Tuesday, June 17, 2014

Geef iedereen een schop voor de kont.

Geef iedereen een contract voor vijf jaar.

Die enge barbara baarsma als eerste ! En Willy uit de haag. En die 173.000 miljonairs in nederland (weinig ?!). En leraren. En politie agenten. En de dokter. En advocaten. En papegaaien. En accountants. En fotomodellen. En voetballers. En john en linda de mol.

Labour is a life destroying activity.

Arbeid is een leven vernietigende activiteit.

Arbeid is een levensbedreigende zaak.

Werk is een levensvernietigende zaak.

Voor mij klopt dat wel, ik heb er teveel van mijn (on)geluk aan te danken en vind het erg, die hierarchie, functioneringsgesprekken, zogenaamde leidinggevenden, krankzinnige wijven, stomme klootzakken, dat kromme denken, die kantoorsfeer. Dat als ratten je plek zoeken elke ochtend. Naargeestige wijven en krengen plaatsvervangend DG zien worden. Iedereen betaalt haar prijs and there's not enough love to go round. Het heelal is onverschillig. De dood is onverschillig. Hoe onverschilliger ik ben, des te beter gaat het me.
Jammeraar. Zeikerd. Jankerd. Slachtoffer. Zeurpiet. Sinds mei vind ik zelfs mijn werk weer ok, liever was ik schrijver van goed verkopende boeken geworden, maar ja, wat er niet in zit komt er ook niet uit.




Marcel van Roosmaalen

Een korte inspectieronde van de vluchtgarage

Het lot van de illegaal, de uitgeprocedeerde asielzoeker die terug moet ook als dat niet kan, had ik me nooit echt aangetrokken. We moesten ze niet te veel ‘vertroetelen’ was het regeringsstandpunt, anders kwamen er nog meer.

Na inspecteurs van het College van Rechten van de Mens – ze troffen ‘een mensonwaardige’ situatie aan – en ambtenaren van gemeente en stadsdeel – ze troffen geen onveilige situatie aan, helemaal niet nadat ze er rookmelders hadden opgehangen – bezocht ik gisteren ‘de vluchtgarage’, zoals de parkeergarage van Klarenbeek in Amsterdam Zuidoost wordt genoemd.

Een korte inspectieronde, meer was het eigenlijk niet.

Wat trof ik eigenlijk aan?

Een gore, vieze ruimte.

Ongeveer honderd mannen, de meesten kwamen uit Soedan, Eritrea, Somaliƫ en Ethiopiƫ. Apathische mensen, verwarde mensen, wanhopige mensen. Eentje ging aan mijn arm hangen en wilde zijn vluchtverhaal vertellen, een ander wees naar de vochtplekken op het plafond. Een jongen wilde me een riem verkopen. Ergens in een slaapzak liet iemand een boer, buiten op het parkeerdek lagen er twee op stretchers. Of ik een iPhone had, geld of eten was ook goed.

Iemand vertelde over de vechtpartijen om eten, wilde ik de toiletten zien?

Dat dan toch niet.

De opvang van dieren was beter geregeld dan dit.

Buiten was er weer de frisse lucht. Ik belde vriend en fotograaf Elmer van der Marel, die deze groep al langere tijd volgde. Hij vertelde over de onderlinge spanningen. Tussen de asielzoekers en de randfiguren, die nu eenmaal op dit soort plekken afkwamen. Hij stuurde me een foto die hij eerder deze week maakte. Een man met een handdoek om zijn middel geknoopt die met een fles shampoo in de ene en een emmer koud water in de andere hand door de parkeergarage liep.

„Later zag ik een plas water met daarin afgeknipte teennagels, ook een bijzonder beeld.”

Onwillekeurig gingen de gedachten naar de ambtenaren die naar de vluchtgarage waren gezonden om te controleren of het er daadwerkelijk mensonwaardig was. Net als wij waren ze waarschijnlijk over de liggenden heen gestapt, hadden ze hun iPhone gewoon zelf gehouden en hadden ze de menselijke ellende gezien, geroken en gehoord. Nee, ze kwamen geen voedsel, dekens of geld brengen, daar ging tenslotte een aanzuigende werking van uit. Ze gingen rookmelders ophangen. Hadden ze een trappetje bij zich, of moesten ze er voor terug komen?


No comments: