Saturday, November 21, 2015

Kut Kenner

Ja, ik kan mijzelf gerust de betere kutkenner noemen.

Macgruber. Actiekomedie rond voormalig held Macgruber (Will Forte), die weer aan de slag moet wanneer zijn aartsvijand Dieter von Cunth (Val Kilmer) een kernbom heeft gestolen.

Good enough is the new perfect, zegt Rianne Seijkens




Geert t discopeerd. Tom jan meeus in NRC, 28 juni


 
De kern van het populisme is de nederlaag. De populist bepleit het onmogelijke, hij krijgt zijn zin niet, en zegt daarna: zie je wel, de elites zijn tegen het volk. Dit trucje werkt meestal, maar bevat één risico: je moet niet winnen. Dan kom je terecht in de drabbige situatie van Boris Johnson en andere Brexit-gezichten de laatste dagen: mannen die de geheimtaal van de politiek ineens zo goed beheersen dat ze vermoedelijk niet lang meer populist kunnen blijven. Wilders kent dit dilemma, en ik vermoed dat ook hij liever een exit uit de EU bepleit dan er een bereikt. De dramatische koersval maandag van Britse en Nederlandse banken deed me dan ook ergens aan denken. Inderdaad: aan die ongepubliceerde eerste analyse van Capital Economics. Dit Britse bureau concludeerde in 2014 voor de PVV in een officieel rapport dat we enorm profiteren – 10.000 euro per huishouden erbij – als Nederland uit de EU stapt. Zoals ik hier vorige week schreef (ik bezit alle onderliggende stukken), bevatte een ongepubliceerde eerste analyse ( The pros and cons of Nexit) op pagina 12 de vaststelling dat het land serieuze kans op een nieuwe kredietcrisis loopt bij een Nexit en terugkeer naar de gulden, waardoor banken opnieuw door de staat gered moeten worden. Maar wat zei Wilders maandagavond in de Kamer op vragen hierover van Pechtold? „Het is niet waar.” Het interessante is dat Jaap Jansen van BNR Nieuwsradio er vorige week na mijn column ook over begon bij Wilders. Over de onderliggende analyses wilde hij niets zeggen. „Voor concepten moet u bij de maker van dat rapport zijn, Capital Economics”, zei hij. Feit is dat het document met waarschuwing voor een kredietcrisis Wilders („ Dear Geert”) 13 mei 2013 (13.32 uur) in een bijlage werd gemaild door Capital Economics („ strictly confidential: Proposal for study on EU exit”). En acht dagen later, 21 mei (21.09 uur), nog een keer, in een herzien onderzoeksvoorstel met opnieuw op pagina 12 de bekende waarschuwingen. Dus voor die stukken hoeven we echt niet naar de maker van het rapport: die zijn netjes naar de mailadressen in de Tweede Kamer van Wilders (en enkele partijgenoten) gestuurd. Wat Pechtold maandag te horen kreeg, was zodoende onwaar. Feit is dat onze populist al jaren weet dat zijn (met subsidie!) ingehuurde onderzoekers rekening houden met een ramp bij een Nexit. Toch blijft hij ervoor pleiten. Waarom? Ik denk: hij blijft uitgaan van zijn eigen nederlaag.


 


 
Geheime geert analyse, tom jan meeus 21 juni nrc


 


De analyse is geheim. Hoog tijd dat zij alsnog openbaar wordt


Telkens als ik me verdiep in het standpunt van Brexit- en Nexit-aanhangers, blijf ik op driekwart steken. Ze zijn vóór Europa en vrijhandel, zeggen ze, maar daar is de EU niet voor nodig. De EU dringt lidstaten massa-immigratie op, zeggen ze, en daar zijn zij tegen: grenzen dicht. Alleen, hoe doe je dat dan – vrijhandel met de grenzen dicht? Voorzichtigheid is hier geboden. Als ik nu concludeer dat EU-opponenten met hun gesloten grenzen de vrijhandel bedreigen, doe ik namelijk aan bangmakerij. En bangmakerij is taboe in het Brexit- en Nexit-debat. In vorige debatten over de EU is zoveel bangmakerij verspreid – het licht gaat uit, etc. – dat je van EU-sceptici alleen nog feiten mag inbrengen die niemand bang maken. Dit deed me aan iets denken. Zoals bekend liet Wilders eerder onderzoek doen naar de economische effecten van een Nexit. Hij huurde het gerenommeerde Capital Economics in, en dit Britse bureau concludeerde voorjaar 2014 volgens de PVV dat de economie „fors zou groeien” na een Nexit. Huishoudens zouden twintig jaar later „bijna 10.000 euro per jaar” méér overhouden. Geen gezeik, iedereen rijk.


Nu maakte Capital Economics eerder, mei 2013, ook een onderzoeksopzet voor de PVV. In dit vertrouwelijke stuk stond op pagina 12 dat een gelijktijdig Nederlands vertrek uit de euro zoveel „nervositeit” op financiële markten zou veroorzaken dat dit vermoedelijk tot „een kredietcrisis” zou leiden. Minder glorieus nieuws. Het bureau herhaalde het in een grotere letter onderaan de pagina: „... banks would likely need short term support.” Nu vroeg ik me al eerder af, ook in stukken die ik hierover publiceerde, waarom deze zorgelijke waarneming het eindrapport nooit haalde. En ineens viel het kwartje: Wilders wilde ons gewoon niet bang maken. Intussen is dat Nexit geen marginale hobby meer: onderzoek van EenVandaag liet maandag zien dat nu 48 procent voorstander is. En ik ben benieuwd of dit ook het geval zou zijn als burgers wisten dat banken dan vermoedelijk weer met belastinggeld gered moeten worden.


Het Britse onderzoek werd destijds uit subsidie van de Tweede Kamer betaald. Dus nu Nexit zo’n serieus thema wordt, kunnen Kamerleden Wilders misschien vragen die geheime analyse alsnog te publiceren. Ik weet dat Kamerfracties de confrontatie met de PVV-baas liever ontlopen. Maar als zelfs de deskundigen van de PVV bang zijn, is het misschien toch nuttig als de burger dit ook bereikt.


 


 


 Instinct boven inzicht


 


Als ik het goed zie, hebben we groeiende behoefte aan harde keuzes in onze nieuwsbeleving. De reacties op het nieuws zijn voortaan het echte nieuws, en bij groot nieuws ontstaat een verlangen naar collectieve duiding. Zoals: de man die huishield in die homobar in Orlando was moslim, dus zijn daad moet met de islam te maken hebben. (En nu niet met nuances aankomen.) Mogelijk is die daad inderdaad aan de islam als zodanig te wijten, al kun je dat ook een onverantwoorde generalisatie noemen. We weten het niet. Dus ik dacht: laat ik een testje doen. Ik bekeek de vijf massaschietpartijen met de meeste slachtoffers uit de Amerikaanse geschiedenis. Wanneer generaliseren we? Omar Mateen staat met de vijftig doden in Orlando op een naargeestige eerste plaats. Op twee komt de student Cho (23), een Amerikaan met Zuid-Koreaanse ouders die in 2007 32 mensen doodschoot op een universiteit in Virginia. „Ik sterf als Jezus Christus om generaties te inspireren [-]”, zei hij op een video die hij NBC News naliet. Ik lees nergens dat zijn gedrag typisch Koreaans of christelijk was. Op drie staat de oud-student Adam Lanza (20), die in 2012 26 mensen, onder wie twintig kinderen, doodschoot op een lagere school in Newtown, Connecticut. Zijn moeder en hij bezochten volgens The New York Post een lokale katholieke kerk. Ik zie nergens dat zijn daad aan het katholicisme is geweten. Op vier staat de veteraan en drugscrimineel George ‘Jo Jo’ Hennard, die in 1991 in Killeen, Texas, 23 doden, vooral vrouwen, afknalde in een lunchroom. In een biografie online vond ik dat hij atheïst was. Nooit is zijn daad aan het atheïsme toegeschreven. Op vijf staan de Amerikaan Syed Rizwan Farook en zijn vrouw, die eind vorig jaar veertien mensen ombrachten bij een overheidsdienst in San Bernardino, California. Beiden waren moslim, volgens de FBI ging het om een buitenlands geïnspireerde terreurdaad. Dus: bij moslims wijten we dit soort gruweldaden aan de islam, en bij anderen aan de schutter. Zoals we dichterbij huis de moord op Fortuyn door dierenactivist Volkert van der G. niet aan het dierenactivisme weten – maar aan Volkert. Politici die zeker zeggen te weten dat de islam oorzaak van terreurdaden is, weten dat natuurlijk ook niet. Ze zeggen het gewoon. En ze hebben het nu zo vaak gezegd dat we het steeds makkelijker nazeggen. Zo laten we collectief ons instinct spreken, niet ons inzicht.


 


 


 


 


 


 

 


 


 


De Zwitserse populisten wilden buitenlanders met strafblad laten uitzetten via een referendum. Operatie Libero bond consequent de strijd aan.


Vorig jaar november zat Flavia Kleiner, toen 25, met campagneleiders van gematigde Zwitserse politieke partijen om de tafel. Ze bespraken het referendum dat drie maanden later zou worden gehouden, over de vraag of buitenlanders met een strafblad voortaan automatisch konden worden uitgezet. De rechtspopulistische partij SVP had die vraag op de agenda gezet. „Alle campagneleiders waren tegen automatische uitzetting”, vertelt Kleiner. „Niet één was voor het SVP-voorstel. En toch kwamen ze die dag allemaal met een reden om geen actie te voeren. De een zei: ‘We zitten nu even krap bij kas.’ De volgende wilde zich liever concentreren op een ander referendum. De derde zei: ‘Dit is puur SVP-terrein, dit kunnen we toch niet winnen.’ Ik zat met stijgende verbazing te luisteren. Op het laatst zei ik: ‘Ik ben de jongste hier. Ik heb minder ervaring dan jullie. Maar ik begrijp niet hoe jullie zo kunnen denken. We moeten vechten. Dit is een vreselijk referendum!’”


Kleiner is co-president van de politieke beweging Operatie Libero. Sinds het referendum van februari is ze een ster in Zwitserland. Ze is in Amsterdam voor een internationale conferentie in De Balie over Europa, cultuur en politiek. Kleiner is spontaan, hartelijk en zéér gefocust. Ze heeft een boek over populisme bij zich, van de Duitse politicoloog JanWerner Müller. In de kantlijn staan aantekeningen.


De vergadering met de campagneleiders was zo’n moment dat het kwartje viel, vertelt ze. Dat gebrek aan vechtlust. Dat fatalisme. „Ik werd echt kwaad. Ik dacht: geen wonder dat de SVP al sinds midden jaren negentig de grootste partij van Zwitserland is! Geen wonder, ook, dat andere extreem-rechtse en populistische partijen in Europa het zo goed doen! Als niemand terugvecht, als andere partijen hun huiswerk niet doen, dan hebben de populisten een walk-over.” Uiteindelijk werd de SVP bij het referendum verslagen. „Ja, en overtuigend ook: met 59 procent. Het was een doorbraak voor ons: voor het eerst sinds de SVP haar opmars begon in 1992 [bij een Europa-referendum, red.] knalde de partij op een muur. Ónze muur. Dit bewijst dat je kunt winnen.” Hoe hebben jullie gevochten? „Met een groep studenten van Operatie Libero hebben we het SVPvoorstel over uitzetting helemaal ontleed. Op welke punten is het strijdig met de rechtsstaat, de democratie? Waarom is het cruciaal dat een rechter elke uitzetting individueel beoordeelt? Op die manier hebben we, met solide politieke en juridische argumenten, onze zaak opgebouwd. Steentje voor steentje. De SVP zei: het volk wil automatische uitzetting. Wij zeiden: ons volk niet, jullie spreken niet namens een heleboel Zwitsers. Óns Zwitserland is tegen. Het was essentieel dat we dit gevecht niet op hún terrein aangingen maar op ons eigen terrein.” Wat is het verschil? „Op hún terrein, zou betekenen dat we buitenlandse criminelen gingen verdedigen. Dan word je meteen in een hoek gedrukt waar je moeilijk uit komt. Het ging ons erom de rechtsstaat te verdedigen, die in onze ogen cruciaal is voor Zwitserland. Het gevecht ging nu over het soort Zwitserland waar we in willen wonen. Alleen door het debat zó te voeren, konden we het referendum winnen.” Hoe reageerde de SVP? „Ze lagen eerst flink voor in de peilingen, maar zagen hun voorsprong slinken. Voor het eerst werden zíj uitgemaakt als on-Zwitsers. Ze werden nerveus. Ze maakten snel een brochure die ze in alle brievenbussen duwden, vol misleidende informatie. Ze schilderden buitenlanders met een strafblad af als ‘criminelen’, terwijl er burgers bij zitten die te hard rijden of één keer in hun leven bij een vechtpartij betrokken raken. Die argumenten fileerden we een voor een. We stuurden onze argumenten naar kranten, zetten ze op Facebook en Twitter. De trolls van de SVP zijn superactief: onder elk krantenartikel zetten ze de reactie van de SVP. Wij gingen daartegenin, consequent. Iedere keer. Dat is een enorme klus. We hebben veel studenten


 


 


 


 Verbinden met de middelvinger


 


Politici van Denk willen niet verbinden: zij willen verwijten


Het was nuttig dat Denk, de politieke partij, haar reactie op de onthullingen in deze krant over de zakendeals van partijvoorzitter Selçuk Öztürk afdeed met een communiqué. De strijd tegen de verrechtsing en verruwing kan blijkbaar het beste schriftelijk gevoerd worden. Verbinden doe je met verklaringen. Ik bedoel, je kunt in zo’n geval ook gaan praten, maar dan heb je weer dat media terugpraten, en zoals de drie heren en dame van Denk een dag eerder in hun filmpje op Facebook uitlegden: daar trapt Denk niet meer in. Dus staken ze woensdagmiddag voor wachtende reporters wat kopietjes door een getralied raampje: de middelvinger als bindmiddel.


Het illustreerde wat je al langer vermoedde: dat hele Denk is vermoedelijk een droevig misverstand. De artikelen van Joep Dohmen en Jeroen Wester openbaarden feiten over voorzitter Öztürk waar je gezien zijn optredens nooit op berekend kon zijn. Bekijk zijn bijdrage aan dat filmpje op Facebook en zijn afkeer van de gevestigde orde domineert. Evengoed was meneer al jaren geleden betrokken bij de aankoop van een voor 2,2 miljoen euro verzekerd pand. Intussen is hij bijna vier jaar Tweede Kamerlid. Wie dan nog niet door heeft dat hij zelf deel van de gevestigde orde is, heeft een zodanig verwrongen zelfbeeld dat het erg ingewikkeld wordt ooit nog verbinding met anderen te maken. Bij Sylvana Simons zie je ook zoiets. Groot geworden op het medium televisie. Ik weet niet hoelang vaste gast van de best bekeken talkshow van het land: een totale arrivé. Maar de gevestigde orde – dat zijn anderen, die nota bene door „de media” beschermd worden, waarbij De Wereld Draait Door blijkbaar niet tot de media behoort: hoeveel vergissingen kan een mens zichzelf toestaan?


In momenten van mildheid wil ik graag geloven dat deze mensen integer aan deze partij begonnen zijn. Nieuwe Nederlanders de stem geven die zij nu ontberen. Maar wat eruit voortkomt zijn geen politici die willen verbinden: zij willen verwijten. Een deprimerende kopie van Wilders. Zoals ze ook zijn trucje van schaarste voor media imiteren: op momenten van controverse onbereikbaar voor journalisten zijn en zo de honger voeden. De platgetreden paden van het populisme: altijd de eigen vooroordelen en gebreken buiten discussie stellen, altijd het isolement opzoeken, en vervolgens alle anderen zo vaak en zo hard mogelijk veroordelen. Ofwel: schaamteloos het voordeel van het eigen vooroordeel uitspelen.


 


 


 


 Jan Kuitenbrouwer, NRC


 


Angina? Nee. Bronchitis? Ja: rauwe keel, veel hoesten, stem weg, bronchitis, dat moet het zijn. Dank u, dokter Google. Ik kroop onder de wol, en als de slaap niet kwam zwierf ik wat over het web, iets wat ik zelden doe. Op Facebook werd een oud huis te koop aangeboden in Frankrijk, verbazend goedkoop. Ik bekeek de advertentie en al snel werden de cookies van eigen deeg bezorgd: waar ik nu ook ga, de oude Franse huizen volgen mij. Ik keek naar Fox News en CNN, beiden natuurlijk in alle staten vanwege ‘Orlando’: eerst de moord op Voice-finaliste Christina Grimmie, toen de aanslag in Pulse en toen de Disneykrokodil die een peuter verzwolg, allemaal in partytown Orlando. Op de andere helft van het scherm, live, urenlang, de zaal waar Donald Trump zou gaan spreken. Wij gaan nu live naar, o nee, Trump is er nog niet, terug naar de krokodil. Zo zapte ik heen en weer, tussen de serene stilte van overwoekerde granges en fermettes in de Franse Champagne, en het geknal, gekrijs en gekakel van de Amerikaans nieuwstelevisie. Tussen een ver verleden toen alleen een boek of een reiziger je iets over de buitenwereld kon vertellen, en het nu, waarin we rechtstreeks zijn aangesloten op het non-stopdataverkeer tussen alles en iedereen, het zenuwstelsel van de beschaving waar niet alleen je devices in zijn opgenomen, maar binnenkort ook je schoenen en de vuilnisemmer. Onrustig zwemmen wij rond in die oneindige zee van informatie, nerveus als een school makrelen. Gooi een peuk in het water en we schieten er erop af. Zo raakt een vissenmaag vol plastic, en een mensenhoofd vol onzin. Trap Er Niet In! En uiteindelijk klik je toch. Die video van DENK: een mix van flat earth -logica, intellectueel gefröbel en populistische paranoia. De drietrapsraket en de trias politica. De trias raketica. Charles de Montesquieu meets Werner von Braun.


Wat wij willen zijn leugens,bizarre verzinsels, evidente onwaarheden, als het maar outrageous is


Aan wie zouden zij een voorbeeld nemen? Wilders, Trump, Poetin, Erdogan? Wat die met elkaar delen is een volmaakte desinteresse voor waarheid en logica en het meesterschap van de resonerende nonsens. Op dat punt toont DENK wel degelijk belofte. Zij begrijpen het paradigma van deze tijd: hoe meer bullshit, hoe beter. Want wij hebben eigenlijk gewoon geen zín in dingen die waar zijn. De waarheid, die weten wij al, de waarheid is saai, die ligt ergens in het midden, grijs en onopwindend te wezen. Bo-ring! Wat wij willen zijn leugens, bizarre verzinsels, evidente onwaarheden, als het maar outrageous is. Bullshit rules. Een politiek splintergroepje ventileert kolder en dáár gaan wij het de komende drie dagen dus over hebben! En als wij klaar zijn is er wel weer een ander stuk virale bullshit. Een lingerieontwerpster die vindt dat vrouwen vaker aan hun k*t moeten ruiken, ik noem maar iets. Stop de persen!


De media: wij spreken er nog steeds over als een instituut dat iets met ons voor heeft, maar zo is het al lang niet meer, iedereen is tegenwoordig ‘de media’. Niet de media maken bullshitters groot, wij de media. Het kan ze echt niet schelen waar hun ‘impressions’ vandaan komen, zij kunnen ze inkopen per klik, maar waarom zouden ze, als wij ze gratis geven in de vorm van shares, likes en al die andere flippers en bumpers die samen een viral maken? Daar zitten wij dan, hoger opgeleid en beter geïnformeerd dan ooit, te flipperen met bullshit. Facebook heeft mijn klik duur verkocht: maison ancienne, grange à restaurer, old house, de banners blijven maar komen. Zo’n huis, geen buis, draad of kabel leidt erheen, een onwetende doos van steen en hout. Een leven zonder virale bullshit, hoe zou het zijn?


 


 





 Henk en Ingrid, hans en grietje.



Laminaat!’, klinkt het door de intercom. Een oudere man en zijn zonen komen het laminaat in mijn Rotterdamse appartement weghalen. Ik had het gratis op internet gezet omdat mijn Amsterdam Dream, waar ik in een eerdere column over schreef, onverwachts werkelijkheid werd. Het appartement in de Pijp waar ik zes weken eerder op had gereageerd en op een ogenschijnlijk kansloze veertiende plek eindigde, kreeg ik toch aangeboden. De oudere man bleek zijn zoons – allen werkzaam in de bouw – opgetrommeld te hebben omdat zijn dochter ook gaat verhuizen en te weinig geld heeft om nieuw laminaat te kopen. Terwijl de Rotterdamse rouwdouwers werken bied ik ze een drankje aan. Ik vertel over hoe moeilijk het was om een huurwoning te vinden in Amsterdam. De man, de belichaming van de archetype Henk, de man van Ingrid, klinkt instemmend en legt opeens uit: „Wij” – waarmee hij ook mij bedoelde – „motten steeds langer wachten op huurwoningen, maar die asielzoekers krijgen meteen een huis.” Na de shock van voor het eerst in mijn leven door een Henk als ‘wij’ te worden bestempeld, probeer ik het helder uit te leggen: „Nou ja, ook al zouden er nul vluchtelingen binnenkomen, dan zouden wij alsnog de klos zijn. Woningbouwverenigingen zijn steeds meer vermarkt. Dat is bedacht in Den Haag, niet in een asielzoekerscentrum. Bijvoorbeeld: woningbouwverenigingen krijgen sinds 2013 een verhuurdersheffing op sociale huurwoningen waardoor ze bestaande woningen uit de sociale huur halen, want als ze gaan renoveren gaat de heffing omhoog. Uit recent onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat mede door de verhuurdersheffing het aantal betaalbare huurwoningen sinds 2010 met eenderde is gedaald. Minister Stef Blok, geen asielzoeker, haalde zijn schouders op en meldde doodleuk dat hij geen zin had in een discussie over de verhuurdersheffing.”


Sociaal-democratie en nieuw-rechts zien bezorgde burger als nobele wilde


Mijn Henk kijkt me aan. Ik zie dat hij wel begrijpt wat ik zeg, maar dat het niet strookt met zijn geloof. Vakkundig haalt hij mijn argumenten onderuit met een verontwaardigde: „Ja maar hun (asielzoekers) krijgen ook nog geld toe om hun huis in te richten! En wij niet!” Het klopt dat toen de sociaal-democraten in de jaren negentig hun ‘ideologische veren’ loslieten ze niet meer luisterden naar de zorgen van Henk & Ingrid. Het klopt ook dat nieuw-rechts die stem wel lijkt te vertolken. De fout die zowel de sociaal-democratie als nieuw-rechts tegenwoordig maken, is dat ze de bezorgde burger als een soort nobele wilde zijn gaan zien, ironisch genoeg wat links vroeger altijd deed met de ‘allochtonen’. Het is een vorm van betutteling: alles wat uit de mond van Henk & Ingrid komt moet wel iets diep magisch zijn.


Nou, nee. Henk & Ingrid zijn ook gewoon mensen. Laagopgeleide mensen die helemaal geen tijd of zin hebben om zich te verdiepen in beleidsvraagstukken. Soms zeggen ze zinnige dingen, maar meestal totaal niet. Zo zijn ze helemaal niet geïnteresseerd in feiten die hun eigen xenofobe onderbuik tegenspreken. Als je de bezorgde burger respecteert moet je ook erkennen dat hij soms erg simpel is. Daar is niks mis mee, want zelf zijn ze er trots op, getuige alle varianten op de ‘Simpel toch! Zo is het maar net!’ die ze naar elkaar roepen als ze het over politiek hebben. ‘Henk’ en zijn zoons bedanken mij voor het gratis laminaat. „Veel succes in 020”, drukt de vader mij op het hart, terwijl hij me toch twintig euro geeft. Sjiek van hem. is historicus en auteur van Nederland mijn Vaderland (Uitgeverij De Bezige Bij)


 


 


 


 


 Joris Luyendijk


Het is genoeg geweest. In normale tijden was de Britse sabotage te verdragen. Maar dit zijn geen normale tijden, constateert Joris Luyendijk. Laten we daarom uit elkaar gaan – als vrienden.


De Europese Unie moet het Verenigd Koninkrijk vriendelijk de deur wijzen. Jaren heeft Londen dubbel spel gespeeld: het profiteerde van het lidmaatschap van een club om deze tegelijkertijd van binnenuit te ondermijnen en zelfs te chanteren.


In het Brexitreferendum van 23 juni stemt een kleine meerderheid er waarschijnlijk voor om in de EU te blijven. Het dubbel spel gaat dan door, net op een moment dat de EU alleen kan overleven als zij diepgaand wordt hervormd. Dat vergt leden die eerlijk en met open vizier optreden. Het is daarom beter als de EU en het Verenigd Koninkrijk als vrienden uit elkaar gaan.


Het is verleidelijk te denken dat fantastische tv-makers en kosmopolieten als Louis Theroux, Michael Palin, Stephen Fry en BBC-correspondent John Simpson representatief zijn voor het Verenigd Koninkrijk. Het tegenovergestelde is het geval.


Sinds vijf jaar woon ik, Nederlander, in Londen. Zou ik de houding van de Engelse intellectuele en politieke klasse ten opzichte van Europa moeten schetsen, dan koos ik de finale van het Passa Porta literaire festival in Brussel, in het Palais des Beaux-Arts. Het gebeurde tijdens een uitverkocht interview met Ian McEwan, misschien wel de prominentste Britse schrijver van dit moment. Toen McEwan werd gevraagd of hij al eens in Brussel was geweest, grinnikte hij opgewekt. „Nee”, antwoordde hij, „maar ik heb ontdekt dat hier zowel een aantal van de mooiste als van de lelijkste gebouwen ter wereld staan”.


Later die avond uitte ik mijn verbazing tegen een andere vooraanstaande Britse schrijver: tenslotte is McEwan diep in de zestig en met de trein rijd je in twee uur van Londen naar Brussel. De schrijver was oprecht verbaasd over mijn verbazing: „Ik ben nog nooit in Oezbekistan geweest. Dat is toch geen reden om te gaan?” Een mix van argeloze onverschilligheid en zelfverkozen onwetendheid. Dat kenmerkt de opvatting van een flink deel van de mainstream Britten tegenover de EU en Europa.


Maar de ‘euroscepsis’ heeft een andere, veel minder onschuldige kant. Ruim twee jaar heb ik op de redactie van de Britse krant The Guardian gewerkt. Samen met de veel kleinere Financial Times geldt The Guardian als de enige, pro-Europese Britse krant. Inderdaad trof ik daar mensen die het Europese Project snappen en steunen. Maar zij vormen een minderheid. Representatiever is de invloedrijke economie-commentator van The Guardian, Larry Elliott, die recent de EU vergeleek met de Sovjet-Unie, „maar dan zonder goelag”.


Of neem die hele hoge journalist die bijna schouderophalend tegen me zei: „Tja, uiteindelijk is de EU niets anders dan een poging van Duitsland om alsnog de Tweede Wereldoorlog te winnen.”


Mensen zeggen zulke dingen zonder een spoortje ironie, zoals ook de tongue in cheek nergens te bekennen was toen het hoofd van het ‘out’-kamp, de voormalige Londense burgemeester Boris Johnson, beweerde geen wezenlijk verschil te zien tussen Hitlers plannen met Europa en die van de EU.


Gerard Batten, Europees parlementslid voor de anti-EU partij UKIP, schreef de volgende dag over een nog veel sterkere parallel tussen de EU en de nazi’s. Zijn partijgenoot in Westminster vergeleek het EU-lidmaatschap met „vastgeketend zijn aan een lijk”, terwijl de conservatieve minister van Staat voor de Strijdkrachten Penny Mordant vertelde waarom wereldleiders ernaast zitten als zij tegen een Brexit pleiten: „Toen ons land in 1940 na de nederlaag bij Duinkerken er alleen voorstond, werden we ook uitgesloten en uitgelachen. Werkelijk leiderschap betekent soms dat je geïsoleerd staat.”


Kun je dit nog euroscepsis noemen? Of is het eurofobie? De afgelopen decennia hebben tabloids als The Sun, Daily Mail en Daily Express hun miljoenen lezers een dagelijkse dosis overdrijvingen, verdraaiingen en leugens over de EU geserveerd.


Hetzelfde geldt voor Daily Telegraph and The Times. De BBC moet ondertussen aan onmogelijke eisen van ‘onpartijdigheid’ voldoen, zodat iedere bewering over de EU vergezeld moet gaan met een tegenargument van het ‘out’-kamp.


Dit wekt de fatale indruk dat de waarheid altijd in het midden ligt, waardoor zelfs de meest bizarre uitspraken van de eurofoben een schijn van geloofwaardigheid krijgen.


In dat opzicht is dit referendum enorm nuttig: eindelijk is duidelijk hoe diep deze eurofobie gaat. Een zeer aanzienlijk deel van de in Londen gevestigde media en politieke elite gebruikt een absurde en leugenachtige karikatuur van de EU om zich superieur te voelen aan Europeanen, en om weg te dromen bij revanchistische fantasieën over ‘Groot-Brittannië weer groot maken’ – alsof het land enkel door toedoen van de EU niet langer een wereldmacht is.


In het ‘in’-kamp intussen, behandelen figuren als premier Cameron het lidmaatschap als een gunst aan Europa, waar ‘concessies’ tegenover moeten staan. Andere ‘blijvers’ zien het lidmaatschap als het minste van twee kwaden, of een last die nu eenmaal moet worden gedragen. Jeremy Corbyn ageerde een carrière lang tegen de EU. Nu hij leider is van Labour, komt hij niet verder dan een oproep aan zijn kiezers de EU te accepteren, ‘ warts and all’ - ofwel: ‘inclusief de wratten’.


De enige partijen die de EU omarmen, zijn de Schotse nationalisten en de Liberal Democrats. Dan is er nog New Labour met Tony Blair en Gordon Brown, maar zij zijn hun geloofwaardigheid grotendeels kwijt door de illegale invasie van Irak en hun nauwe banden met de mondiale financiële elite.


In grote delen van de Engelse media en het politieke landschap is ‘Europa’ een scheldwoord. Dus zou je verwachten dat het ‘out’-kamp op een overwinning afstevent, dus laat de EU tegen het VK zeggen, graag uit elkaar.


 


 


 


 


ANGSSSST


Ooit waren we een land van zendelingen, nu zijn we een land van zenders: we proberen niemand nog te bekeren, we willen nu onze eigen goedheid accentueren. De moderne mens is erg onder de indruk van zichzelf, en graag ontevreden over de anderen. Als het land problemen heeft, ligt het niet aan mij, zegt hij: dat ligt aan de anderen. Ik moest hieraan denken toen ik woensdag het fijnste rapport van Den Haag las, Burgerperspectieven van het Sociaal en Cultureel Planbureau, dat elke drie maanden schetst hoe wij, Nederlanders, de stand van ons land beoordelen. De nieuwste editie verschijnt donderdag – een feest van nuttige weetjes. Ik bleef haken bij de bevinding dat burgers nu positief over de economie maar negatief over de politiek zijn. Dit is, vermoed ik, de bevestiging van een revolutie die een fundament onder de hele Haagse fabriek wegslaat: de premisse dat kiezers economische vooruitgang automatisch belonen. Fortuyn liet na Paars II in 2002 al zien dat dit niet altijd meer opgaat. Met de eindstreep van Rutte II nabij daagt dat het meestal niet meer opgaat.


Je kunt dit op twee manieren verklaren. Je kunt zeggen dat de invloed van politici op de economie altijd gering was, en dat kiezers dit nu doorkrijgen. Als je doorleest in die nieuwe Burgerperspectieven, kun je ook zeggen dat de ontevredenheid over de politiek samenhangt met onze hoge eigendunk. Het is een wijdverbreid misverstand dat alleen laagopgeleiden ontevreden over de politiek zijn. Zo klagen hoogopgeleiden dat politici te vaak onlustgevoelens aanwakkeren. Deze weerzin verklaart mede waarom er telkens partijen bijkomen: de smetvrees voor de anderen is zo groot dat burgers zich liever opsluiten in steeds kleinere verbanden. Logisch dat dan ook angst voor anderen toeneemt, met de PVV en Denk als droevigste uitingen. Diezelfde angst is evengoed een aantrekkelijk instrument voor traditionele partijen die zich niet beloond voelen voor goed economisch beleid. Identiteitspolitiek met minder immigratie, minder islam en minder vrijhandel is hun manier om hun plaats op de politieke markt te beschermen.


Intussen heb je de goed bedoelde pogingen de ontevredenheid over de politiek te temperen met directe democratie. We zien waar dit in eindigt: winner takes allformules zoals referenda, die de angst voor elkaar alleen maar uitvergroten. Zo zijn we allemaal blind voor het effect van onze hoge eigendunk, ons zenden en onze bijbehorende afkeer van anderen: we creëren een politiek waarin angst zowat het laatste middel is om nog winst te boeken.


 


 


 




 


De duvel ertussen


 


Het lijkt wel alsof Donald Trump een obsessie met geweld heeft. Bekend is zijn sympathie voor de kwelling van het waterboarden, de schijnverdrinking. Aan zijn publiek in Ohio vroeg hij deze week: „Houden jullie van waterboarding?” Terwijl ze juichten, riep hij: „Ik hou er wel van. Ik denk niet dat het stevig genoeg is.” Ook gebruikt hij graag het woord ‘verkrachting’ als hij vergelijkingen maakt. In één toespraak vergeleek hij het vrijhandelsverdrag Trans-Pacific Partnership (TPP) driemaal met „de verkrachting van ons land”. Eerder beschuldigde hij ook al China van verkrachting van de Verenigde Staten en beweerde hij dat de Mexicaanse regering verkrachters stuurde. Maar hoe verleidelijk het ook is de spot te drijven met Trump, de vraag is of dat voldoende is om hem van het presidentschap af te houden. Hij staat tegen Hillary Clinton op achterstand in de polls en hij heeft te weinig geld voor zijn campagne, maar toch ben ik er nog steeds niet helemaal gerust op. De uitslag van het Brexit-referendum versterkte mijn twijfels. Daar dachten we toch ook dat ‘Remain’ het uiteindelijk wel zou winnen? Brexit was ook voor Bernie Sanders reden in een artikel in The New York Times zijn bezorgdheid te uiten. De uitslag had hem niet verbaasd. Hij vond het begrijpelijk dat de Britse ‘workers’, die in hun rijke land steeds minder verdienen, de Europese Unie en de geglobaliseerde economie de rug toekeren. Die economie, schrijft hij, wordt in stand gehouden door een mondiale, economische elite die de mensen in de steek laat. „Ongelofelijk, de welvarendste 62 mensen op deze aarde bezitten evenveel als de onderste helft van de wereldbevolking – rond 3,6 miljard mensen.” Ik weet niet hoe Sanders aan zulke cijfers komt, maar ik vrees dat er weinig is in te brengen tegen de conclusie die hij erop laat volgen: „De zeer, zeer rijken genieten onvoorstelbare weelde, terwijl miljarden mensen verwerpelijke armoede, werkloosheid en ontoereikende gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting en drinkwater moeten verduren.” Waarna hij ons de vraag stelt: „Kan deze afwijzing van de huidige vorm van de globale economie ook in de VS gebeuren?” Hij weet het al: „ You bet it could.” Hij bezocht als Democratisch presidentskandidaat 46 staten. „Wat ik bij te veel gelegenheden zag en hoorde, waren pijnlijke realiteiten, die door het establishment van politiek en media zelfs niet herkend werden. In de laatste 15 jaar werden 60.000 fabrieken in dit land gesloten en verdwenen meer dan 4,8 miljoen goed betaalde fabrieksbanen.” Sanders geeft hiervoor de schuld aan desastreuze handelsakkoorden die bedrijven aanmoedigen naar lagelonenlanden te vertrekken. „Bijna 47 miljoen Amerikanen leven in armoede.” En wat adviseert hij dan? „We moeten ons vrijhandelsbeleid fundamenteel afwijzen […] We moeten het Trans-Pacific Partnership verslaan.” Dat is dus precies wat Trump zegt! Sanders waarschuwt dan ook zijn partij: Trump zou weleens van dezelfde krachten kunnen profiteren die ‘Leave’ aan de zege hielpen. Zijn waarschuwing wordt ondersteund door NYT-columnist Nate Cohn, die erop wijst dat Trump een nog steeds groeiende aanhang onder blanke, minder goed opgeleide kiezers heeft. Sanders en Trump op hetzelfde kussen – welke duivel slaapt daartussen?


 


 


 


 


 AFZEIKEN


 


We leven in een tijd waarin de mensen zich graag met elkaar bemoeien. Dat kan tot allerlei nuttig altruïsme leiden, maar ook tot hinderlijke bevoogding. Misschien kan ik het demonstreren aan de hand van een simpel boomtuintje. Met boomtuintje bedoel ik de tuintjes die door bewoners vóór hun huis rondom een boom worden aangelegd. Vorig jaar beschreef ik hoe ik betrokken raakte bij het onderhoud van zo’n tuintje rond een iep voor ons appartementengebouw. Het werd geen groot succes. Ik streed een uitzichtloze strijd tegen de hondendrol. „Je kon hem opruimen”, schreef ik, „maar hij kwam altijd terug, zij het nooit precies in dezelfde gedaante.” Ook probeerden wildplassers het tuintje te besproeien, wat alleen op dagen van grote droogte een begrijpelijk idee was. Verder bleek de bodem van het tuintje weinig vruchtbaar. Ik trok me gedemoraliseerd uit het project terug, maar er waren twee jongere buurmannen die wel het idealistische elan van de ware tuinliefhebber hadden. Zij herschiepen het zieltogende tuintje in een fleurige verzameling potten met vaste planten, afgezet met een laag hekje van halfronde houten paaltjes ter wering van de hondendrol. Wij complimenteerden de buurmannen en rekenden al op een onbekommerde zomer. Te vroeg gejuicht. Op een dag vonden alle bewoners een print in hun brievenbus met een recensie en een foto van hun boomtuintje. Het was het soort recensie waarvan schrijvers en andere kunstenaars nog lang nachtmerries hebben als het hun overkomt. De kop erboven luidde: „Mooi of lelijk?” „Tja, wat zal ik ervan zeggen”, schreef de recensent. „Ik vind het niet mooi.” De bloemkleuren waren niet op elkaar afgestemd, de oleander en de agapanthus kregen te weinig zon, „en dan dat hekje… zullen we afspreken dat we dat niet meer doen?” De conclusie: „Het initiatief moeten we natuurlijk toejuichen, maar als je geld gaat uitgeven, win dan eerst advies in.” De tekst was alleen met de naam van een blog ondertekend. Op die blog was dezelfde tekst te vinden, nu wel ondertekend met een naam. Wie had die tekst bij de bewoners bezorgd? De blogger of iemand anders? Dat was onduidelijk. De reacties van de bewoners hielden het midden tussen een cynisch schouderophalen en roodgloeiende verontwaardiging. Waar bemoeide die persoon zich mee? En waarom zo stiekem – met anonieme prints in de brievenbus? Ik vond het een opmerkelijke uitbreiding van het domein van de sociale media. Je volstaat niet met aanvallen via internet, maar je besluit ook de verantwoordelijke bewoners te pesten door ze ongevraagd een negatieve beoordeling op te dringen. Beetje flauw. Wat me ook trof was die kennelijk onweerstaanbare behoefte om andermans werk in het openbaar te kritiseren. De burger als amateurrecensent. Niets ontsnapt aan zijn aandacht: restaurants, hotels, artsen, docenten, media – alles en iedereen moet beoordeeld worden, liefst op een neerbuigend toontje. Afzeiken, als het even kan. Toen de bewoners er bij een borrel over zaten te praten, bleek een van hen de blogger persoonlijk te kennen. „Het is een heel leuke vrouw uit deze buurt”, verzekerde ze. Ik nam het voetstoots aan, maar dacht meteen: toch jammer dat je zelfs van heel leuke vrouwen minder leuke dingen kunt verwachten. Wist u dat al? Oh.


 

No comments: