Wednesday, June 20, 2007

Ivan Wolffers

Week 21 -2007 Op dinsdagen ga ik naar de universiteit en vanuit de auto bel ik dan mijn moeder op."O, moet je college geven," zegt ze. Mijn moeder denkt dat hoogleraar zijn betekent dat je dan elke week voor de klas staat. Colleges geven hoeft maar een paar maal per jaar en deze week is het weer zo ver. Twee uur lang praat ik tegen een muur van licht gemurmel aan. Tweehonderd jongens en meisjes in de collegezaal, die ervan dromen later bevallingen te doen en levens te redden, weten niet de beleefdheid en het geduld op te brengen om te zwijgen als er over iets anders wordt gesproken. Het is mijn taak uit te leggen over de verwachtingen en beleving van patiënten met een andere culturele achtergrond. Hoe je daar als arts mee om kunt gaan.

Ik begin uit te leggen wat cultuur is en zeg dat cultuur het verschil uitmaakt tussen dieren en mensen. Want mensen zijn voortdurend bezig betekenis te verlenen aan wat hen overkomt. Ze zoeken er woorden en metaforen voor, en ze verbinden die met de manier waarop ze eerder geleerd hebben in de chaos van het toeval orde aan te brengen. Niets is angstaanjagender dan wanorde en willekeurigheid. Juist over het lichaam, over ziekte en gezondheid, over geboorte en dood, is de mens onophoudelijk bezig te interpreteren, te verklaren, te verzoenen door betekenis te verlenen.Bij afwezigheid van een microfoon ga ik de hele middag door met te luide stem duidelijk te maken dat je als arts ook slechts onderdeel bent van een cultuur. Hopelijk zijn mijn woorden nog hier en daar bij mensen beland.

Na afloop van mijn college komen een jongen en een meisje naar mij toe."Wij zijn het niet met u eens," zegt de jongen verontwaardigd. "U zegt dat het verschil tussen mens en dier de cultuur is, maar orka's praten met elkaar."In eerste instantie denk ik dat ik voor niets heb staan praten, maar ik kan ze niet teleurstellen en ga serieus op ze in."Ja, ik zag pas een filmpje van een zwerm spreeuwen," zeg ik. "Ze maakten de vreemdste bewegingen, maar altijd in samenhang, alsof ze één geheel vormden, alsof ze een zenuwstelsel deelden.""Nee," houdt de jongen aan. "Er is meer aan de hand. Als orka's in twee verschillende rivieren zwemmen communiceren ze toch met elkaar.""Goh, wat interessant," zeg ik, knik en ga naar huis.

In de auto merk ik dat mijn keel aanvoelt als de Sahara na een lange warme dag. Ik wil even helemaal niets, maar mijn telefoon gaat."Met je buurman," zegt hij. "Ik wou je even iets geven waar je blij mee zult zijn."De man woont nu anderhalf jaar naast me en ik heb hem één keer bij het hek een hand gegeven. Hij is ook op een avond in het buurthuis geweest waar ik een lezing gaf en voorlas uit eigen werk. Ik weet alleen over hem dat hij luidruchtige zonen, Balinese aupairs in een caravan achter in de tuin en een bloeiende praktijk in alternatieve geneeswijzen heeft.
Een half uur later zit hij tegenover me in de keuken. Hij heeft een fotokopie uit een blad genaamd Nexus bij zich."Ken je het blad?" informeert hij. "Het is erg interessant. Het gaat over UFO's en zo. Die bestaan, want ik heb er zelf een gezien."Het artikel dat hij heeft meegebracht gaat over een man bij wie prostaatkanker is vastgesteld. Hij is opgegeven en wil dat het zo snel mogelijk afgelopen is. Op een morgen hoort hij een stem die zegt dat hij de worteltjes van paardenbloemen moet gebruiken en dat hij dan beter zal worden. Aldus geschiedde en de man is weer in prima conditie. Mijn buurman heeft ook nog een boek meegebracht van een Italiaanse professor die erachter gekomen is dat kanker eigenlijk een infectie met een onzichtbare schimmel is en dat het heel gemakkelijk op te lossen is. Natriumcarbonaatinfusen. Prostaatkanker is helemaal simpel. In twee weken ben je er helemaal vanaf. Omdat er een miljardenindustrie de verkeerde kant op is gegaan met onderzoek en behandeling is de Italiaanse professor natuurlijk lastig. Hij wordt genegeerd en belachelijk gemaakt."Jij staat geloof ik wel open," zegt mijn buurman. "Ik kan daar wel met jou over praten. Ik heb iets spiritueels en zie dingen. Wil je dat ik voor jou even kijk waar die kanker bij jou door ontstaan is?"Ik ben moe, maar nieuwsgierig naar wat er gaat gebeuren, en knik.Hij zet zijn bril af, sluit zijn ogen, heft het gezicht ten hemel en zwijgt enige tijd. Daarna lacht hij."Ja, in de geestenwereld wordt veel gelachen," zegt hij. "Het is daar echt geen serieuze boel. Nou, het komt niet uit je jeugd en ook niet uit een vorig leven. Je hebt het in dit leven gekregen. Alles was mooi en goed bij je, maar op een gegeven moment ben je gaan twijfelen of al het goede en mooie wel voor jou bedoeld was."Hij zet zijn bril weer op en spreekt weer gewoon met me."Wil je soms ook weten wat je eraan moet doen?" vraagt hij."Natuurlijk.""Ik kan dat beter met een gebaar laten zien, dan met woorden."Even later staat hij in mijn keuken, bril af en met gesloten ogen - en maakt een zwaaiend gebaar met armen en bovenlichaam, waarbij hij telkens lacht. Het houdt het midden tussen tai chi bewegingen en een sirtakidans."Zo ben jij," zegt hij. "Je hebt zoveel moois en goeds in je hoofd, maar je moet het geven aan de grond. Je geeft niet genoeg aan de aarde waarop je staat."Mijn buurman kijkt ook nog even naar dat ene woord dat mijn hele leven kenmerkt. "Eerlijkheid, zuiverheid," zegt hij. "Herken je je daar een beetje in?"Ik kan me ergere dingen voorstellen die hij over me had kunnen zeggen en ben er dus wel blij mee. Ook ben ik hem dankbaar dat hij in de keuken van een vreemde zijn bril heeft afgezet en dansbewegingen heeft gemaakt. Ik beschouw het als een gebaar van sympathie.Als ik met hem naar het tuinhek loop, vraag hij: "Weet je wat mijn woord is? Erkenning. Ik ben altijd op zoek naar erkenning. Kun je dat aan me zien?"



Week 22 -2007 Origineel en uniek, dat zijn we. Daarin geloven we met overtuiging, want waarom zouden we anders bestaan? Wij mensen in de westerse wereld zijn ervan overtuigd dat we met een speciale bedoeling op aarde zijn, dat heel de wereld er voor ons is en alles wat er gebeurt brengen we in verband met ons eigen leventje. Zoals ik is er geen ander.Toen ik de eerste zin van het boek Nachttrein naar Lissabon van Pascal Mercier las, raakte ik echter in de war. "De dag waarna in het leven van Raimund Gregorius niets meer zou zijn als ervoor, begon als talloze andere dagen." Waar kende ik die zin van? Had ik die zin niet al eens in een van mijn eigen boeken gebruikt? Origineel en door mij zelf bedacht. Over een man die door zijn vertrouwde gewoonten en zekerheden ingedut is en dan iets meemaakt waardoor zijn leven radicaal anders wordt. Maar dan betrof mijn zin niet Raimund Gregorius, maar Rudolf Kippenheim, Stefan Rotherman, Josef Kraeyenest, of een van de andere romanfiguren met vreemde namen die mijn boeken bevolken.

Ik zoek exemplaren van mijn eigen boeken in de kast en begin er in te lezen. Nu ik in mijn leven al zoveel woorden op een rij gezet heb, ben ik vergeten waar mijn boeken over gaan en of het eigenlijk wel prettig is ze te lezen. Eigenlijk alle boeken die ik geschreven heb handelen over mannen wier leven drastisch verandert door een kleinigheid, vaak iets met een vrouw of omdat er iets met hun lichaam mis gaat.Uniek is de mens misschien wel, want er is bijvoorbeeld maar één man met Marion Bloem getrouwd, maar origineel zijn we niet. Er zijn bovendien maar een paar verhalen die we elkaar vertellen. Over goed en kwaad. Over toeval en voorspelbaarheid. Over liefde en haat. Over kameraadschap en verraad. Over de angst voor de dood en het afscheid, dat je niet kunt ontlopen.

Ook mensen met kanker schrijven die paar verhalen. Alleen hun toon onderscheidt ze van de anderen. Kankerschrijvers willen ermee laten zien dat ze nog steeds de baas zijn. Ze bagatelliseren de dood alsof die er niet toe doet.Marisa Acocella Marchetto, succesvol illustrator uit New York van onder andere The New Yorker, hoort op haar drieënveertigste dat ze borstkanker heeft. Dat komt even niet zo goed uit want haar leven is erg opwindend. "Now is not a good time" in haar eigen woorden. Haar kwaliteit is tekenen en Marisa verandert daarom haar avonturen met borstkanker in een cartoon, Cancer Vixen. Het is haar manier om te zeggen "ik ben er nog en niet van plan te vertrekken". Ze tekent wat er gebeurt tijdens de chemotherapie en hoe ze alternatieve behandelmethoden uitprobeert. Ze tekent het kanker raadspelletje, waarbij de deelnemers zich voortdurend afvragen waardoor ze toch die ziekte gekregen hebben. Ze tekent de dood die bij haar binnenbreekt en tegen haar zegt: "Cancer your wedding! Cancer your career! Cancer your life!"Marisa Acocella Marchetto is niet de enige die op luchtige toon over kanker schrijft. In mijn favoriete weekblad - The Lancet - lees ik over het boek 'Take off your party dress. When life's too busy for breast cancer' van Dina Rabinovitch. Ze is bezig haar zeven kinderen behoorlijk op te voeden en heeft geen tijd voor al die bezoekjes aan het ziekenhuis, want ze moet met een van haar dochters terug naar de kapper om nog iets te herstellen van het verknipte kapsel van haar wanhopige tiener. Natuurlijk is dat belangrijker! Ze gaat winkelen om een littekenchique jurk voor na de borstamputatie te kopen. Ze laat een pruik van 1800 euro maken om tijdens de chemotherapie te dragen, die ze nooit opzet.

Op die manier schrijven mensen met kanker over hun leven. Niet over het drama, maar over de ironie van het lot. Ik kan niet ontkennen dat ikzelf ook een luchtige toon aansla als ik erover schrijf. Dat zwaarmoedige is maar niets en waarom zou je het allemaal nog erger maken dan het al is?Nog meer begin ik aan mijn originaliteit te twijfelen als ik lees dat Ivan Noble, een Britse wetenschapverslaggever drie jaar lang over zijn hersenkanker heeft geschreven. Het is niet alleen de verwantschap door de naam, maar ook zijn motivatie, die me opvalt. Aanvankelijk begreep hij helemaal niet waarom hij zo fanatiek begon te schrijven. Als hij bijna dood is (2005) beseft hij dat hij dat schrijven nodig had om te kunnen geloven dat hij iets terug kon doen, dat hij niet alleen hoefde te ondergaan, iets leek te kunnen veranderen aan zijn schijnbaar machteloze positie, en van iets lelijks nog iets moois wist te maken. Dat laatste heb ik zelf zo vaak gezegd als ik moest verantwoorden waarom ik over mijn kanker schrijf. Het is waardeloos, maar als ik het dan toch heb, kan ik maar beter proberen er nog iets aardigs van te maken, iets waar we samen om kunnen lachen.

www.ivanwolffers.nl

Jammer dat die artikels over gezondheid en de medische wetenschap niet langer bij achmea te vinden zijn.

No comments: