Monday, March 5, 2007

Manna: herhalingsoefening !

Soms had ik behoefte aan een serieus gesprek met mijn moeder, maar aan haar prietpraat en dronken ijdele geklets had ik geen boodschap. Mijn moeder is een ongehoord domme vrouw. Ze noemt zichzelf schrijfster; 400.000 dames vallen in zwijm voor de ijdele praatjes van deze turf van 1.55 meter. Het lijkt alsof ze niets ziet, ruikt, leest, hoort of weet wat de moeite waard is. Ze valt voornamelijk op mannen die ooit meenden de eerste onder gelijken te zijn zoals die breedsprakerige slecht engels sprekende dictatoriale Van Mierlo of Ischa Meijer, die wél kon schrijven.

Connie Malpen, mijn ma. Ik heb mijn hele jeugd heel wat met haar te stellen gehad. Toen ik nog een kleuter was zette ze bijvoorbeeld tijdens het voeren haar eigen mond open in plaats van de mijne. Op een dag nam ze mij mee naar de speeltuin. Terwijl ik in een draaiend wiel liep kreeg ze een kleine en gezette man in de gaten, die haar ook even observeerde. Connie raakte zo in vervoering van dit mannetje dat ze tijd en ruimte leek te vergeten. Ik werd moe van het draaiende wiel; ik was tenslotte nog maar 7 jaar. Mijn beentjes stapten al zeker tien minuten door op dit wonder van techniek, een draaiende ja-knikker. Na een poosje riep ik haar: "COOOOOOONNIE ! COOOOOOOOOOONNIE ! Ik sta al zo lang buiten te spelen !" Verdwaasd liep zij naar mij en zo werd het wiel afgeremd door haar hoofd. Connie heeft geen klap van de molen gehad, maar een klap van het wiel !

Daardoor was ze gedoemd om afhankelijk jankende vrouwtjesliteratuur te schrijven. En maar kakelen over haar IQ van 133 en hoe eenzaam ze daardoor wel niet was. Och, wat heb ik genoten van een boek als “the cider house rules” van John Irving of “de hospita’s” van Frans Pointl. Toch zijn er gelukkig ook vrouwen die kunnen schrijven zoals Rascha Peper, Lisette Lewin en Patricia Highsmith.
Vaak huilde Connie. Zij pinkte geen traantje weg. Ik heb het over tranen met tuiten. Na Connie was ik voorbestemd voor een studie psychologie. Dat kun je wel denken. Daar leerde ik het volgende: herhaaldelijk de slappe lach hebben en veelvuldig janken zijn de symptomen van hysterie en labiliteit. Een voortdurende staat van dronkenschap kan natuurlijk ook de oorzaak zijn van een en ander.
Enige tijd geleden heeft zij het zo bont gemaakt, dat ik besloot haar aan de dierentuin cadeau te doen. Verleden donderdag ben ik haar daar gaan bekijken. Ze hadden haar bij de vogelachtigen ondergebracht. Links van haar stond een buitenissige buizerd en rechts knabbelden struisvogels op maïs dat oppassers hen toewierpen. Even verderop hoorde je het speenvarken uit Limbabwe, Geert Wilders, aandacht trekken. Mijn moeder trok ook aardig wat bekijks. Ze zat naast een opgedroogde kunstvijver te werken met het puntje van haar tong op haar onderlip aan haar volgende ijdele boek: “M.I.”, wilde ze het noemen, “mijns inziens”. De zon scheen aangenaam en mijn moeder leek het niet kwaad te hebben. Ik wilde niet aanzien hoe dit zou aflopen en ben toen maar doorgelopen naar de apen. Die gapen elkaar ook na.

No comments: