Monday, September 24, 2007

Mussolini

Een Wildersdingetje.
Femke Halsema benoemde daarmee de uitgebleekte apartheidsaanhanger, die er nog eens vurig een lans voor had gebroken om een boek te verbieden (dort wo man Bücher verbrennt, schreef Heine, verbrennt man am Ende auch Menschen). Blokker in de NRC.



Fascinerend om op wikipedia te lezen over Mussolini, die zwalkte van staatsbedrijven naar volledige geprivatiseerde bedrijven, van marxisme naar liberalisme. En Hitler was een klein mannetje, Mussolini was nog eens 10 cm kleiner !
Hoe Mussolini tegen jodenvervolging was en toen weer voor. Tegen Hitler en voor Hitler. Schizofreen en gevaarlijk met elke stinkende wind meewaaien.

Er is overigens geen sprake van een vergelijking van Mussolini met Wilders met zijn one issue partij: "de Islam, de moslims zijn gevaarlijk en teveel in Nederland, allemaal terroristen, blame anyone who is not like "us".
Politici die eezijdig hameren op wij/zij, inspelen op de angst en daarmee veel stemmen binnen willen halen zijn gevaarlijk. Wij zijn rijke welvarende politici, wij weten hoe het moet en de oplossing (heeft Wilders die ?), zij zijn arm gespuis in getto's.
Als ik in een getto zou leven en continu zo besproken/aangesproken zou woren, dan zou ik misschien ook enige woede ontwikkelen jegens een geblondeerde patser met een dikke kop. Nu interesseert die figuur me weinig; ik hoop niet dat men in Nederland ooit meer dan 15 zetels toekent aan hollands racistische welvaren, de Wilders en Verdonk types.
Maar er is onmiskenbaar een groei in aanhang te zien van Janmaat tot Wilders nu...en ook salonsocialist Verschrijver ziet verruwing en onbegrip. Gelukkig is Maxima er nog en zijn mensen uiteindelijk vaak gericht op samenwerking, overleven en verbetering.
Wat ik wel aan de kaak wil stellen is het geloof in marktwerking, het geloof in bepaalde politici, met hun zekerheid dat ze gelijk zouden hebben, het geloof in hierarchie, het geloof in leidinggevenden, het geloof in jezelf.


Benito Amilcare Andrea Mussolini (Dovia di Predappio bij Forlì in de Emilia-Romagna, 29 juli 1883 - Giulino di Mezzegra bij Dongo aan het Comomeer, 28 april 1945) was een Italiaans onderwijzer, journalist en van 1922 tot 1943 fascistisch dictator. Hij schiep een antidemocratisch, fascistisch regime, gebruikmakend van propaganda. Door volledige controle over de media nam hij de bestaande democratische regering over.

Jeugd en jonge jaren
Benito Mussolini werd geboren in Predappio als zoon van een gelovige katholieke onderwijzeres en een ongelovige socialistische en revolutionaire smid. Zijn anti-monarchistische vader noemde hem naar Benito Juárez, een Mexicaans staatsman die keizer Maximiliaan had laten fusilleren. Mussolini was een zeer lastig kind: vechtpartijen met andere jongens en zelfs messentrekkerij dreigden een vroegtijdig einde aan zijn schoolcarrière te maken.


Radicaal marxist
Mussolini studeerde voor onderwijzer, maar stond slechts korte tijd voor de klas. Zijn affaires met vrouwen leidden tot protest in de dorpen waar hij les gaf. Het revolutionair socialisme trok hem meer aan en hij sloot zich aan bij de Socialistische Partij van Italië (PSI). De PSI was over het algemeen een revisionistische partij, maar bezat wel een sterke marxistische vleugel. Mussolini sloot zich aan bij deze vleugel en keerde zich sterk tegen het revisionistisch socialisme. Om zijn dienstplicht te ontlopen vluchtte hij tijdelijk naar Zwitserland (1902-1904). Hier kwam hij in contact met vooraanstaande marxisten.

Ondanks zijn antimilitarisme vervulde hij na zijn terugkeer in Italië toch zijn dienstplicht (1906). In 1909 werd Mussolini secretaris van de vakbond van Trentino (Zuid-Tirol). Hij ontdekte zijn roeping als propagandist en schreef tal van socialistische brochures met een sterk antimilitaristisch en antiklerikaal karakter.

Hij bestreedt de Italiaanse oorlog tegen Turkije voor het verkrijgen van Libië (toen een deel van het Ottomaanse Rijk). In 1912 werden de revisionisten uit de partij gestoten en werd Mussolini hoofdredacteur van Avanti! ('Voorwaarts'), het rechtzinnige marxistische blad. Onder invloed van de oorlogstemming in het Italië van 1915 werd Mussolini een nationalist, maar bleef ook socialist. Hij zag de oorlog als middel om een socialistische revolutie te ontketenen. Hierdoor moest hij Avanti! verlaten en stichtte hij het blad Il Popolo d'Italia, dat later het toonaangevende fascistische orgaan zou worden.


Soldaat
Toen Italië deelnam aan de Eerste Wereldoorlog werd Mussolini als vrijwilliger aan het front met Oostenrijk-Hongarije gestationeerd. Hij schopte het tot korporaal. Op 23 februari 1917 raakte hij dusdanig gewond, dat hij moest worden opgenomen in het ziekenhuis. Hij kon daarna niet meer deel nemen aan de strijd. Nadat hij weer was opgeknapt greep hij echter naar zijn voornaamste wapen, de pen. In Il Popolo d'Italia schreef hij positief over de Russische Revolutie en de Russische socialistenleider Alexander Kerenski. Steeds meer begon Mussolini te verlangen naar de revolutie. Hij keerde zich echter wel af van een marxistische revolutie en hij streefde naar een niet-marxistische, socialistische en nationalistische revolutie.


Stichter van het Italiaanse fascisme

Fasci di combattimento
Na de Eerste Wereldoorlog was de Italiaanse bevolking onrustig geworden: de socialisten streefden naar een revolutie, de reformistisch-socialisten naar een verdere uitbreiding van de democratie en de middenklasse naar een herstel van de orde en garanties voor het veilig stellen van hun bezittingen. De nationalisten wilden meer annexaties van Joegoslavisch en Oostenrijks grondgebied. Naast deze stromingen ontstond het fascisme. Op 23 maart 1919 stichtte Mussolini in Milaan de Fasci di combattimento, de fascistische knokploegen. Deze bestonden voor een groot deel uit oudfrontstrijders, - de arditi (elitetroepen) - nationalisten, republikeinen en gedesillusioneerde socialisten. Mussolini werd door deze verschillende ideologische groepen gezien als de leider. De beweging groeide snel. De leden, die zich fascisten noemden, droegen zwarte hemden, zwarte muts en veelal wapens. Van een sterk leiderschap was geen sprake. Dat was juist gedecentraliseerd en iedere stad of streek had haar eigen fascistenbaas (ras, een Ethiopische term). De fascisten knokten met hun vijanden, de socialisten, de communisten en de leden van de katholieke volkspartij. Een favoriete afstraffing van tegenstanders was het laten opdrinken van wonderolie.


Partij
Mussolini streefde inmiddels naar een sterk leiderschap en rond 1921 werd de fascistische beweging omgezet in een politieke partij: de Nationaal-Fascistische Partij (PNF). Mussolini werd haar hoogste leider, Duce (van het Latijnse Dux = legeraanvoerder). Tegelijkertijd met de oprichting van de PNF werd er een partijprogramma aangenomen. Het republicanisme, socialisme en antiklerikalisme werden afgezworen, maar bleven op de achtergrond, zeker ook bij Mussolini, een rol spelen. Maar hij gaf ook toe dat fascisme principeloos was en diende om de macht te veroveren.


Minister-president
In 1921 werd er een aantal fascisten in het Italiaanse huis van afgevaardigden gekozen, maar lang niet genoeg om te kunnen regeren. Als parlementslid keerde Mussolini zich vooral tegen de democratie.


Mars naar Rome
Eind oktober 1922 voelde Mussolini zich sterk genoeg om een revolutie te ontketenen. De onderling verdeelde regering raakte in paniek en trad af. Koning Vittorio Emanuele III (Victor Emanuel III van Italië) die eerst met succes de staat van beleg afkondigde, bedacht zich en benoemde Mussolini tot premier. (Na de Tweede Wereldoorlog verloor de koninklijke familie vanwege haar steun aan het fascisme haar rechten: Italië werd een republiek.) Voor de show trokken fascistische colonnes toch nog naar de hoofdstad Rome. Mussolini, een verheerlijker van bruut geweld, wilde niet weten dat hij zijn premierschap aangeboden had gekregen in plaats van veroverd door een staatsgreep. Maar deze zogenaamde Mars naar Rome was zeer slecht georganiseerd. Er was onvoldoende voedsel en al snel bleven de colonnes steken. Toch werd de Mars een propagandasucces voor Mussolini. Hij werd premier van een coalitiekabinet van fascisten, katholieken, liberalen en socialisten. Mussolini keerde zich echter spoedig tegen zijn coalitiegenoten en gooide ze één voor één uit de coalitie: de socialisten werden als eersten weggewerkt en moesten ondergronds gaan opereren, de liberalen werden uit de regering gezet, maar mochten hun zetels in het parlement behouden, mits zij de fascistische politiek zouden steunen. De katholieke partij werd het werken onmogelijk gemaakt. Een deel van haar leiders week uit naar het buitenland. De rest van de partij opereerde sindsdien eveneens ondergronds.


Moord op Matteotti
Sinds 1924 regeerde Mussolini met volmachten en liet zich verheerlijken als il Duce die altijd gelijk had (ha sempre ragione) enzovoorts. De eerste ernstige crisis die het regime kreeg te verwerken was de moord op de reformistisch-socialistische leider Giacomo Matteotti. Eind juni 1924 raakte Matteotti vermist en de publieke opinie verdacht terecht de fascisten ervan hem te hebben vermoord. Mussolini ontkende stellig iets te maken te hebben met de verdwijning. Het lichaam werd pas geruime tijd later ontdekt even buiten Rome. Matteotti bleek te zijn doodgeslagen, naar alle waarschijnlijkheid door fascisten, vrijwel zeker met medeweten van Mussolini. Als gevolg hiervan moest Mussolini's fascistische onderminister van Binnenlandse Zaken, de welgestelde joodse financier van de partij Aldo Finzi aftreden. (Mussolini bekleedde zelf het ministerschap van Binnenlandse Zaken). Tenslotte stelde Mussolini zichzelf in een rede in het parlement verantwoordelijk voor de moord. Maar uiteindelijk overleefde hij de (inter)nationale storm van protest, dankzij de greep die hij op de pers had. Na enige tijd waren de meeste mensen de zaak-Matteotti alweer vergeten.


Dictator
Mussolini presenteerde zich steeds meer als de autoritaire dictator. Dit kwam ook tot uiting in zijn karaktereigenschappen: bravoure, show, veel gezwaai met handen, militaristische uitspraken enzovoorts. Langzaam groeide het idee dat Mussolini Italië zou hebben gered van de Bolsjewieken (communisten).

In de stad Rome is Mussolini verantwoordelijk geweest voor het afbreken van de oude middeleeuwse buurt bij het Colosseum. Hij heeft er een brede weg aan laten leggen, de Via dell' Impero, later omgedoopt tot Via dei Fori Imperiali. Dat hij de treinen zogenaamd op tijd liet rijden, is een van de vele staaltjes van zijn geslaagde propaganda: het wordt ook nu nog vaak geloofd.


Beleid
Mussolini trachtte met projecten de economische malaise in het land te bestrijden. Volgens de propaganda was hij hierin succesvol. Onder zijn autoritaire bewind vonden geen gewelddadige stakingen of vechtpartijen plaats - behalve door fascistische bendes zelf - zodat de economie weer enigszins kon draaien. Vele projecten dienden vooral zijn prestige. Bijvoorbeeld de strijd om het graan: Italië moest wat de graanproductie betreft onafhankelijk worden van het buitenland, terwijl import goedkoper was. Er was meer kunstmest uit het buitenland nodig, kleine boeren dolven het onderspit, rendabeler landbouwproducten werden minder geteeld. Dat veel van zijn maatregelen niet werden uitgevoerd - het ging Mussolini vooral om de afkondiging met veel bombarie - voorkwam vaak grotere schade. Hij voerde eerst een privatiseringsbeleid, dat hij zoals zoveel maatregelen later gedeeltelijk terugdraaide. Eerst bestreed hij verstedelijking, later bevorderde hij die weer enzovoorts. De steun van de bevolking bleek niet groot.


Een Nieuw Romeins Rijk

Verdrag van Lateranen
In 1929 sloot Mussolini een met het Verdrag van Lateranen een concordaat met het Vaticaan. Zo slaagde Mussolini er in om het geschil met het Vaticaan op te lossen dat was ontstaan na de Italiaanse eenwording - wat geen enkele Italiaanse staatsman voor hem was gelukt. Mussolini erkende het Vaticaan als soeverein land en beloofde dat het katholieke onderwijs en de jeugdbeweging zou blijven bestaan, mits de katholieken mee zouden werken aan zijn regime.

De antiklerikale Mussolini, sinds 1927 gedoopt, hield zich niet aan het concordaat. Vanaf 1929 werden de katholieke jeugdbewegingen ontbonden en werd alleen de fascistische jeugdbeweging (Balilla) nog toegestaan. Het racisme, dat eind jaren dertig zijn intrede deed in het fascisme, maakte een einde aan de goede relaties met het Vaticaan. Paus Pius XI had zich met een encycliek tegen racistische theorieën gekeerd.


Expansie
In 1933 kwam Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Aanvankelijk lagen de twee elkaar niet. Toen nazi's in Oostenrijk tevergeefs een coup pleegden tegen de persoonlijke vriend van Mussolini, bondskanselier Engelbert Dollfuss - die daarbij overigens wel om het leven kwam - mobiliseerde Italië tegen Duitsland. Hitler, toen nog niet bij machte om een oorlog te beginnen, trok zijn plannen met Oostenrijk tijdelijk in.

Maar net als Hitler begon Mussolini een Lebensraum na te streven, voor het Italiaanse volk. Aanvankelijk was Mussolini tevreden met wat hij had: een Italië dat naar buiten toe als een sterk en belangrijk land overkwam. Maar het was frustrerend voor hem dat Italië vergeleken met de andere belangrijke landen, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, maar weinig koloniën had, "slechts een verzameling woestijnen".

Mussolini droomde van het herstel van het Romeinse Rijk en hij beschouwde het Middellandse Zee gebied als Italiaanse invloedsfeer omdat het Romeinse Rijk dit ook als centrale gebied had. (Mare Nostrum, 'onze zee', noemden de Romeinen de Middellandse Zee). Hij liet zijn oog vallen op Ethiopië, naast Libië het enige land in Afrika dat geen kolonie was. Het had de Italiaanse legers in 1896 verslagen toen deze een poging deden het land te onderwerpen. Deze nederlaag moest volgens Mussolini gewroken worden. In 1936 viel het Italiaanse leger het zwakke Ethiopië aan. De Italianen, die wapens gebruikten die verboden waren door de Geneefse Conventie - zoals gifgas - behaalden spoedig de overwinning en Ethiopië werd een Italiaanse kolonie met koning Victor Emmanuel III als keizer.

Vanaf eind 1936 mengde Mussolini zich in de Spaanse Burgeroorlog en begon de falangisten en de nationalisten van Francisco Franco (militair) te steunen. In september 1937 bezocht Mussolini Hitler in Duitsland. Hij was zeer onder de indruk.


Jodenvervolging
Aanvankelijk deed Mussolini antisemitisme af als "onwetenschappelijk" en "belachelijk". Een van zijn maitresses, Margherita Sarfatti, auteur van het propagandaboek Dux over Mussolini, was joods evenals partijleden en adviseurs. Maar in oktober en november 1938 voerde Mussolini antisemitische wetten in, samen met de 'campagne tegen de burgerlijkheid'. Gemengde huwelijken tussen joden en niet-joden werden verboden, zoals eerder na de verovering van Ethiopië huwelijken tussen Ethiopiërs (negers) en Italianen. Joodse kinderen mochten niet meer naar gewone scholen samen met kinderen van het zogenaamd superieure Italiaanse ras. Joden werden verwijderd uit de partij, het ambtenarenkorps, het leger enzovoorts en mochten geen grote bedrijven of veel land meer bezitten. De jodenvervolging strekte zich in Italië nog niet uit tot systematische moord. Mussolini zou tijdens de Tweede Wereldoorlog zelfs pogingen hebben gedaan om deportatie van joden te voorkomen uit gebieden die door Italië bezet waren. In 1943 kwam Mussolini ten val en werd hij door de Duitsers aan het hoofd gezet van de Italiaanse Sociale Republiek, een marionettenregering. De Duitsers namen de macht over en begonnen joden uit Italië naar concentratiekampen af te voeren.


Deelname aan Tweede Wereldoorlog

Mussolini samen met Hitler
In 1939 annexeerde Italië Albanië. Albanië, dat niet eens een leger had, maar slechts een gendarmerie, werd na drie dagen verslagen en koning Zog I van Albanië en diens vrouw koningin Geraldine Apponyi weken uit naar Engeland. Italië sloot zich aan bij Duitsland en de zgn. As Berlijn-Rome was geboren. Mussolini ging er van uit dat het nog wel een paar jaar zou duren voor een grote oorlog zou uitbreken. Volgens de planning zou het Italiaanse leger pas in 1943 gereed zijn voor de strijd. Duitsland viel echter al in 1939 Polen binnen, waarna Engeland en Frankrijk Duitsland de oorlog verklaarden. Mussolini twijfelde lang of hij zich ook in de oorlog moest mengen. Hij wilde niet als lafaard en breker van de as-coalitie gezien worden, dus uiteindelijk verklaarde hij pas op 10 juni 1940 de oorlog en viel Frankrijk aan in de Provence, om daar wat territoriale winst te kunnen boeken. Het reeds door de Duitsers half verslagen Franse leger wist zich daar echter te handhaven tegen de zwakke en ongemotiveerde Italiaanse troepen en pas na de door Duitsland opgelegde wapenstilstand kon Italië een klein stukje land annexeren ten koste van het door het Vichy-regime bestuurde deel van Frankrijk. Later dat jaar viel Italië Griekenland aan. Mussolini wilde hiermee Hitler enigszins de wind uit de zeilen nemen, en voorkomen dat de Tweede Wereldoorlog een puur Duitse oorlog zou worden. De Grieken wisten de Italiaanse aanvallen echter af te slaan en konden zelfs stukken Albanees grondgebied op de Italianen veroveren. Pas toen de Duitsers in 1941 in enkele weken de hele Balkan onder de voet hadden gelopen capituleerden de Grieken. Eind 1940 begonnen de Italianen ook de oorlog in Noord-Afrika tegen Egypte en Brits Somaliland, hoewel de militaire leiders protesteerden en Mussolini met ontslag moest dreigen voor ze gehoorzaamden.

Ook het vervolg van de Tweede Wereldoorlog verliep dramatisch voor de Italianen. De Italiaanse opmars in Afrika richting Egypte, werd door de Engelsen tot staan gebracht. Pas toen de Duitsers het Afrikakorps van Erwin Rommel stuurden wisten de Italianen weer terrein te maken. Door al deze zwakke prestaties van het Italiaanse leger toonde dit zich niet echt als het evenbeeld van de eertijds zegevierende Romeinse legioenen en leed Mussolini daarentegen ernstig gezichtsverlies bij zijn fascistische 'collega-dictators'. In de zomer van 1941 vielen de Duitsers de Sovjet-Unie binnen, zeer tegen de zin van Mussolini, die liever wilde dat Hitler meer aandacht aan het Middellandse Zeegebied zou schenken. Mussolini stuurde wel enkele divisies naar Rusland.


Afgezet

Militaire tegenslagen
Inmiddels hadden de Britten de Italianen uit Ethiopië verdreven, en Haile Selassie werd terug op de troon gezet. Ook in Noord-Afrika werden de As-troepen langzaam maar zeker teruggedreven door de Geallieerden, waarbij het Duitse Afrika-korps verreweg de meeste weerstand bood. Op 13 mei 1943 capituleerden de Duitse en Italiaanse troepen in Afrika, waardoor de weg naar Italië voor de Geallieerden open lag. Op 10 juni landden Britse en Amerikaanse troepen op Sicilië.

Mussolini was door alle tegenslagen steeds apathischer geworden, terwijl ook zijn gezondheid steeds verder achteruit ging. Iedere bijeenkomst met Hitler werd een frustratie daar deze hem al vruchtentaart etend de les las over de militaire teleurstellingen. Mussolini gaf de Italianen de schuld van de mislukkingen. Hij wilde zelfs de Apennijnen herbebossen "zodat het klimaat kouder wordt met meer sneeuw (...) zodat dit middelmatige volk gehard wordt." Met andere woorden: de oorlog werd niet verloren door zijn eigen ijdelheid of militaire fouten, maar omdat de Italiaanse soldaten nietsnutten zouden zijn.


Arrestatie

Hotel Campo Imperatore
Bij veel Italiaanse fascisten rezen twijfels over de capaciteiten van 'Maarschalk' Mussolini. Koning Victor Emmanuel III dacht er reeds in 1940 aan om Mussolini te vervangen. Steeds meer stemmen gingen op om Mussolini af te zetten. Het waren de graven Galeazzo Ciano en Dino Grandi (resp. schoonzoon van de Duce en de minister van Financiën), die de leiding namen over een groep fascisten die Mussolini wilden afzetten. Grandi verzocht Mussolini om de Fascistische Grote Raad bijeen te roepen, de hoogste regeringsinstantie. Mussolini, nietsvermoedend van wat er zou gaan gebeuren, riep de Raad in juli 1943 bijeen - die al sinds 1940 niet meer bijeen was gekomen. Grandi diende een motie in waarin hij het aftreden van Mussolini eiste. De meerderheid van de leden stemde vóór de motie. Mussolini, die de Raad slechts als een adviesorgaan zag, vond de stemming niet bindend en ging naar huis. Een dag later werd hij echter op last van de koning gearresteerd. Maarschalk Pietro Badoglio werd door de koning benoemd tot minister-president. Mussolini werd zogenaamd 'om veiligheidsredenen' naar een eilandje overgevlogen en later naar de Gran Sasso in de Abruzzen gebracht. Mussolini scheen te berusten in zijn lot. Toen de Italianen echter capituleerden en de regering van Italië beloofde om Mussolini uit te leveren om te worden berecht, werd hij zenuwachtig.


Bevrijding en dood
Op 12 september 1943 werd Mussolini plotseling bevrijd door SS-majoor Otto Skorzeny. Mussolini werd naar Duitsland overgevlogen en herenigd met zijn familie en enkele fascisten.


Republiek van Salò
Hitler drong er bij Mussolini op aan om opnieuw regeringsleider te worden van Italië. Uiteindelijk stemde Mussolini hier mee in. Mussolini en enkele fanatieke volgelingen vestigden zich aan het Gardameer (Salò) in Noord-Italië, waar Mussolini de Italiaanse Sociale Republiek uitriep en president en premier werd.

Mussolini bezat geen macht, de werkelijke macht lag in handen van de bezetter. 'Achter iedere boom bevindt zich een Duitser' beklaagde Mussolini zich. Het grondgebied van de republiek werd steeds kleiner dankzij de geallieerde opmars. Mussolini leed aan depressies, maar knapte af en toe ook wat op en kwam dan met grootse plannen: de industrie moest worden genationaliseerd, evenals de landbouw. Er moest een coalitieregering komen van fascisten en socialisten. Rome mocht volgens Mussolini nooit meer de hoofdstad zijn van Italië, 'want daar vierden de mensen feest na mijn val.'


Vermoord
In april 1945 voerde de SS achter de rug van Mussolini besprekingen met de geallieerden. Toen Mussolini hier achter kwam was het te laat: de Duitsers hadden in Italië gecapituleerd. Mussolini vluchtte naar Milaan, trachtte daar te onderhandelen met het Italiaanse verzet, wat mislukte en vluchtte daarna naar de Italiaans-Zwitserse grens. Op 27 april 1945 werd Mussolini - vermomd als Duits militair - toch herkend en gearresteerd door het Italiaanse verzet. Op 28 april 1945 voegde zijn vriendin Clara Petacci - zijn maitresse sinds 1936- zich bij hem. Enige uren later werden zij vermoord en naar Milaan overgebracht waar de lichamen tentoongesteld werden. Op de Piazzale Loreto werden hun lijken, samen met die van drie lotgenoten, aan de voeten opgehangen aan een portaalbalk van een benzinestation, waar ze werden bespot en aangevallen door de menigte.

Later werd Mussolini in Milaan begraven. In april 1946 werd zijn lichaam gestolen, mogelijk om losgeld te eisen, maar toen dat niets opleverde, na een maand bij een klooster in Milaan ingeleverd. Daar zorgde men voor een waardige, maar stilgehouden begrafenis onder een altaar in een ander klooster bij Legnano. In 1957 werd Mussolini door de familie herbegraven in de buurt van zijn geboortedorp Predappio.


Reputatie
Vele verder weldenkende gestudeerde Italianen verdedigen Mussolini nog steeds: hij schonk hun grootouders bijvoorbeeld een woning, fuseerde de spoorwegmaatschappijen of was een groot staatsman die Italië op de kaart zette. In kiosken en ramsjboekhandels in Rome kan men recente propagandaboeken en -blaadjes over Mussolini aantreffen. Binnen de Alleanza Nazionale, een grote rechtse politieke partij voortgekomen uit de fascistische MSI, en fascistische splintergroeperingen vindt men nu de bewonderaars van Mussolini. Kleindochter Alessandra Mussolini zat in het parlement voor de rechtse partijen en is trots op grootvader.

1 comment:

Anonymous said...

Beste Mano,

Wat heeft Geert Wilders nou met Mussolini te maken. Ik begrijp het verband niet. De politiek die Wilders bedrijft is zeer zeker niet met fascisme te vergelijken.
(Ultra) linkse lieden plegen dat veelvuldig te doen, maar dat is volstrekt ongegrond. De politiek die de koran verkondigt is veel gemakkelijker aan het fascisme te koppelen. Je moet geen appels met peren vergelijken!