch?v=XZF05HKbv1c
-"ik wist het al eind 2009", zei ze januari 2015. En toen al tegen mij huichelen dat die relatie met schaapjan in 2013 over was, maar ja, een echte relatie vraagt meer dan gedacht.
-ba, let your dad fuk you. fatherfukker.


4.2. Plus het onderstaande, naast 90 % narcistisch heb ik ook nog voor 90% een ontwijkende persoonlijkheids stoornis:



4.3. De ontwijkende persoonlijkheidsstoornis (OPS) is een persoonlijkheidsstoornis die zich kenmerkt door geremdheid en het gevoel minderwaardig te zijn. Tevens zijn mensen met OPS meer dan normaal gevoelig voor kritiek of een negatief oordeel. Mensen met deze aandoening beschouwen zichzelf als sociaal ondergeschikt of onaantrekkelijk. Ze hebben behoefte aan sociaal contact, maar vermijden dit uit angst om afgewezen te worden. De stoornis openbaart zich doorgaans in de vroege volwassenheid. Naar men aanneemt is de oorzaak afwijzing door ouders of leeftijdsgenoten (bv. pesten) in de vroege jeugd. Of de aandoening een gevolg is van sterke sociale controle in de jeugd, wordt nog onderzocht.


4.4. Uit onderzoek blijkt dat mensen met OPS, net als mensen met een sociale fobie, zeer veel aandacht hebben voor hun eigen reacties in het sociale verkeer. In tegenstelling tot mensen met een sociale fobie letten ze echter ook sterk op de reacties van hun omgeving en heeft de problematiek een meer gegeneraliseerd karakter. De chronische stress waaraan men hierdoor komt bloot te staan is mogelijk de verklaring voor het weifelende taalgebruik en de zwijgzaamheid van OPS-lijders. Men zou zo druk zijn met het wegen en beoordelen van sociale interacties dat het verbaal eraan deelnemen erbij inschiet.


4.5. De eerste vermeldingen van OPS dateren uit het begin van de twintigste eeuw, al kreeg het pas vele jaren later de benaming ontwijkende persoonlijkheidsstoornis. In zijn werk uit 1911 genaamd Van Dementia Praecox tot de groep van schizofrenieën beschreef de Zwitserse psychiater Eugen Bleuler patiënten die kenmerken van OPS vertoonden. Ontwijkende en schizoïde patronen werden vaak met elkaar verward of als synoniemen gebruikt totdat de Duitse psychiater Kretschmer in 1921 een onderscheid maakte. Dit onderscheid maakte hij met behulp van de eerste relatief volledige beschrijving die hij zelf had opgesteld.


4.6. Mensen met een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis worden volledig in beslag genomen door hun eigen tekortkomingen. Ze vormen enkel relaties met anderen als ze ervan overtuigd zijn dat ze niet afgewezen zullen worden. Verlating en afwijzing is voor mensen met OPS vaak dermate pijnlijk dat ze er nog liever voor kiezen om eenzaam te zijn dan dat ze proberen contacten aan te gaan. Mensen met OPS kunnen de volgende kenmerken vertonen:
  • Overgevoeligheid voor afwijzing/kritiek
  • Zelfopgelegd sociaal isolement
  • Extreme verlegenheid of angst in sociale situaties, al heeft men een sterk verlangen naar hechte relaties
  • Vermijden van lichamelijk contact omdat dit in verband gebracht wordt met onaangename of pijnlijke prikkels
  • Gevoelens van onbekwaamheid
  • Een extreem laag zelfbeeld
  • Zelfhaat
  • Wantrouwig naar anderen toe
  • Emotioneel afstandelijk wat betreft intimiteit
  • Uiterst zelfbewust
  • Problemen in het beroepsmatig functioneren
  • Zichzelf beschouwen als eenzaam, al vinden anderen de relatie met de OPS-lijder misschien wel zinvol
  • Gevoelens van minderwaardigheid naar anderen toe
  • Het gebruiken van fantasie als een vorm van escapisme om zo pijnlijke gedachten te stoppen
  • In extreme gevallen soms agorafobie

4.7. Er zijn tot nu toe nog geen duidelijke oorzaken vastgesteld. Men vermoedt dat een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis ontstaat door een combinatie van sociale, genetische en psychologische factoren. Er is mogelijk een verband tussen de ontwijkende persoonlijkheidsstoornis en erfelijke temperamentsfactoren. Met name verschillende angststoornissen die zich tijdens de kindertijd en jeugd openbaren kunnen in verband worden gebracht met een temperament dat gekenmerkt wordt door gedragsmatige geremdheid (gedragsinhibitie), verlegenheid, angst, en terughoudendheid in nieuwe situaties. Deze erfelijke kenmerken vormen mogelijk een genetische aanleg voor OPS. Emotionele verwaarlozing op jonge leeftijd en afwijzing door leeftijdsgenoten wordt eveneens in verband gebracht met een verhoogd risico op de ontwikkeling van OPS.


Fobisch typeAlgemene onrust maakt plaats voor een te vermijden tastbare onbezonnenheid; onzekerheid en onrust als gevolg van een welbepaald verschrikkelijk iets of weerzinwekkende omstandigheden.
Tegenstrijdig typeInnerlijke onenigheid en tweestrijd; angst voor zowel afhankelijkheid als onafhankelijkheid; veranderlijk; aarzelend, verward, gekweld, gevoelsuitbarstingen, verbitterd; angstgevoel dat niet te verhelpen valt.
Hoogsensitief typeUiterst bedachtzaam en wantrouwig; afwisselend paniekerig, doodsbang en gespannen, gevolgd door overgevoeligheid, zenuwachtigheid en prikkelbaarheid.
Zelf-verwerpend typeZelfbewustzijn verdringen of fragmenteren; pijnlijke herinneringen verdringen; ondraaglijke gedachten en impulsen verwerpen; uiteindelijk zichzelf verwerpen (suïcidaal).


4.8. Het DSM-IV definieert de ontwijkende persoonlijkheidsstoornis als een aanhoudend patroon van sociale geremdheid, gevoelens van minderwaardigheid en een overgevoeligheid voor negatieve beoordeling. De stoornis uit zich in de vroege volwassenheid in verschillende situaties.


De ontwijkende persoonlijkheidsstoornis wordt behandeld met verschillende technieken, waaronder sociale vaardigheidstraining, cognitieve gedragstherapie, exposure-therapie om geleidelijk aan sociale contacten op te bouwen, groepstherapie om sociale vaardigheden te oefenen, en soms medicatie. Het vertrouwen van de patiënt krijgen en behouden is van essentieel belang, aangezien mensen met OPS geneigd zijn therapiesessies te vermijden als ze de therapeut niet vertrouwen of bang zijn afgewezen te worden. Het voornaamste doel van zowel individuele therapie als groepstherapie is het uitdagen en corrigeren van de negatieve gedachten(patronen) van de patiënt.


5. Rrrrrrrrrot toch op met je gedateerde praatjes. Ze zei de eerste maand dat ze zo makkelijk was, mannen werden altijd moeilijk, zij was de makkelijkste. In de relatie met mij werd het helaas weer  moeilijk door onbegrip en dan had ze het over bejaarde jan met zijn onnozele praatjes, wat een krankzinnige fatherfukker is me dat. Want naast godin heeft ze die kant ook, de zwakte en kwetsbaarheid van een mooi gevoelig mens. Het is allemaal zo verdrietig en zielig. Verdriet en woede zijn hetzelfde.

5.1. Something new would arrive
Something better would arrive


Sommige kwellingen worden een gave


5.2. Denk eens aan alle mensen die tussen 16 mei 1940 en 1 januari 1945 zijn gestorven zonder te weten dat Hitler verslagen zou worden.


5.3. Het verdrietigste voor sommige schrijvers is het er je niet bij neerleggen dat schrijven een bezigheid voor huichelaars is, vooral voor verschrijvers van juridisch geneuzel. Want alle kenners van de menselijke ziel en overige jezuïten hebben sinds een jaar en een dag uitgemaakt dat het maar het voordeligste is je mond te houden als iets je niet bevalt;  Multatuli's voortdurende (en mijn tijdelijke) woede die hem zelden iets opleverde, als hij zijn mond niet hield wanneer het een of het ander hem niet beviel.




6. Wat pijn deed was toen ik met haar begin dit jaar 10 herten zag of exotische vogels of zeehondjes en toen nog dacht, dat had ik met brabara kunnen zien. Of als ik de aluminium giant triple x uit 2012 ontdek met schwalbe big apple banden en dan denk, goh, die fiets had zij kunnen proberen, wat een fantastische fiets is dat ! Het vermindert, dat gevoel, it fades and eventually it dies, fortunately. Nee, dat is niet zo erg. Het ergste is mijn haat over haar en mijn laffe, griffermeerd huichelachtige aard en dat ik het in de hand gewerkt heb en dus ook nog kwaad op mezelf. Kill. Verkild. Vandaar die opluchting en bevrijding, als iemand zo doet en is, dan kun je daar niet rouwig om zijn. Haat is een rot emotie, die ik gelukkig steeds minder voel, eigenlijk is het nu reets weg. Schrijf het op en je bent er vanaf. En dat ik de eerste 9 maanden het meest verliefd ooit ben geweest, dat was mooi  ! Ook wat naïef en dom, maar ja, dat is verliefdheid !
"Waarom type je geen d in reeds ? Dit leest vreselijk lastig, dat zogenaamd leuk doen."
"Waarom gebruik je een t waar een d hoort te staan ? Erg sdorend om de lezen."
"Volgens mij te vaak de d van domoor gebruikt, de d is versleten."


6.1. "Wees gelukkig dat je daar vanaf bent, als ze daar niet eens volwassen met jou over kan praten, als ze zo AU AU schreeuwend in een auto zit, als ze zo bang is." Au au au, ik ben een gekwetste vrouw.


6.2. Before you accuse me, take a look at yourself.


Hoe voelt het om net zoals tim "light" grof, bot, respectloos, liefdeloos, laf, zwak, achterbaks en huichelachtig met een partner om te gaan ?
Hoe voelt het om AU AU AU te schreeuwen als je mij aan ziet komen fietsen terwijl je in de auto van de bejaarde plaats neemt ?

Is er echt iets gebeurd op 7 mei 2017, zag haar eerst wachten op iemand met dat hondje (snel schokkerig naargeestig bang gekromd omdraaien toen ze mij zag, dat deed ze eerder, augustus 2016, ook toen gekleed met mijn cadeau leren jack) en ruim een uur later zag ik die schreeuw scene, gestoorde autiste is ze ook nog, of ze wist al van de klappen die ze zou gaan krijgen of ze wist dat bleek hoe slap, zwak, laf, bang, gestoord, geniepig en huichelachtig ik ben. Dat komt er nou van als je mensen als oud vuil behandelt.

Hoe voelt het om een jaar later contact te zoeken, na vijf eerdere pogingen ? Flut, komt ook door bovenstaande gebeurtenis en het zoeken naar een verklaring of ze nou door mijn gedrag zo is geworden (ja, ook) en terug verlangen naar die serene zachtmoedige dame van de eerste negen maanden. Met als kanttekening dat die aanhankelijke kwetsbare zielige houding en een narcistische codependentiele achtergrond voor problemen kan zorgen, in elke relatie. "Op zich", haar stopwoord, is zo juist, het triviale is vaak interessant, je ziet het pas als je het door hebt.


6.3. Kijk, ik zal het je nog 1maal uitleggen, domoor, er is een subtiel verschil tussen kritiek en karakter(zelf)moord, maar ja, wat was eerder, de kip of het ei. En de rest van je leven met Hare Gekwetstheid Narsissi doorbrengen. Als godin heb je een zware taak en dan is een beetje waardering en bewondering belangrijk. Ik kan natuurlijk niet tegen dat contrast, zij ziet eruit als 43 jaar, hij als 66 plus en als een mekkerend schaap, alsof dochter calimero en vader schaepjan op stap zijn. Ja joh, als jij haar vertrouwde en veilige gevoel met jou ondermijnt door haar uit te maken voor akelig kreng en narcist, you've got nobody but yourself to blame. Toch zo kleinzielig om mijn pijn te retourneren. En maar in het verleden leven, die verschrijver, in de werkelijkheid is dat niet waar, alleen op schrift, op zich, lafbek dat ik daar ben. De lafbek, die ik daar ben. Schluss damit. Life is very short, and there's no time for fussing and fighting, my friend.


6.4. 14 december 2015

"Daarmee moet je OPHOUDEN ! DAARMEE MOET JE OPHOUDEN !"
"Waarmee?"
"Zeggen dat ik me als slachtoffer gedraag over tim, JE WEET NIET HOE ERG HET WAS!"
"Maar dat heb ik helemaal niet gezegd of geschreven, ik zou niet durven, was daar niet bij, dat is jouw cirkelgedachtegang." En na haar geschreeuw met vertrokken mondje en gepijnigde grimas over haar eigen zieke gedachten dacht ik, dat is dubbelop slachtofferschap, ze is woedend dat ik haar niet voldoende als slachtoffer erken. En ik heb maximaal driemaal voorzichtig gezegd dat ze in het algemeen als slachtoffer over komt, maar zeker niet naar tim verwezen. Nou ja, als zij zo gaat schreeuwen, dan vond ze het blijkbaar niet prettig. Hoe vreselijk is dit. "Zielig ben ik, he," schreef ze daarna wel, dat dan weer wel, dat dan weer wel. Ik ben ook maar een mens en wat ik zeg ben ik zelf.

6.5. Fondation les amis de Barbara
Ce que j'ai vue chez barbara, an sich, c'est une belle femme qui me parait d'avoir 43 ans, qui a les emotions d'une fille malade de quinze ans et qui voudrait etre comme une dame de 65 ans dans l'age victorienne. Elle est 90% co-dependant et narciste dans ses relations. J'ai rencontre 20 femmes plus prochement et elle est le plus narciste, pour 60% narciste et pour 30% co-dependant, ou parfois, par example les neuf premiers mois, 60% codependant et 30% narciste.


6.6. Het onderstaande is ten dele van toepassing op barbara op zich eigen lijk van de griend. Hierdoor, naast mijn verbazingwekkende taalvaardigheid en mijn verbluffende inzicht en charme, hoopte ik eindelijk wel een relatie met haar te krijgen. Begrijp ik nog steeds niet waarom dat nou niet lukte, so, who is the fucking autistic :


6.7. Codependent

De sensitieve of geremde narcist gaat gebukt onder een minderwaardigheidscomplex en kan daardoor geen kritiek verdragen. Om dit te vermijden letten ze voortdurend op anderen.

Door zichzelf constant met anderen te vergelijken, hebben ze steeds het gevoel te kort te schieten wat vervolgens gecompenseerd wordt met carrière maken en prestatiedwang. Omdat zij altijd "de beste" willen zijn, kunnen ze niet blij zijn voor een ander. Jaloezie en afgunst zijn de meest voorkomende emoties. Dankbaarheid tonen ze nooit, hooguit schaamte wanneer ze niet voldoen. Hun leven draait om hoe de buitenwereld hen ziet, in bezit, doen en laten en uiterlijk.

Relaties met andere mensen

Mensen met narcisme kunnen zichzelf vaak charmant en interessant presenteren, de eerste indruk is bijna altijd goed. Voor hun zelfwaarde zijn ze volledig afhankelijk van de bevestiging en waardering van een eventuele partner of een ander maar de gevoelens van die ander laat hen koud. Na een tijdje begint hun berekenende en koude houding op te vallen en wordt duidelijk dat alles alleen maar om henzelf draait. Ze eisen een voorkeursbehandeling en wanneer ze hun zin niet krijgen, voelen ze zich beledigd. Ze zien nooit iets verkeerds in hun eigen gedrag, de schuld ligt bij een ander. Die ander wordt sowieso gezien als gebruiksvoorwerp, iemand met narcisme heeft geen interesse in een ander en mist empathie. Bij een eerste kennismaking kan iemand met narcisme geïnteresseerd doen maar dit is schijn, een middel om het doel te bereiken.

Relatie met een partner

Iemand met narcisme kan heel goed, gedurende korte tijd (9 maanden ?!, niet de volle 100% sensitief narcist, ook codependent, nietwaar), de aandacht op de ander richten. Zeker wanneer zij voelen dat dit nodig is om bewonderd te blijven worden. Ze zijn intuïtief. Zodra de partner echter de eigen wensen en behoeften openbaart, beginnen de problemen en worden de relaties vaak beëindigd. Op afwijzing en/of kritiek wordt vaak woedend gereageerd. 





8. De nachtegalen

Ik heb van 't leven vrijwel niets verwacht,
't Geluk is nu eenmaal niet te achterhalen.
Wat geeft het? - In de koude voorjaarsnacht
Zingen de onsterfelijke nachtegalen.


J.C. Bloem (1887-1966)

Onsterfelijke ?


8.1. Als ambtenaar op twitter. Wat levert het op ? NIETS
Als ambtenaar op barbara. Wat levert het op ? NIETS
Als barbara op zich. Wat levert het eigen lijk op ? niets



8.2. Daniel Arends, havo, kort, erg geestig, schateren voor mij:


https://www.youtube.com/watch?v=EYVAdC_X5_g






8.3. Cake by the ocean, ook om vrolijk van te worden:


https://www.youtube.com/watch?v=vWaRiD5ym74


8.4. Tuesday burak yeter feat danelle:


https://www.youtube.com/watch?v=Y1_VsyLAGuk


8.5. Only love can break your heart (Neil young), liever die van Coco sumner, maar die is verwijderd, is weer teruggeplaatst :


https://m.youtube.com/watch?v=vZAajrxvDs4


https://www.youtube.com/watch?v=-4yweON2N74



9. Onvoorwaardelijke liefde


Wederom theoretisch, ik ken geen stel met onvoorwaardelijke liefde (de eerste zes tot tien maanden van een relatie soms het gevoel van onvoorwaardelijke liefde), ook van internet gehaald, het biedt mij inzicht:

Liefde is een gevoel. En een gevoel is iets dat je voelt. Liefde voor iemand is dus iets dat je voelt. Een gevoel kun je hebben. Maar een gevoel kun je niet weggeven. Ik kan mijn gevoel niet aan jou overhandigen. Liefde kan daarmee noch gegeven, noch gekregen worden. Liefde voor een ander kan alleen gevoeld worden. En dat gevoel kun je aan de ander laten zien.

In de meeste gevallen zal het laten zien van dat gevoel door de ander worden gewaardeerd. Maar dat betekent nog niet dat je daarmee liefde aan die ander geeft. Er valt niks te geven (er valt alleen iets te voelen), en er valt dus ook niks te rantsoeneren of te ontzeggen. Of te krijgen/ontberen. Als een ander laat zien dat hij van je houdt, dan geeft hij je niks. Hij laat alleen zijn gevoel zien. Je krijgt dan niks, maar je neemt waar dat de ander van je houdt en dat is een fijn gevoel.

Dat we dit op prijs stellen, betekent nog niet dat we het kunnen afdwingen. We kunnen een gevoel niet gebruiken als handelswaar. We kunnen niet zeggen: als jij je naar mijn voorkeur gedraagt, dan krijg jij mijn gevoel van liefde voor jou. Er valt niets te krijgen. En omdat er niets te krijgen valt, valt er ook niets te geven. Geven of krijgen van liefde is dus een illusie. Een illusie die gebruikt wordt om gedrag af te dwingen. Voorwaarden stellen aan liefde is dus onmogelijk. Voorwaardelijke liefde is namelijk helemaal geen liefde. Voorwaardelijke liefde is chantage op basis van een illusie.
Liefde kan niet anders zijn dan onvoorwaardelijk. Zodra er voorwaarden aan gesteld worden, is er geen sprake meer van liefde, maar van minachting. En minachting is simpelweg geen liefde.
Bij het stellen van voorwaarden aan liefde gaan we er vanuit dat de ander onze liefde nodig heeft. En dat wij, door die liefde te rantsoeneren (voorwaardelijk te maken), gebruik kunnen maken van die behoeftigheid om daarmee gedrag van die ander te kunnen afdwingen. Voorwaardelijk van iemand houden betekent dat je jezelf superieur vindt aan die ander. Voorwaardelijke liefde betekent dat de ander jouw liefde meer nodig heeft dan andersom. Voorwaardelijke liefde is daarmee gebaseerd op minachting.

Exclusieve liefde, liefde voor maar één persoon, is daarmee ook een illusie. De gedachte dat je alleen liefde kunt (en mag) voelen voor degene met wie je op de een of andere manier een afspraak gemaakt hebt, is natuurlijk ook gewoon een voorwaardelijkheid. Het is een soort culturele afspraak. Een culturele voorwaarde. Niets of niemand kan bepalen wat je voelt, en dus kun je ook zonder een afspraak te maken, of zonder voortdurend samen te zijn, van iedereen houden van wie je houdt. Zo kun je ook prima van een ander houden als die ander er geen blijk van geeft van jou te houden. Liefde is immers geen handelswaar. En op babara na leven we niet in het victoriaanse tijdperk.


 Attachment is the very opposite of love. Love says, “I want you to be happy.”Attachment says, “I want you to make me happy”.


 
In true love you attain freedom



9.1. Liefde en vrijheid
Liefde is gekoppeld aan vrijheid. Iemand die werkelijk van je houdt zal je altijd alle vrijheid verlenen. Dat kan niet anders omdat het beperken van vrijheid een voorwaardelijkheid is, en voorwaardelijkheid en liefde zijn tegengesteld aan elkaar. Ze kunnen niet tegelijkertijd en samen bestaan. Mensen die werkelijk van je houden hebben dus geen andere keuze dan je alle vrijheid te verlenen, net zoals jij geen andere keuze hebt dan vrijheid te verlenen aan degenen van wie jij werkelijk houdt. Liefde is nou eenmaal onvoorwaardelijk, en onvoorwaardelijk betekent zonder voorwaarden.
Ken geen stel of relatie met onvoorwaardelijke liefde, de eerste maanden soms die illusie.
9.2. De mate van vrijheid die iemand je gunt is dus onverbrekelijk verbonden aan de mate van liefde die hij/zij voor je voelt. Als iemand zegt: ‘ik hou van jou’, en hij probeert je vervolgens voorwaarden op te leggen (en dus je vrijheid te beperken) dan sprak hij niet de waarheid. Dit eenvoudige principe geldt voor alle situaties waarin mensen met elkaar omgaan. Zowel dus tussen twee mensen als in een collectief. Een regering bijvoorbeeld die beweert dat ze handelt uit liefde voor volk en vaderland, en vervolgens voorwaarden en onvrijheden oplegt aan dat volk, zo’n regering spreekt niet de waarheid.


10. David Sylvian, Ruychi Sakomoto: forbidden colours


https://www.youtube.com/watch?v=x1YkHJJi-tc


“I'll go walking in circles
While doubting the very ground beneath me
Trying to show unquestioning faith in everything”


10.1. Antony, crazy in love:


https://m.youtube.com/watch?v=JMX2rpvAg88



10.2. Daniel Arends, beroofd:


https://www.youtube.com/watch?v=PMeQQFWYhFk&app=desktop







11. Victoriaans tijdperk 1837-1901

Onder Victoria was Groot-Brittannië de toonaangevende natie op de wereld en het Britse Rijk een wereldrijk. Hoe men in Groot-Brittannië over de zaken dacht, werd over nagenoeg de gehele wereld van belang geacht.

In de Victoriaanse tijd was men zeer preuts. Niet voor niets staat de Victoriaanse tijd bekend als 'de eeuw van de kuisheid'.

De Victoriaanse tijd was ook de periode van de industriële revolutie, het kolonialisme, imperialisme en sociale ongelijkheid, vooral tussen mannen en vrouwen. De stromingen van de romantiek, het communisme en het anarchisme ontstonden.

Elementen van de Victoriaanse levenshouding zijn: conservatisme, zelfvoldaanheid, strenge fatsoensnormen, nuchterheid en humorloosheid. De gegoede burger gaf de toon aan; vroomheid en ingetogenheid waren de deugden die een ieder moest beoefenen; uitingen van seksualiteit en erotiek waren in het openbare leven taboe. Typerend is ook dat het verschijnsel van de zogenaamde dubbele moraal op seksueel gebied (volstrekt verschillende normen voor man en vrouw) hoogtij vierde. Voor vrouwen was 'kuisheid' het belangrijkste ideaal. Voor mannen was het getolereerd, als ze dat maar niet al te publiekelijk verkondigden, om zich aan uitspattingen over te geven in de talloze informele bordelen die bijvoorbeeld Londen rijk was. De welvaart en zelfvoldaanheid van het burgerdom zijn weerspiegeld in de Victoriaanse stijl.

Over het algemeen was men overtuigd van de superioriteit van de westerse beschaving die de 'onbeschaafde' rest van de wereld moest 'redden van hun barbaarse gewoonten' en tot het christendom moest brengen (zie 'The white man's burden'). Een optimistisch vooruitgangsgeloof was de norm in Europa en Amerika.
Ruim een eeuw lang zijn de puriteinen van de Victoriaanse tijd in Groot-Brittannië verguisd: de vrouwen wier seksuele beleving erop neer kwam dat je 'op je rug ging liggen en aan Engeland dacht'.




12. Als ik zo eens aan het schoonmaken ben, of de aardappeltjes afgiet, dan denk ik AMMEHOELA. Of in soortgelijke omstandigheden mijn leven overpeins dan denk ik AMMEHOELA. Dat werkt op termijn vervelend, dat de hele tijd opeens AMMEHOELA als centrale kerngedachte verschijnt. Ben ik dan echt zo dom, dat ik dat woordje AMMEHOELA niet eens uit mijn gedachten verbannen kan ? Blijkbaar. En dat ik helemaal geen vernieuwende of andere ideeën heb, maar me beperk tot dat AMMEHOELA.



13. Eventjes
AAF BRANDT CORSTIUS
'Elk platform, elk mediaplatform of elke andere YouTuber of wat dan ook zal er wel wat over te zeggen hebben', zei Enzo Knol, onze beroemdste YouTuber, toen hij vrijdag met zijn vriendin Dee in het filmpje 'Het is voorbij' aankondigde dat ze het hadden uitgemaakt. Omdat ik ook een platform ben, of in elk geval een wat dan ook, hier mijn duiding.

Je wist al voor het kijken dat 'Het is voorbij' een dramatische wending in het bestaan van Enzo zou aankondigen, want de titel was niet in capslock. Zijn dagelijkse bezigheden - minecraften, dingen met heliumballonnen doen, van springkussens in zwembaden springen en dat filmen - krijgen altijd titels als DAT IK DIT HEB GEDAAN!!! of: DEZE MINIGAME IS GEWELDIG!
Zo niet 'Het is voorbij'. 'Het is voorbij' was serieuze kost. Maar, laten we wel wezen, het was ook entertainment. Twee huilende YouTubers, 2,7 miljoen kijkers, een doos tissues en teksten als: 'Soms dan kom je op een punt en dan kun je elkaar niet meer geven wat je nodig hebt of zoiets' - ja, dat is gewoon vermaak. Ik voel me niet bezwaard om dat te zeggen, want Enzo zelf neemt zijn verdriet ook niet zo zwaar op. Hij kondigde in het filmpje aan dat zijn fans niet bang hoeven te zijn dat hij stopt met video's plaatsen, en sinds 'Het is voorbij' van vrijdag zijn we alweer getrakteerd op vijf nieuwe, niet-relatiegerelateerde filmpjes met titels als 'ACHTEROVER VAN MIJN STOEL GEVALLEN!'
Als YouTubekijker annex platform meende ik te kunnen zien dat de beslissing om het uit te maken ook meer bij Enzo dan bij Dee lag. Zij bouwde nogal wat reserves in het hele statement in, meestal door slinks gebruik van het woord 'eventjes'. 'Nu is het gewoon eventjes op.' 'Bij ons is het gewoon eventjes op. Het is gewoon even klaar.'

Hier spreekt de vrouw, spreekt een andere vrouw uit ervaring, die een uitgemaakte relatie middels semantische trucs probeert om te draaien in een time-out.
Ook was Dees neus veel roder dan die van Enzo, zij huilde, hij amper, en toen ze hoopvol zei: 'We waren niet alleen vriendje en vriendinnetje maar ook gewoon beste vrienden, maar ik denk niet dat dat zomaar voorbij is', staarde Enzo alleen maar blanco onder de klep van zijn pet door.
Ook was Enzo, tijdens deze meest dramatische vlog uit zijn YouTubecarrière, regelmatig afgeleid door voorbijkomende sirenes of geluidjes uit de keuken, en zei hij op een gegeven moment zelfs tussen al Dees gehuil en gehannes met zakdoeken door: 'Ik moet een beetje wennen aan de nieuwe keuken, want die maakt nog wat geluiden. De ene keer de koelkast, de andere keer de vaatwasser.' Vervelende petdragende man! Richt je op je huilende ex en niet op de geluidjes uit je gesponsorde vaatwasser! Ik raad Dee aan om in momenten van gemis die twee zinnetjes terug te kijken op YouTube.

14.‘Weg met de prestatiemaatschappij’, was daarin de gemene deler. Zinvol werk en interne motivatie voor iedereen.
There is no evil system.” Het zijn de woorden van Don Draper, de gevierde New Yorkse reclameman uit de serie Mad Men. Aflevering acht, hij is net uitgefoeterd door een hippie, die hem toebeet dat híj als reclamemaker de Grote Leugen fabriceert, hebzucht creëert. „Sorry dat ik je dit moet vertellen, man”, antwoordt Don Draper. „Er is geen grote leugen. Geen ‘wicked us’, geen ‘innocent them’.”
Braaf draaien we mee in een systeem dat ons de grootste welvaart in de geschiedenis van de planeet heeft gegeven. Maar om je werk goed te doen hoef je niet je ziel en zaligheid je kantoor of co-workingspace mee in te slepen. Zelfontplooiing op de werkvloer werkt averechts zodra je niet elke dag het gevoel hebt dat je weer een stukje van je menselijke kapitaal ontgonnen hebt.
In een tijd waarin zelfs winkelpersoneel wordt aangesproken als succesproject is gewoon je werk doen misschien wel de grootste vorm van rebellie.
Schreeuw dat carrièretaaltje terug in z’n hok. Geef het de plaats in je leven die het toekomt, en niet meer. Niks mis met een negen-tot-vijf-mentaliteit. Maar verspil je tijd niet met zinloos moddergooien naar ‘de economie’ of ‘het systeem’.
Dat is het verbaal afkopen van werkelijke bezinning. Omarm de markt. Maar laat de markt jou niet in al je emotionele hebben en houden omarmen.  

Geriatrische relaties. 'Ik vind geloven in iemand die alles bestiert tamelijk infantiel. Het is een regressief, kinderlijk verlangen.'



1. Deze vrouw is naar eigen zeggen opgeëist door de voorchristelijke oppergod Wodan. Nu is ze hogepriesteres.
2. Wodan (‘een vrij humeurige god’) praat voortdurend tegen haar. ‘Dat kan vervelend zijn. Ik heb na een tijdje de afspraak gemaakt dat wanneer ik aangeef er geen zin in te hebben, hij dat respecteert.’
3. "Jij bent veel vrijer van geest," zei Eline maart 2015 over me en narsissi.

4. Blame zeds dead wel aardig bij body pump: https://m.youtube.com/watch?v=BZE-U2-ySLk

5. Meestal ben ik gelukkig alleen. Gister top, vandaag begint het minder.

6. Only  love can break your heart. Bij mij is het telkens haat. Zelfhaat ? Misschien ook wel, zelfhaat omdat ik weer niet met een relatie om kan gaan, 1 van de 4 waarmee ik wel oud wilde worden. Als je dood verklaard wordt of je verklaart de ander eerst dood, dan ben je dom bezig. En ik had te maken met een moeilijk mens, determination to succeed in establishing difficult relationships.
Held op bamboe sokken.

7. "Ik kon het niet geloven, dat jij me dat artikel over narcisme stuurde", maar het komt allemaal door http://www.narcistischepersoonlijkheidsstoornis.nl/kind-van-narcistische-ouders/ en ops.

8. Het is zeer goed mogelijk dat haar ex, bejaarde jan (of zijn vrouw vanwege een scheiding of een eerlijke bui van janneman), haar die dreigbrieven gestuurd heeft. Vervolgens toch maar afspreken, ziet eruit als haar oude vader. Hij biedt haar schijnzekerheid, daar kan zij zich jong bij voelen, vertrouwd veilig. Het is altijd nog erger dan je denkt. 


9. Een lofzang op d'r preut is wel terecht, wat had ze een fijne lekkere. Blij dat ik gelukkig ben op mijn werk en dat ik van de rotte leidinggevenden af ben, dat helpt voor het levensgeluk. Een licht trieste melancholieke bui af en toe hoort erbij, dat maakt het leven ook mooi. En analyse, en, en, en, en zoveel.


10. Ze wil met een 64plus jarige een vaderfiguur (:god met onnozele praatjes volgens babara) terug halen, een veilig geborgen gekoesterd kind gevoel, dat zoekt ze in een relatie; het veilige gevoel van een tijd die er niet meer is, een afhankelijk kind dat opgevangen wordt en aandacht en liefde krijgt.
Voor altijd slachtoffer kind. 


11. Hoe bombastischer en gewichtiger de taal, des te hypocrieter en leugenachtiger; vul je leegte met een geloof in juridische clichés en een starre denktrant. Had dat jaar niet willen missen, een bijzondere ervaring, verrijkend en verarmend tegelijkertijd. Sommige kwellingen worden een gave. Heb het meeste van haar gehouden en...op een vreemde manier, ik vind en vond mijn laffe en zwakke aard in mei/juni 2016 en daarvoor afschuwelijk. En had haar ook nog uitgemaakt voor akelig kreng en narciste begin februari (en ze was weliswaar egocentrisch aan het drammen, maar dan had ik de wijste moeten zijn en niet de waarheid moeten gaan schelden, zo is het op zich).
12. Goh, dat ik via google door die verwijzing naar de blog post "haar laatste brief" van juni 2007 via verschrijver het al ongeveer tien weken had kunnen weten, dat zij met een ruim 10 jaar oudere man in de weer was; internet blijft ook een vreemd fenomeen, bijzonder algoritme heeft Google. En wat is die film "ex machina" goed, zij deed me aan die vrouwelijke robot denken. Waarom nou toch mensen zo behandelen, hoe ziek kun je zijn, hoe kun je zo met jezelf leven.
13. Huichelachtig met een ouwe vent willen afspreken, het komt weer even allemaal naar boven. En toch...die zwartleren jurk...de roze nagels, haar sereniteit, voldoende eeuwige momenten (dramatisch, ook dat nog !) waar ik de rest van mijn leven op kan teren, wat was ik verliefd. Denk nu aan de roodgelakte nagels en het pijpen en de intimiteit die ik van haar krijg. Ba durfde mijn piemel niet aan te raken en had nooit een orgasme. Interessant allemaal. Dat seks zo belangrijk voor me is, levenslust. Nichts lockt die Frohlichkeit mehr an als die Lebenslust. Es gibt kein tierchen so froh wie die kleine spermatoso.




14. Uit een yoga tijdschrift met het bekende probleem, theorie en praktijk :

Als door een donderslag bij heldere hemel worden we verliefd. Opeens wil je de twinkeling in elkaars ogen vangen en de tijd stilzetten. Maar ver­liefdheid duurt niet lang. Sommige wetenschappers beweren slechts drie weken, andere hebben het over uitschieters van drie jaar. En na die drie jaar? Bij sommige stellen gaat de verliefdheid over . in houden van. Soms fladderen er nog wat vlinders, meestal is de sfeer ontspannen en een enkele keer stormt het flink. En tja, als zij continu op haar telefoon zit en schaatswedstrijden bekijkt tijdens een gezamenlijke activiteit ? Dat neem je dan maar voor lief. Deze relatie wil je graag behouden, maar hoe houd je de vlinders levend en de ergernis buiten de deur?

Vaak ligt de oorzaak van twijfels over je geliefde bij jezelf
Kies nooit voor wantrouwen. Wil jij samen met je partner (onvoorwaardelijke) liefde ervaren, dan moet je deze niet willen testen. Je moet er op durven vertrouwen. Dus ook al heb je af en toe je twijfels over je relatie, ga niet je partner testen om te kijken of hij nou echt wel zo leuk is of trouw is aan jou. Irritaties en twijfels horen bij een relatie, vaak ligt de oorzaak van twijfels bij jezelf in plaats van de ander. Laat ze los en je zult merken dat de liefde tussen jullie opleeft.


Pas als jij van jezelf houdt, kan de liefde gaan stromen. Dus zorg voor voldoende inspiratie in je leven. Lees mooie boeken, zet je in voor iets anders dan jijzelf, volg een inspirerende workshop. Met andere woorden: blijf jezelf ontwikkelen. Als jij een liefdevoller, ontspannen en spontaner mens bent, zijn problemen in je relatie ook beter behapbaar. Dan ben je in staat ze van meerdere kanten te bekijken, de ander beter te begrijpen, om over jezelf heen te stappen als dat nodig is. Alle lessen die je leert, zijn brandstof voor je relatie. Daarmee verhef je een relatie tot kunst.

Toewijding aan liefde.
Wanneer je Liefde wilt ervaren, zul je je moeten openstellen om in alles en iedereen het goddelijke te zien. Door de tegenstellingen in onze wereld is dit een uitdaging. We zijn immers geneigd om direct een mening te vormen over iemand op basis van opleiding, politieke voorkeur of zoiets banaals als (teva) sandalen. De uitnodiging van Liefde is om je los te maken van al deze ogenschijnlijke verschillen: het is het overstijgen van de dualiteit waar wij in leven. In Liefde zijn er geen egocentrische verwachtingen, er is geen angst. Hoewel Liefde gaat over een alles overstijgende Liefde, staat die niet los van je relatie. Je relatie is Liefde ! Tenminste, als jij dat toestaat.
Door met onvoorwaardelijke liefde, zonder angst en oordeel naar je partner te kijken, ontstaat er ruimte om iemand te zien zoals hij of zij werkelijk is. Vaak creëren we een beeld over onze partner van hoe we willen dat hij is. Maar dat beeld sluit lang niet altijd aan bij de persoon met wie we ons leven delen. Door alle filters, wensen en oordelen los te laten, kan er een Liefde relatie ontstaan. Een relatie die jullie allebei laat groeien, zodat liefde kan plaatsmaken voor Liefde.
Geef extra aandacht, en dit is misschien wel het belangrijkste binnen een relatie, aan de liefde voor jezelf. Want als jij jezelf het niet waard vindt om liefde te mogen ontvangen, waarom zou jouw partner dan wel zijn best voor je moeten doen? Als jij onvoorwaardelijk van jezelf gaat houden, gaat de liefde tussen jullie beiden ook meer stromen. Dan hoeft hij jou ineens niet meer keer op keer die bevestiging te geven, jij bent namelijk al compleet.
Als twee partners gelijkwaardig zijn en respectvol met elkaar omgaan, ontstaat er tussen hen een ruimte waarbinnen ze beiden kunnen groeien, leren, hun sensuele energie ervaren en de liefde vrij kunnen laten stromen. Maar zo’n vrije ruimte ontstaat niet zomaar.
Deze ruimte kan pas ontstaan als jij stevig in je schoenen staat en weet wie je bent. Daarom kan het belangrijk zijn om juist je lichaam uit te blijven dagen, het bijvoorbeeld sterker en soepeler te maken door middel van yoga, zo houd je jezelf gecentreerd, kalm en open om te geven en te ontvangen.
Het allerbelangrijkste is dat we de weg van liefde blijven bewandelen. Want uiteindelijk moeten we zelf de keuze maken om Liefde in onszelf te vergroten. En dat is een kwestie van doen. Vergeef iemands trekjes, blijf jezelf ontwikkelen, beoefen Liefde en doe yoga. Dan houd je je relatie sprankelend. Makkelijk zal het nooit zijn, maar uiteindelijk is een relatie ook je sleutel tot innerlijke groei. Swami Vivekananda verwoordde dit mooi:


 ‘Wie zich wil ontwikkelen, moet liefhebben. Wie stopt met liefhebben, zal sterven.’




15. ’Een van de verrassende dingen van het leven is dat, als je ouder wordt, je je vaak realiseert hoe ongelooflijk kleinzerig, kinderachtig en haatdragend je kunt zijn. Zozeer dat je er zelf weleens van schrikt. Dan is er alle reden om dat enigszins te corrigeren.
Je komt dan al gauw uit bij ’Heb uw naaste lief als uzelf’. Onze naaste als onszelf liefhebben, betekent dat wij hem behandelen zoals wij zelf behandeld willen worden. 



16. "Wie anderen klein maakt is zelf niet groot."


Hieronder gaat over narcisme, voor jou niet zo relevant, voor mij wel interessant :


In relatie met een narcist zal een codependent continu worden gekwetst, maar daar geen consequenties aan verbinden. Codependentie is in feite een verslaving, en wordt vaak ook mede-afhankelijkheid genoemd. Het leven van een codependent is vaak pijnlijk, kwetsend en zwaar, door het herhalende patroon van het jeugdtrauma in relaties. De codependent voelt dat het niet goed met hem gaat, maar blijft zijn destructieve gedragspatronen in relaties herhalen. Vaak levert het krijgen van een positieve bevestiging of positieve aandacht van de narcistische partner een extatische shot op voor het gevoel van eigenwaarde van de codependent. Dit houdt hem op de been en geeft hem de kracht om nog meer van zichzelf weg te geven, in de hoop op een volgend shot. Maar naarmate de relatie vordert, zal dat gevoel van (schijn)eigenwaarde door een positieve bevestiging of aandacht steeds korter aanhouden. Hierdoor zal de codependent steeds meer positieve bevestiging of aandacht nodig hebben van zijn narcistische partner om zich staande te houden. De codependent voelt dat deze relatie niet goed voor hem is, maar hij denkt dat hij het onder controle heeft, mits hij maar hard genoeg zijn best doet. Zelfs als de codependent depressief wordt of een burn-out krijgt, zal hij doorgaan met hetzelfde gedrag in de hoop op een nieuwe shot positieve bevestiging en aandacht van de narcistische partner.

De narcistische partner daarentegen zal naarmate de codependent zich meer inzet en meer van zichzelf geeft op weg naar een volgend shot positieve bevestiging of aandacht, geneigd zijn om de codependent meer te kwetsen en deze weg te duwen en respectloos te behandelen. Mede omdat het respectloos behandelen van de codependent geen negatieve gevolgen heeft voor de relatie, kan de narcist zijn gang gaan. De narcist kan de codependent slecht behandelen, omdat de codependent dit toelaat, accepteert en er zelfs nog harder voor gaat vechten om het de narcist naar de zin te maken.


Het waarom
Waarom blijft een codependent ondanks dat hij keer op keer gekwetst wordt in een relatie met de narcist? De reden hiervoor kan worden gevonden in de jeugd. De meeste mensen met codependentie zijn opgegroeid met een narcistische ouder. Op jonge leeftijd leert een kind met een narcistische ouder dat hij om liefde aandacht te krijgen, een tactiek moet bedenken om zijn ouder een goed gevoel te geven. Hij leert dat hij alleen liefde krijgt als hij zijn ouder pleast. Een kind dat al op jonge leeftijd leert pleasen om zijn narcistische ouder tevreden te stellen, zal zich later aangetrokken voelen tot narcistische partners, omdat dit voor hen vertrouwd en normaal voelt.

Een codependent is zich in eerste instantie in relatie met een narcist niet bewust van zijn gebrek aan zelfliefde, zelfvertrouwen en eigenwaarde, omdat hij dit niet mee heeft gekregen uit zijn jeugd. De codependent is ervan overtuigd dat de narcist hem zelfliefde, zelfvertrouwen en eigenwaarde kan geven, mits het hem lukt de narcist te veranderen in een liefhebbende partner. En hiervoor heeft de codependent alles over. Hij beseft niet dat hem dit nooit zal lukken.


De weg naar heling
Het is voor de codependent belangrijk inzicht te krijgen in zijn jeugdtrauma’s, zodat hij inziet waarom hij steeds opnieuw gedragspatronen in intieme relaties herhaalt die schadelijk en kwetsend voor hem zijn. Vaak heeft het te maken met zijn overlevingsstrategie als kind. Die strategie is nu overbodig geworden en staat gezonde relatiepatronen in de weg. Een therapeut zal hem helpen de negatieve relatiepatronen te doorbreken, door inzicht te creëren in de jeugdtrauma’s.

Zelfliefde
De enige echte weg naar het doorbreken van destructieve relatiepatronen is zelfliefde. Een codependent die vastzit in het narcistisch mishandelingssyndroom heeft nooit geleerd van zichzelf te houden. Zowel de narcist als de codependent hebben in feite nooit geleerd van zichzelf te houden. Maar beiden gaan hier anders mee om.

Door zelfliefde en eigenwaarde te ontwikkelen, zal het de codependent lukken om de narcist te kunnen weerstaan. Wanneer de codependent van zichzelf leert houden, zichzelf leert respecteren en voor zichzelf leert zorgen, zal hij geen narcistische mishandeling meer tolereren. Helaas is het erg moeilijk om zelfliefde op te bouwen, als dat er nooit geweest is. Daarvoor is oa inzicht nodig in de eigen volwassen grenzen en behoeftes. Leren waar de codependent zich goed bij voelt, wie hij is en waar hij blij van wordt.

Intense eenzaamheid

Wanneer een codependent eigenwaarde gaat ontwikkelen, zal hij aanlopen tegen de intense eenzaamheid die hij door en tijdens zijn jeugd heeft ervaren. Een codependent heeft niet de ervaring dat hij zich alleen veilig en gelukkig kan voelen. Dit zal hij moeten leren. Hiervoor zal hij de zeer heftige gevoelens van eenzaamheid uit zijn jeugd moeten doormaken en omarmen. Dit is een zeer zwaar proces, te vergelijken met het afkicken van alcohol of drugs. Wanneer de codependent deze gevoelens aangaat, zal hij met kleine stapjes van zichzelf leren houden en voor zichzelf leren zorgen. Uiteindelijk zal de intense eenzaamheid geen bedreiging meer zijn, omdat de codependent liefde en steun bij zichzelf kan vinden.


17. Een artikel over de vereniging mensa, herken er wel iets in van mezelf, zeker tussen 42 en 48 jaar (leeftijd) en het omschrijft haar:

Gekwetstheid is een vorm van slachtofferitis. Nu is slachtofferitis een breed maatschappelijk verschijnsel en zul je het in zekere mate moeten gedogen. Mijn natuurlijke reactie op dit soort gedrag is: negeren. En als dat niet voldoende is: wegblijven van plaatsen waar de Gekwetsten en Slachtoffers zich verzamelen. 
Altijd is er wel één of andere (machts)strijd gaande waarvan mensen zich het slachtoffer voelden. Dat kon iets heel kleins zijn, bijvoorbeeld een goede grap die zogenaamd kwetsend was. Of het was groter: een groep mensen voelde zich aan de kant gezet door het bestuur. De slachtoffers vertrokken niet, kwamen niet met voorstellen of maatregelen, maar bleven voor eeuwig hun Gekwetstheid uitdragen. Omdat ik daarnaast ook leuke sociale intelligente mensen had ontmoet, bleef ik – enigszins naïef – het idee houden dat er een moment zou komen dat de sfeer weer normaal zou worden.
Pas achteraf kan ik zeggen dat de sfeer van klagerigheid niet tijdelijk was maar kenmerkend is voor de cultuur binnen de vereniging. Je Gekwetst voelen geeft status binnen Mensa. Het lijkt wel een wedstrijd. Wie zich het meest Gekwetst voelt heeft gewonnen. Je Aangevallen voelen doet het ook goed. Of Bedreigd. Of Beledigd. Of Gediscrimineerd. Of Verontwáárdigd. Allemaal statusverhogende emoties. Ach en wee.
Binnen Mensa worden de Gekwetsten niet genegeerd, integendeel, ze krijgen speciale rechten. Het hebben van kwetsgevoelens rechtvaardigt onder meer (lijst is niet volledig): negeren, jokken, belasteren, haten, demoniseren, drammen, vals beschuldigen, zuigen, piepen, klagen, manipuleren, ruzie zoeken, dreigen en dwarszitten. Allemaal gedragingen die, gut, wat toevallig, ook voorkomen bij sektarische bewegingen. Het is niet nodig om achteraf je excuses te maken voor je gedrag, ook niet als je door de mand valt. Als Gekwetste heb je namelijk een soort van diplomatieke onschendbaarheid.
De humorloze gekwetstheidsprofeten zullen namelijk geen kans onbenut laten om je bijdragen uit hun context te rukken en er een eigen betekenis aan te geven, zodanig dat ze zich maximaal Gekwetst kunnen voelen. Alles om maar de eervolle positie van Slachtoffer te bereiken. Ter bescherming van die status gelden bepaalde (ongeschreven) regels.
Zo is het bijvoorbeeld uit den boze om naar oplossingen te zoeken. Actie ondernemen, met goede voorstellen komen, maatregelen treffen, de telefoon ter hand nemen om dingen uit te praten of desnoods gewoon je lidmaatschap opzeggen, het lijkt allemaal niet toegestaan. Op handreikingen van de (vermeende) tegenpartij dient met agressie gereageerd te worden. En al is de ander nog zo duidelijk, je bent verplicht om net te doen alsof je het niet begrijpt, zodat de situatie zo ver mogelijk kan escaleren. Het spreekt voor zich dat er over deze cultuur uit den treure wordt geklaagd, zonder dat er ooit iets verandert. En zo is slachtofferitis een belangrijke pijler van de Mensacultuur.


18. Net op mijn werk gelezen, uit de Linda geloof ik, ja relevant, moet binnenstebuiten of buitenstebinnen tegenwoordig, niet meer die ivoren toren ! :

Waar het allemaal om draait, is dit: ware schoonheid zit van binnen. Sla er de Disneyencyclopedie nog even op na en neem deze overkoepelende moraal goed in je op. Goed, het is een platitude waarbij het glazuur van je tanden springt. Dus willen we het niet horen. Maar het is wél waar. Misschien heeft het iets te maken met de wet van de aantrekkingskracht. Wie blij de wereld tegemoet treedt, krijgt het volgens haar per kerende post terug van het universum. En dat begint bij positief denken. Iedereen die weleens PMS’end een kroeg is binnen­gestapt, weet dat je dan minder aanspraak hebt dan wanneer je er zelf­verzekerd binnenstapt. Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk. Op dit vlak kunnen we wellicht wat leren van onze mannelijke wederhelften. Ja echt. Want heb je ooit het ‘schat, heb ik in deze broek een dikke kont?’-scenario andersom ervaren? Dachten we al.
Wat zeggen die goeierds dan altijd? “Nee hoor schatje, je bent prachtig.” En wat zeggen wij dan altijd? “Dat zeg je alleen maar om ervan af te zijn.” En mochten we toch al op oorlogspad zijn, dan onderwerpen we de arme man vervolgens aan een spervuur aan intimiderende vragen waar een KGB-officier wit van wegtrekt, zodat de scène een paar minuten later eindigt met een verwarde man die blijkbaar net tóch heeft gezegd dat de kont inderdaad dik is, terwijl hij dat echt niet had gezegd. Ja, vrouwen zijn vreselijk. Vreselijke wezens die zelden iets aannemen van mannen. En daar hebben we vooral onszelf mee. De evolutiepsychologie leert ons bijvoorbeeld dat mannen meer zijn van de grote lijnen. Huis en haard beschermen, voedsel verzorgen, nageslacht produceren, dat soort dingen. Een vaderfiguur. God. Veiligheid bieden in een relatie. De rest mogen vrouwen zelf invullen, want die zijn juist gefocust op de details: het klaarmaken van dat voedsel en het opvoeden van dat nageslacht. Dat verklaart dus meteen waarom de meeste mannen prima overweg kunnen met hun spiegelbeeld. Ze zien immers de grote lijn. En die buik? Dat is een detail. Maakt het uit. Wij daarentegen kennen elke striae­streep, put en porie bij naam, en zijn vervolgens ook nog in staat om dat allemaal grondig te overleggen met onze man. Die tot voor kort alleen de grote lijnen zag en die prachtig vond, en nu ineens óók weet wat er allemaal aan ons mankeert. Niet doen dus. Nóóit. Geloof die man nou toch een keer als hij zegt dat hij je mooi vindt zoals je bent. Want dat ís niet alleen zo, het is ook nog eens de evolutie die dat bepaalt. En de evolutie heeft altijd gelijk. 





"Mensen vrezen wat ze niet begrijpen. Ik ben voor veel bang en daardoor verrot."

"Het is een lastige kwestie, want je hebt het over een persoon met wie je me blijkbaar zag, dan gaat het dus over het hier en nu, niet over toen, en op het hier en nu wil ik niet ingaan. Maar op zich begrijp ik natuurlijk wel je vraag naar toen. Wat toen eigenlijk alleen aan de orde was, was dat ik om bepaalde redenen graag met iemand wilde afspreken, dat niet durfde te zeggen uit angst voor boosheid bij jou, maar het ook niet stiekem wilde doen. Dat maakte dat ik mij in het nauw gedreven voelde, met de bekende uitkomst. De dingen die je verder noemt waren ook aan de orde, los hiervan, of misschien valt het niet los van elkaar te zien. Samen een goede tijd hebben is wel iets anders dan samen oud worden. Dat was ons hoe dan ook niet gelukt, is de overtuiging die ook toen al bij mij had postgevat. Ik hoop dat dit een toereikend antwoord is en ben blij te horen dat het goed met je gaat."

"Oud en lelijk worden, voor zover dat op zich niet reeds het geval is, betreft mijn grote angst. Als ik nou eigen lijk een relatie heb met een bejaarde, dan ben ik daarover minder onzeker. Op zich en eigenlijk zijn zinloze vulwoorden, die wijzen op leegheid en snobisme. En meer van mij bevindt zich in die klank dan in de jeugd waarom je van mij houdt. Dat bombastische, gewichtige en huichelachtige taaltje hierboven valt me op zich lelijk tegen. Mooi, af te schrijven rotte tanden van het braken en roken."

Ik vergeef en feliciteer mezelf.

Mijn borsten blijven drijven. Heldhaftige rechtsvinding. Een ballade tussen leven en dood, bij uitstek.




Als ik mensen de hand schud, betekent het vaak dat ik ze liever dood zou zien. De mensen van wie je houdt, die geef je geen hand. Die omarm je, of je gaat naast ze lopen en dan zeg je: 'Wacht eens, sta eens stil', en daarna haal je een klein vliegje uit hun haar. Dat zijn intieme momenten. Je hangt met je hoofd vlak voor de ander en je pulkt aan zijn of haar hoofd. Vaak trouw je daarna en heb je vier jaar later twee kinderen en een onverkoopbaar huis.
Handen schudden betekent: afstand. Tot hier en niet verder. Hallo, niet leuk om je te zien. Ik schud de hand die je zojuist om je lul had en waar je over enkele minuten pinda's mee uit een schaaltje gaat staan graaien. Daarna geef je weer iemand anders een hand.
Door Donald Trump is dat allemaal veranderd. We wisten het eigenlijk wel, dat handen schudden niet helemaal klopte, maar nu Trump bijna dagelijks een andere wereldleider naar zich toe sleurt is alles anders.
Handen schudden ligt onder een vergrootglas. Daarom heb ik deze week enkele varianten geprobeerd.
De onverwachte handdruk beviel me wel. Een Vietnamese loempia bestellen bij zo'n klein karretje, de loempia aannemen, dan de hand schudden en het Vietnamese dwergvrouwtje in een keer, over de toonbank, uit de kar sleuren. Daarna eventueel omarmen en zeggen: 'Je bent nu hier. Je bent veilig. Kom maar, Vietnamees.'
Buschauffeurs een hand geven werkt ook goed. Met een bus vol wachtende mensen de chauffeur in kwestie uitvoerig bedanken voor de rit door het centrum. 'Magistraal, hoe u bij die ene kruising de bocht aansneed. Nee, echt, proficiat. U bent een chauffeur naar mijn hart. Een toppertje ben je, weet je dat! Helemaal toppiewoppie. Kanjer!' Ik noem dat: Methode Erica Terpstra.
Vanavond, als de vriendin thuiskomt, ga ik haar een hand geven. Kijken wat er dan gebeurt. Ik verwacht daar veel van. Klaar gaan staan boven aan de trap, haar indringend aankijken en dan de hand schudden. Een beetje zoals je mensen zwijgend een hand geeft als ze iets hebben gewonnen of verloren. U hoort nog hoe dat ging.





Brimstone and treacle:




https://m.youtube.com/watch?v=D9FzFBaI5Ws








"What I'm saying in 'I Hung My Head' is that there are no accidents with guns. You pick up a gun to feel that power of death over life - that's why you're guilty. There's a kind of symbolic magic attached to the concept of a gun that will almost create a situation where you have to use it, or you use it by accident."


"Een partij en politiek leider hebben de plicht een serieuze bijdrage te leveren aan de toekomst van het land. Geef je de toekomst van het land vorm? Of blijf je hangen in het verleden en cultiveer je de angsten van mensen? In het laatste geval hoor je niet bij de vorming van een kabinet te zitten".


"Political parties are ideal institutions for marshaling fear and prejudice and stupidity, but not for realizing human potential."


Politics is used for personal gain. Truism.




Het zal u niet verbazen dat er nog altijd mensen zijn die vinden dat het met de ongelijke verdeling van de welvaart in de wereld wel meevalt. Vooropgesteld: ik gun iedereen zijn loon, beloning en of vermogen, mits eerlijk en legaal verkregen; ik heb op zich niets tegen succes en rijk zijn. Maar als bijna 1 miljard mensen rond moeten komen met minder dan $ 2 per dag, vind ik moreel gezien dat daar véél eerder iets aan moet worden gedaan dan b.v belasting-verlaging voor de rijk(st)en (zie VS). In Nederland heeft de rijkste 1% ongeveer 25% van alle vermogen in handen; echter, de rijkste 1% ter wereld heeft evenveel vermogen als ALLE ANDERE MENSEN ter wereld ! En het wordt nóg erger als blijkt, wederom volgens berekeningen van Oxfam Novib, dat slechts 8 mensen (allen mannen !) évenveel vermogen hebben als de armste 50% (dus bijna 4 miljard mensen !) op deze wereld ! Wie dat nog eerlijk, redelijk en of normaal vind komt écht van een andere planeet. En nu er steeds meer naar buiten komt over de manieren waarop multinationals en (zeer) rijke individuen hun fiscale verplichtingen ontwijken of zelfs ontduiken, is het plaatje duidelijk. Er MOET een hele hoop veranderen aan de wereldwijde belasting-ontwijking en -ontduiking door bedrijven en mensen met grote vermogens. Simpelweg omdat overheden zo duizenden miljarden per jaar aan nodige fiscale inkomsten missen die juist bedoeld zijn om een deel van de kloof tussen arm en rijk te overbruggen ! Zoniet, dan zal de ene na de andere regering heel onaangenaam merken dat de rest (lees: de overgrote meerderheid) dit niet meer pikt …


De trend is namelijk compleet de andere kant op: in veel (Europese) landen dansen regeringen al geruime tijd en óók steeds meer naar de pijpen van steeds machtiger wordende multinationals. Het is zo ongeveer iedereen wel duidelijk dat de individuele burger, die vroeger al weinig te betekenen had, nu helemaal kansloos is en alleen nog maar op mag draven als er gekozen moet worden. Blij gemaakt met een hele hoop beloftes, miljarden-bedragen voor HUN belangen en vriendelijke woorden. Maar daar komt weinig tot niets van terecht zodra de betreffende man, vrouw of partij aan de macht is en een geheel eigen (lees: ANDERE) agenda uitvoert. In de column van morgen kunt u lezen hoe dat in de VS is gegaan met de loze beloftes van Trump aan zeer grote delen van de bevolking; en in veel Europese landen gaat het niet anders. Het is niet voor niets dat de traditionele politici doodsbenauwd zijn voor de opleving van het populisme, die beweert dat zij de macht aan het volk terug zullen geven; overigens vrijwel altijd een loze belofte ! En als een continent als de EU, met 500 miljoen consumenten achter zich en een schier oneindige politieke macht, een veelheid aan knievallen doet aan multinationals dan weet u genoeg. Ik bedoel natuurlijk vooral de clausules in de handelsakkoorden waarin bedrijven overheden aan kunnen klagen over de gevolgen van bepaalde politieke beslissingen, zodat zij de wet indirect naar hun hand kunnen zetten ! Daarmee hebben die politici ONZE democratie aan bedrijven verkocht …


Aslander 





Is Kant riskant?
Over de risico's van filosofie
door Maarten 't Hart

In 1993 verscheen, van de hand van fysicus Steven Weinberg, Dreams of a final theory. Daarin luidt de titel van hoofdstuk 7 stoutmoedig ‘Against Philosophy’. Uiteraard is deze nobelprijswinnaar niet de eerste fysicus die zich frontaal tegen de wijsbegeerte keert. Einstein had de filosofie al omschreven als een poging om een pikzwarte kat te grijpen in een geheel verduisterde kamer. Maar dat is een badinerende uitspraak en zulks geldt voor de meeste uitspraken van fysici. Murray Gell-Mann zei: ‘Ik heb een doktersvoorschrift dat me zegt dat ik geen ruzie mag maken met filosofen.’ En John Bahcall merkte op: ‘Ik geloof dat het Leibniz was die ooit de filosofie omschreef als de discipline waarin men een heleboel stof doet opwaaien en vervolgens klaagt dat men niets kan zien. Dat is een mening die door veel geleerden gedeeld wordt.’

Weinberg echter, en dat is een groot verschil met zijn voorgangers en collega's, laat zich niet badinerend uit over de filosofie. Bij hem geen humor, maar woede. Weinberg typeert de wijsbegeerte als gevaarlijk, als schadelijk, als riskant. Wijsbegeerte brengt volgens hem hardnekkige vooroordelen in de wereld die de vooruitgang van het wetenschappelijk onderzoek belemmeren. Het enige voordeel dat hij nog ziet in de filosofie omschrijft hij aldus: ‘Kennis van de filosofie lijkt echter geen enkel nut te hebben voor natuurkundigen - altijd natuurlijk met de uitzondering dat sommige filosofen ons helpen de fouten van andere filosofen uit de weg te gaan.’ Voor het overige is hij van mening dat de wijsbegeerte ‘redeloos ondoeltreffend’ is en hij deelt onomwonden mee: ‘Ik ken niemand die in de naoorlogse periode actief heeft deelgenomen aan de vooruitgang van de natuurkunde die bij zijn onderzoek belangrijke steun heeft gehad van het werk van filosofen.’ Verderop in ‘Against Philosophy’ geeft hij een aantal voorbeelden van ernstige belemmeringen van wetenschappelijk onderzoek als gevolg van wijsgerige vooroordelen. Daarbij spitst hij zich toe op de schadelijke invloed van het positivisme op het onderzoek van de kleinste deeltjes. Met name Ernst Mach wordt als de grote boosdoener gezien.

Behalve Mach figureert ook Descartes in zijn artikel als kwade genius. ‘De volgelingen van Descartes,’ zegt Weinberg, ‘hadden moeite om Newtons theorie van het zonnestelsel te accepteren. Hoe kon een goed cartesiaan, die geloofde dat alle natuurverschijnselen konden worden teruggevoerd op de invloed die materiële lichamen of vloeistoffen op elkaar hebben, Newtons visie aanvaarden dat de zon over honderdvijftig miljoen kilometer lege ruimte heen een kracht op de aarde uitoefent?’ Weinberg had ook nog kunnen aanhalen hoe schadelijk het voor de vooruitgang van de biologie is geweest dat Descartes de pijnappelklier een centrale plaats toekende in verband met het menselijke bewustzijn. Zelfs in een zo recent (en groots) boek als Consciousness explained polemiseert Dennett vrijwel onophoudelijk tegen de riskante vooroordelen die voortvloeien uit een cartesiaanse opvatting van bewustzijn.

Ook Kant die, zoals Weinberg zegt, leerde dat ‘ruimte en tijd geen deel zijn van de werkelijkheid buiten ons, maar tevoren bestaande structuren in onze geest, waardoor we objecten en gebeurtenissen met elkaar in verband kunnen brengen’, hield de vooruitgang van het onderzoek tegen totdat Einstein ‘ruimte en tijd terugbracht tot de status van gewone aspecten van het fysieke heelal’.

Uiteraard bleef het hoofdstuk ‘Against Philosophy’ niet onopgemerkt in de kringen der brooddenkers. Zij vielen Weinberg aan; hij sloeg terug, en het gevolg van een en ander is dat Weinberg in latere artikelen nog veel heftiger tegen de wijsbegeerte tekeergaat. Ik zal hem verder niet volgen in zijn heroïsche strijd tegen de wijsbegeerte, maar mij beperken tot de vraag die hij opwerpt: ‘Brengt filosoferen risico's met zich mee?’ Korter gezegd: ‘Is Kant riskant?’

Met Weinberg kan ik zeggen: ‘Nadat ik als student een aantal jaren met de filosofie had gedweept, raakte ik gedesillusioneerd.’ In feite was ik zelfs voordat ik studeerde al hevig geïnteresseerd in de wijsbegeerte. Van het bestaan ervan werd ik voor het eerst, via de kansel, op de hoogte gebracht door onze dominee Vollenhoven. Hij was een zoon van de befaamde hoogleraar Vollenhoven, die als sokophouder van Dooyeweerd geholpen had bij het ter wereld brengen van de Wijsbegeerte der Wetsidee. Een vrolijk licht na bang gevaar! De enige echte wijsbegeerte, zo kreeg ik in mijn jeugd te horen, het enige stralende licht na eeuwen filosofische duisternis omdat de Wee de Wee, in tegenstelling tot alle andere wijsbegeerte, uitging van Schrift en Belijdenis.

Als gevolg van mijn kennismaking met de Wee de Wee vroeg ik mij af: wat is filosofie, wat is wijsbegeerte, wie zijn dat: wijsgeren? Simpelweg dankzij het feit dat in de Christelijke Openbare Bibliotheek te Vlaardingen maar één echt wijsgerig werk in de kast filosofie stond - de Ethica van Spinoza, met een inleiding van Nico van Suchtelen - kwam ik terecht bij de man die wel als het prototype van de wijsgeer kan gelden, een held van de geest met wie ik jarenlang gedweept heb, en voor wie ik nog steeds een gevoel van grote achting en waardering koester, ook al geloof ik niet dat ik indertijd veel van de Ethica heb begrepen. Na die eerste grote liefde, doemde een nog grotere liefde op: de Deense wijsgeer Kierkegaard. Voor deze jong gestorven, briljante denker heb ik nog altijd een heel groot zwak. Indertijd heb ik zelfs Deens geleerd om hem in de oorspronkelijke taal te kunnen lezen, maar mijn kennis van die taal is nooit groot genoeg geweest om zijn grote filosofische werken te kunnen bestuderen. Zelfs als je zijn grote filosofische werken in vertaling leest, is het vaak heel moeilijk om hem te kunnen volgen. En ik ben bang dat bijvoorbeeld zo'n groots boek als het Afsluitend Onwetenschappelijk Naschrift, voorzover het duistere jargon waarin het geschreven is überhaupt te begrijpen valt, als grote onzin getypeerd moet worden. Gelukkig zijn er ook zijn begrijpelijke dagboeken en brieven. Wat een feest om die te lezen! Zoals hij kon schrijven als hij vergat te filosoferen!

Helaas geldt voor Kierkegaard wat voor zoveel wijsgeren opgaat: hij wist niets, maar dan ook totaal niets van de natuurwetenschap, en voor hem geldt bovendien dat hij er ook niets van wilde weten, en dat betekent dus dat hij doof en blind was voor de enige vorm van wetenschap die nog een beetje tot echte kennis leidt.

Toen ik in 1962 ging studeren, volgde ik zoveel mogelijk alle colleges over filosofie. Ik zat aan de voeten van C.A. van Peursen (‘van onze kerk’, zoals ds. G. Rothuizen trots meedeelde op de studentencatechisatie) en hoorde een jaar lang colleges aan over Edmund Husserl, de grondlegger van de fenomenologie. Ik herinner me nog dat bij het eerste college over deze wijsgeer zaal elf van de Academie bomvol zat, maar aan het einde van het semester konden we in een klein kamertje. Bij bosjes vielen de belangstellenden af, wat ook niet zo verwonderlijk is, gelet op het feit dat de fenomenologie aankwam met bijvoorbeeld de verpletterende ontdekking dat wij ‘in-de-wereldzijn’. Triviale streepjesfilosofie, dat is het.

Overigens verdiepte ik mij zo goed en zo kwaad als dat ging in Husserls Logische Untersuchungen, en via Husserl kwam ik bij diens leerling Heidegger terecht, en dus bij Sein und Zeit. Behalve deze Heidegger waren in de jaren zestig andere zogenaamde existentialisten als Sartre, Karl Jaspers, Gabriel Marcel en Maurice Merleau-Ponty in de mode. Eén van de opvallendste aspecten van de filosofie is wel dat het een uitgesproken modeverschijnsel blijkt. Wie had nu in de jaren zestig kunnen denken dat Merleau-Ponty, wiens ontdekking van het ‘lichaam-subject’ zo'n opgang maakte en over wie, ook in Nederland, studies, verhandelingen, essays, en zelfs Aula Pockets verschenen (De Fenomenologie van Merleau-Ponty door niemand minder dan Remigius Kwant uit Warmenhuizen!) ruim twintig jaar later totaal verdwenen zou zijn. ‘Men kent en vindt zijn standplaats zelfs niet meer.’ Maar ongetwijfeld zijn de Franse filosofen die nu in de mode zijn, Derrida, Foucault, Lyotard et cetera over twintig jaar ook totaal vergeten. Alleen dat al bewijst hoezeer wijsbegeerte niets anders is dan ‘een bloem des velds, zo bloeit hij, wanneer de wind daarover gegaan is, is zij niet meer’. Ook over Gabriel Marcel hoor je nooit meer iets. En van de opstandige horden die eind jaren vijftig Ortega y Gasset lazen, is geen sterveling overgebleven die ooit nog iets over hem zegt.

Allicht zal men hiertegen inbrengen dat er filosofen zijn die de eeuwen hebben getrotseerd, niet alleen Descartes met zijn pijnlijke misvattingen omtrent de pijnappelklier, maar bijvoorbeeld ook Plato. Inderdaad, Plato was en is, en zal nog wel even zijn. Vanwege mijn wijsgerige be langstelling werd ik, hoewel ik geen lid was van de studentenvereniging Catena, toch uitgenodigd voor het beroemde Plato-dispuut ervan en een jaar lang bespraken wij de wijsbegeerte van Plato waarbij wij om beurten één van zijn werken moesten bespreken. Waar ik nog steeds met groot genoegen aan terugdenk is de avond waarop Hans Metz, die Phaidon diende te bespreken, stoutmoedig aankondigde dat Plato in het algemeen en Phaidon, omdat het over de onsterfelijkheid van de ziel handelde, in het bijzonder ons helemaal niets meer te zeggen had. Het concept ‘ziel’ was onzin, en de onsterfelijkheid daarvan bespottelijk. Daarom zou hij die avond, deelde hij mee, over de Boole-algebra spreken. Vervolgens ontrolde hij over een half openstaande deur een rol behang. Op de achterkant ervan had hij, zo bevattelijk mogelijk, een inleiding tot de Boole-algebra geschetst. Telkens verdween hij even achter de deur om de rol wat verder te trekken en verscheen dus een nieuw stukje achterkant met Boole-algebra. Nooit zal ik die avond vergeten op dat hellende zolderkamertje van Jan Zuyderduyn op de Lange Brug te Leiden. Voor al die typische alfa's ontvouwde zich toen een heel nieuwe wereld waarvan ze totaal niets begrepen en, erger nog, ook helemaal niets wílden begrijpen, net als zo'n hedendaagse archetypische alfa als Anton Heumakers, die wat z'n denken betreft ook helemaal onbesmet lijkt door enige natuurwetenschappelijke interesse. En toch heeft de Boole-algebra ons leven ingrijpender veranderd dan alle wijsbegeerte van de afgelopen drieduizend jaar. Dankzij de Boole-algebra beschikken wij nu over computers, niet dankzij de wijsbegeerte.

Niettemin heb ik bij het Plato-dispuut het werk van deze verdienstelijke Griek enigszins leren kennen en heb ik, en passant, ook nog iets opgestoken over de Boole-algebra. Ik kan niet zeggen dat ik dankzij Plato en diens speleologische filosofie iets meer van de wereld begrijp, maar het is ontegenzeggelijk een groot genoegen om hem te lezen. Zijn in dialoogvorm geschreven werken zijn in ieder geval, ook al is de voedingswaarde ervan voor de geest niet groter dan die van paddestoelen voor het lichaam, aangenamer lectuur dat de Kritik der reinen Vernunft of het gruwelijkste wat op wijsgerig gebied bestaat, de Phänomenologie des Geistes van het allergrootste warhoofd uit de geschiedenis der filosofie.

Zo zag ik dat indertijd trouwens nog helemaal niet. Al wat wijsgebeerte was, vond in mij een gretig lezer. Uiteraard heb ik een Schopenhauer-periode doorgemaakt, uiteraard heb ik mij verdiept in Leibniz (Interessante figuur. Vond de integraal- en differentiaal rekening uit! Dat wil zeggen: stal het idee van Newton, maar wist dat toch briljant uit te werken. Niettemin: zo'n slimme man vervaardigde desondanks die ridicule monaden-leer!) Uiteraard heb ik mij ook gewaagd aan Hegel, om eigenlijk al dadelijk te constateren dat dat abominabele onzin is (en ik ben niet de enige die er zo over denkt. Popper schrijft in Conjectures and Refutations. ‘Voor ik verder ga, wil ik graag mijn persoonlijke mening geven over de filosofie van Hegel en met name over zijn identiteitsfilosofie. Ik denk dat het de slechtste is van al de absurde en ongeloofwaardige filosofische theorieën.’)

En passant wil ik na dit Popper-citaat even wijzen op een van de grappigste aspecten van de wijsbegeerte. Terwijl in echte vakken zoals de fysica, de chemie, de wiskunde, de biologie, de beoefenaars ervan op elkaar voortbouwen en met eerbied over hun voorgangers spreken, schelden de filosofen elkaar onderling uit voor oud vuil of gaan ze zelfs zover al wat aan hen voorafging als totaal ontoereikend terzijde te schuiven. Zo noteert Husserl in zijn memoires dat hij in de wijsbegeerte ‘overal onhelderheid, onrijpe vaagheid, halfheid, zo niet intellectuele onwaarachtigheid’ ontdekte, ‘niets wat je zo zou kunnen aannemen, wat je als onderdeel, als begin van een serieuze wetenschap kon laten gelden’. (Je ziet: die Husserl sprak soms een waar woord!) Daarom stelde hij zich de taak een hele nieuwe wijsbegeerte te ontwikkelen om ‘door een strenge filosofische wetenschap de weg naar God en een waarachtig leven te vinden’. Vervolgens schreef hij Filosofie als strenge wetenschap, dat, behalve dan door zijn streepjes zettende volgelingen, door de filosofen na hem ook weer rücksichtslos terzijde werd geschoven, met name door zijn leerling Heidegger, die in zijn filosofie niet zozeer de weg naar God en een waarachtig leven vond, als wel, eerst, de weg naar de aanvallige armen van Hannah Arendt, en, vervolgens, de weg naar de allerminst aanvallige armen van Adolf Hitler. Enfin, voor Heidegger geldt nog sterker dan voor enige andere filosoof dat zijn werk opgevat kan worden ‘als een met een zonderling vocabulaire opgepoetste beschrijving van een trivialiteit’. Ik ontleen deze omschrijving aan de biografie van Safranski over Heidegger. Safranski zegt erbij: ‘Maar als je Heidegger zo opvat, heb je hem slecht begrepen.’

Dat zal best, maar ik verlang er allerminst naar om deze hakenkruisdrager beter te begrijpen. Met de filosoof Donald Davidson zeg ik: ‘Tegen de tijd dat ik begreep waar hij het over had, bleek ik niet geïnteresseerd genoeg om voor mijzelf al die moeite te rechtvaardigen.’ (Vergelijk ook Jaspers over Heidegger: ‘Van de tijdgenoten de meest prikkelende denker, gebiedend, dwingend, geheimzinig - maar je vervolgens leeg achterlatend.’)

Terug naar mijn wijsgerige Werdegang. Nadat ik een jaar lang lid was geweest van het Plato-dispuut en vervolgens van het Sjestov-dispuut (Sjestov: Russisch filosoof. In de mode halverwege de jaren zestig, thans totaal vergeten), mocht ik zelf, samen met Jan van de Craats, een wijsgerig dispuut leiden: het Nietzsche-dispuut. Een jaar lang lazen en bespraken wij elke veertien dagen hoofdstukken uit het werk van deze domineeszoon. We hadden enkele vrouwelijke leden die op de dispuutsavonden hun breiwerkje meebrachten. Mij ergerde dat toen hevig; nu ben ik geneigd te zeggen: ‘Dames, jullie hadden groot gelijk, jullie deden toen tenminste nog iets nuttigs.’

Nietzsche heb ik overigens, om zijn eigen woorden te parafraseren, als ‘Mutter und Amme’ liefgehad, maar als ik hem nu herlees kan ik dat nauwelijks begrijpen. Nietzsche brengt met een kolossaal aplomb tal van meningen naar voren die door geen enkel argument geschraagd worden. Het zijn allemaal beweringen zonder bewijzen. Dat je je erdoor laat inpalmen is enkel te danken aan de verbazingwekkende onversaagdheid waarmee al die overtuiginkjes in pakkende aforismen worden gebeiteld. En ook voor Nietzsche gaat op, wat voor zo verbazingwekkend veel wijsgeren geldt: hij wist totaal niets van natuurwetenschap. Of zoals zijn biograaf Curt Paul Janz zegt: ‘Hij kwam in zijn natuurwetenschappelijke opvattingen niet boven een betreurenswaardig dilettantisme uit.’

Na Nietzsche volgde in mijn geval niets meer. Ik werd aangesteld als wetenschappelijk medewerker aan de afdeling ethologie van de Rijksuniversiteit te Leiden en merkte al spoedig dat al mijn collega's aldaar wijsbegeerte beschouwden als nutteloze onzin. Ik hield angstvallig voor me dat ik daarin tien jaar lang hevig geïnteresseerd was geweest, want ik wilde natuurlijk wel graag blijven doorgaan voor een serieuze gedragsonderzoeker. Overigens verflauwde mijn interesse voor de filosofie gaandeweg; Nietzsche had mij in feite van de wijsbegeerte genezen. In een opstel Über das Pathos der Wahrheit stelt hij zelf de vraag: ‘Kan men met de filosofie leven, bezit ze vormende krachten?’ en zijn antwoord luidt kortweg: neen. Alleen de kunst biedt volgens Nietzsche ‘subjectieve, esthetische waarheid’, en voor het overige is waarheid ‘een goddelijke dwaalillusie’.

Mijn ingesluimerde filosofische belangstelling werd halverwege de jaren zeventig opeens weer wakker toen een lieftallige studente filosofie, Marja Zuidgeest, bij mij als bijvak ethologie wilde doen. Dankzij haar kwam mijn oude liefde weer boven en kon ik, toegevend aan een van de vele slechte trekjes uit mijn karakter, haar een beetje imponeren met mijn kennis van een discipline waarin ik niet was aangesteld. Nadat zij, tussen echte biologiestudenten, de cursus ethologie had gevolgd, rees de vraag: wat nu? Voor geduldig gedragsonderzoek voelde zij weinig, zij wilde aan een ethologische vraagstelling werken die raakvlakken zou hebben met de wijsbegeerte. Was het geen idee om een scriptie te schrijven over Mind, an essay on human feeling van de filosofe Suzanne Langer? Dat grootse, driedelige werk handelde immers niet over ‘human feeling’, maar over het verschil tussen mens en dier.

Ze schreef een scriptie over Langer. Haar oordeel was vernietigend. Hoe was het mogelijk dat iemand een reusachtig driedelig boekwerk kon schrijven over mens en dier, onder het volledig voorbijzien van al wat in de afgelopen decennia was verricht op het gebied van het onderzoek van gedrag van dieren? Hoe viel te begrijpen dat iemand die wel eens een verstrooide blik had geworpen op de lapjeskat van de buurman en de Golden Retriever van de kruidenier om de hoek, zulke vergaande conclusies durfde te trekken over diergedrag, en tal van andere aspecten van het dierlijke bestaan? Uiteraard diende ik, wilde ik de scriptie kunnen beoordelen. Langer ook te lezen. Voor mij is de bestudering van dat boek de genadeslag gebleken voor alle eventuele respect dat ik misschien nog had voor wijsbegeerte. Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat een volgens mij bepaald schranderder filosofe dan de nog in kwakzalver Freud gelovende Patricia de Martelaere, zo ontzaggelijk veel onzin kan beweren over dieren, terwijl er al zoveel over gedrag van dieren bekend is dat volledig in strijd blijkt met al wat zij onbekommerd poneert? Vanwaar die ongelofelijke arrogantie om te menen dat je van resultaten van ethologisch onderzoek geen kennis hoeft te nemen omdat je, zittend achter je schrijftafel, met behulp van je eigen brein, zelf wel tot de juiste conclusies kunt komen, geheel in overeenstemming met wat Aristoteles zei: ‘Filosofie verlangt noch een bepaalde uitrusting, noch een bepaalde plaats om te worden beoefend. Waar ook op aarde iemand zich aan het denken wijdt, zal hij de waarheid vinden alsof die daar aanwezig was.’

De grondfout der filosofen is dat ze denken dat je met denken iets kunt bereiken. Maar zoals C.D. Andriesse opmerkt, die denken terecht speculeren noemt: ‘Speculatie, berekening en experiment, deze drie, maar de meeste van deze is het experiment. Zo is het toch: speculatie is gemakkelijk en goedkoop, rekenen is moeilijk en goedkoop, maar experimenteren is moeilijk en duur.’

Filosofen komen zelfs aan het rekenen niet toe, laat staan aan experimenteren. Dat Newton zo'n enorme stap voorwaarts betekende ten opzichte van Descartes is, behalve aan zijn onvatbare genialiteit, ook te danken aan het feit dat hij rekende. Waarmee overigens niet gezegd wil zijn dat je de waarheid op het spoor komt met speculatie, rekenen en denken. Zoals mijn hoogleraar natuurkunde altijd zei: ‘Wat wij beweren is misschien wel net zulke grote onzin als wat de filosofen beweren, het verschil is alleen: dankzij ons rijden de treinen.’

Na die tüchtige onderdompeling in Suzanne Langer wist ik voorgoed: wijsbegeerte is doodgewoon onzin, verspilde tijd, verspilde moeite. Of zoals Rudy Kousbroek op 20 augustus 1993 in NRC Handelsblad schreef: ‘Speelt smaak een rol in de filosofie? Een belangrijke volgens mij. Kortgeleden zag ik een aankondiging dat de brieven van Husserl worden uitgegeven. Vroeger zou ik daar gretig op hebben ingetekend, nu niet meer. Het enige terrein waarop ik mij bewust ben van iets dat in de buurt komt van brûler ce que j'adore is de filosofie; dat houd ik inderdaad voor evolutie. Het was geloof ik Arnold Heumakers die zijn verwondering uitsprak over hoe ik (in Einsteins poppenhuis) de draak heb gestoken met Heidegger: het is waar, eens heb ik deze pantoffelfascist ijverig bestudeerd en nu is het enige dat ervan over is de lust hem belachelijk te maken. Met spijt en wraakzucht denk ik terug aan de jaren die ik aan die nonsens heb verspild. Hetzelfde geldt in mindere mate voor Sartre, Deleuze, Lacan, en nog een paar. Vooral de naam van Derrida heeft voor mij de laatste tijd de functie van signaal dat ik niet verder hoef te lezen. Natuurlijk heb ik daar argumenten voor, maar ik ervaar het zelf ook als een soort luiheid; waar het geloof ik eigenlijk om gaat is dat ik de smaak voor wartaal heb verloren.’

Hemelse manna, zulke woorden, al neem ik de woorden ‘met spijt en wraakzucht’ niet in mijn mond. Verschillende filosofen, Kierkegaard, Plato, Spinoza, Nietzsche, Schopenhauer heb ik met enorm veel genoegen gelezen en ik zou bijvoorbeeld ook niet graag het prachtige boek Mijn weg naar zelfkennis van de filosoof Berdjajew gemist willen hebben. Niettemin bezie ik met huiver en argwaan de pogingen van diverse ‘denkers’ om de filosofie in te voeren als leervak op de middelbare school. Daarvoor zijn de risico's van het beoefenen van wijsbegeerte veel te groot.

Laten we er één filosoof uitpikken om dat enigszins aannemelijk te maken: Immanuel Kant. Eén van de grootsten, volgens velen. Laten we nu eens een willekeurig boek opslaan van deze Koningsbergse wijsgeer en dat aandachtig lezen. Ik beveel iedereen die een hoge dunk heeft van Kant hartelijk aan om diens tweedelige Anthropologie in pragmatischer Hinsicht te bestuderen. Twee kloeke boekwerken, samen bijna 700 pagina's. Het eerste deel ervan verscheen in 1798, het tweede deel in 1800. In deze 700 pagina's blijkt een hoeveelheid beuzelpraatjes en vooroordelen opgetast die zijn weerga nauwelijks kent in de wijsbegeerte of daarbuiten. Kant laat zich uit over zo ongeveer alles wat het menselijk leven betreft. Het verschil tussen man en vrouw, de opvoeding van kinderen, het verband tussen gelaatstrekken en karakter. We vinden een uitgewerkte rassenleer en een ronduit koddige volkerenpsychologie. De Duitsers, ‘eerlijk en huiselijk, bescheiden, vlijtig en in de wetenschap anderen eeuwen vooruit’, komen er opmerkelijk goed af, vergeleken met de Spanjaarden die vreselijk lui zijn, en de Fransen van wie de levendigheid niet goed wordt beteugeld, en de Engelsen die al helemaal geen karakter hebben, en de Italianen die neigen tot pompeusheid.

Ach, je zou al deze kant noch wal rakende baarlijke nonsens, uitgesmeerd over 700 niet zo moeilijk leesbare, maar wel saai en humorloos geschreven pagina's, met hoongelach terzijde kunnen schuiven, ware het niet dat Kant, de grote Kant, het ook nog nodig had gevonden om zich uitvoerig uit te laten over de joden. Het eerste woord dat hij met betrekking tot hen laat vallen is ‘Wuchergeist’. Dan zegt hij dat de joden ‘in de nicht ungegründeten Ruf des Betruges gekommen’ zijn. Daarop laat hij volgen: ‘Es scheint nu zwar befremdlich, sich eine Nation von Betrügern zu denken.’ Maar, argumenteert hij, het is evengoed vreemd om een natie ‘von lauter Kaufleuten’ te hebben, en toch zijn de joden dat, dus waarom ook niet een natie van louter bedriegers? Hij noemt ze vervolgens ‘nicht-produzierenden Gliedern der Gesellschaft’ en zegt dat ze zich de spreuk eigen hebben gemaakt: ‘Kaufer, tue die Augen auf.’ Die zij ‘zum obersten Grundsatze ihrer Moral im Verkehr mit uns machen’.

Het is verleidelijk om de hele passage te citeren. Maar men leze het zelf. Het lange stuk is als noot te vinden in de paragraaf ‘Von den Gemütsschwächen im Erkenntnisvermögen’, pagina 517 en 518 uit deel 10 van de in 1983 bij de Wissenschaftliche Büchergesellschaft te Darmstadt verschenen Sonderausgabe van de werken van Kant.

Het antwoord op de vraag: Is Kant riskant? luidt dus: nou en of. Kant was een antisemiet. En hij was niet de enige. L.S. Ornstein schreef: ‘De wijsgeer Bolland heeft zich niet laten nemen, den stralenkrans van Jodenverkettering, die het kenmerk van den grooten germaanschen wijsgeer is.’ Inderdaad, op enkele uitzonderingen na zoals Husserl (zelf joods), waren alle grote Duitse denkers antisemitisch. Ook vele Franse filosofen waren het, Voltaire en Pascal voorop.

De antisemiet Schopenhauer wordt de laatste tijd in Nederland opeens bewierookt. Zijn onbedaarlijke gemeier over de wil is onlangs, voorzien van een soort inleiding van wartaalaanmaakster en wartaal-specialiste Patricia de Martelaere, in Nederlandse vertaling verschenen. Carel Peeters bralde terstond: ‘Ik behoor tot de lezers van Schopenhauer die, nadat zij een eerste bladzijde van hem hebben gelezen, met zekerheid weten dat zij alle bladzijden zullen lezen en naar ieder woord zullen luisteren dat hij maar gezegd heeft.’ Veel plezier dan, heer Peeters, met het ongelofelijk stupide boekje Uber das Sehen und die Farben dat de zeldzaam arrogante Schopenhauer, lang na Newton, meende te moeten publiceren. De dief Leibniz was nog zo slim om na één blik op wat schetsen van Newton te begrijpen dat hij daarvan gebruik kon maken bij het ontwikkelen van de integraal- en differentiaalrekening, maar Schopenhauer miste de intelligentie om iets van de kleurenleer van Newton te begrijpen en publiceerde zelf vervolgens nonsens. Schopenhauer kon prachtig schrijven en gaat het bij hem niet over de wil, of aanverwante verschijnselen, maar bijvoorbeeld over muziek, dan is hij groots. Maar slim, nee slim was hij niet. Was hij dat wel geweest, hij zou dat oerstomme boekje over de kleuren niet gepubliceerd hebben.

Zouden al degenen die zich nu geroepen voelen om zich lovend uit te laten over Schopenhauer zoals Peeters, Zeeman, de Martelaere, Marres, Pott, Bindervoet en Henkes, het antisemitisme van deze over de foetor judaïcus klagende man gewoon als een klein weeffoutje willen beschouwen?

Als de wijsbegeerte echt iets voorstelt, als zij echt uitnodigde tot kritische bezinning, als zij echt aanmaant tot voorzichtigheid, als al die deugden ervan echt zoveel te betekenen zouden hebben voor middelbare scholieren, hoe moeten wij dat dan rijmen met het feit dat zo'n levensgroot vooroordeel als het antisemitisme eeuwenlang óók door met name de Duitse wijsbegeerte werd uitgedragen en derhalve óók via de Duitse wijsbegeerte tot Auschwitz heeft kunnen leiden? Zelfs dat ene ongelofelijk schadelijke en schandelijke vooroordeel heeft de wijsbegeerte niet weten uit te roeien, alle kritische bezinning ten spijt. Mij dunkt: wij moeten niet wijsbegeerte als leervak invoeren op de middelbare scholen, wij moeten, mede gelet op het feit dat elke student filosofie de staat jaarlijks een vermogen kost, de wijsgeren, overgoten met pek en veren, smadelijk wegjagen van onze universiteiten. Kan het eindelijk eens afgelopen zijn met die gevaarlijke onzin?